25 332
Wet Raad voor de Transportveiligheid

nr. 304b
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 1998

Op 24 maart 1998 heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal het wetsvoorstel Raad voor de Transportveiligheid met algemene stemmen aangenomen.

Bij deze stemming heeft de Tweede Kamer tevens aangenomen een motie van de leden Van Waning en Blaauw (kamerstukken II 1997/98, 25 332, nr. 20), waarin de Kamer – mede gezien het unanieme pleidooi daartoe van de scheepvaartsector – de regering verzoekt om, in samenhang met een voorstel van rijkswet tot wijziging van de Schepenwet, dat strekt tot aanpassing van deze rijkswet aan de Wet Raad voor de Transportveiligheid, bij de Kamer een voorstel in te dienen voor een wettelijke regeling waarbij voor de zeescheepvaart wordt voorzien in een aan de eisen van de huidige tijd aangepast tuchtrecht.

Ik deel u mede dat ik – mede gezien het unanieme verzoek van de scheepvaartsector om de motie uit te voeren – de wens van de Tweede Kamer zal respecteren, ervan uitgaande dat de sector zelf bereid is om de extra kosten van een tuchtcollege voor de scheepvaart voor haar rekening te nemen. Hiertoe zal ik op korte termijn de werkgeversorganisaties in de zeescheepvaartsector uitnodigen voor het voeren van overleg.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven