24 834
Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen en arresten met het oog op het instellen van een rechtsmiddel en van de bepalingen in het Wetboek van Strafrecht betreffende het kennisgeven en het ingaan van de proeftijd bij een voorwaardelijke veroordeling

nr. 13c
NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 19 november 1997

De vraag van de leden van de PvdA-fractie uit het nader voorlopige verslag over de opleidingseisen die aan een parketsecretaris worden gesteld beantwoord ik als volgt.

De functie van parketsecretaris wordt thans uitgeoefend door personen die ofwel een studie Nederlands recht hebben afgerond of een specifieke opleiding op HBO-niveau hebben gevolgd dan wel daaraan bezig zijn. In het laatste geval werkt men onder begeleiding van een ervaren parketsecretaris. De opleiding wordt verzorgd door de Stichting Studiecentrum Rechtspleging te Zutphen. De opleiding heeft een sterk theoretische onderbouw en ligt op het niveau van de propaedeuse strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met dien verstande dat de opleiding op sommige onderdelen uitgebreider is. Het theoretische strafrechtelijke gedeelte van de opleiding is specifiek gericht op het bijbrengen van voldoende kennis en inzicht in die delen van het strafrecht en het strafprocesrecht, waarmee de secretarissen in hun werk en de praktijk rechtstreeks te maken krijgen. Zowel op de parketten als bij de gerechten nemen de onderwerpen delictsomschrijving, telastlegging en proces-verbaal een centrale plaats in. Daarnaast zijn er nog afzonderlijke cursusdagen voor het praktijk-onderwerp telastleggingstechniek voorzien. De theorie wordt afgewisseld door praktijkstages. Voor degenen die reeds als parketsecretaris werkzaam zijn bestaat de mogelijkheid voor het volgen van diverse bij- en nascholingscursussen die eveneens door de hiervoor genoemde stichting worden verzorgd.

Ik acht het niveau van de opleidingseisen die aan de functie van parketsecretaris worden gesteld, voldoende om deze functionarissen op verantwoorde wijze binnen door het openbaar ministerie bepaalde specifieke grenzen een beslissing over het aanbieden van een transactie dan wel het uitreiken van een dagvaarding te laten nemen.

Ik hoop uw vraag met het voorgaande voldoende te hebben beantwoord.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven