nr. 254
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college
van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken in te stellen en dat het
in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke
bepalingen vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Er is een Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken.
Artikel 2
De Commissie heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal
te adviseren inzake vraagstukken van internationaal recht.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1998. Indien het Staatsblad
waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1997, treedt
zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad
waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 1998.
Artikel 4
Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke
vraagstukken.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Buitenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,