nr. 86
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het uit hoofde van verordening
(EG) nr. 2100/94 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 1994 inzake
het communautaire kwekersrecht (PbEG L 227) noodzakelijk is om in de Zaaizaad-
en Plantgoedwet en de Wet op de economische delicten inbreuken op communautaire
kwekersrechten strafbaar te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 96, eerste en tweede lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet
wordt na de woorden «vierde lid,» telkens toegevoegd: artikel
13, tweede lid, artikel 17, eerste en tweede lid, en artikel 18, derde lid,
van verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli
1994 inzake het communautaire kwekersrecht (PbEG L 227).
ARTIKEL II
Aan artikel 1, onder 3, van de Wet op de economische delicten wordt na
de alinea beginnende met de woorden de Zaaizaad- en Plantgoedwet, toegevoegd:
de verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli
1994 inzake het communautaire kwekersrecht (PbEG L 227), de artikelen 13,
tweede lid, 17, eerste en tweede lid en 18, derde lid.
ARTIKEL III
1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst indien de artikelen II, III
en IV van de wet van 26 juni 1996 tot goedkeuring van de op 19 maart 1991
te Genève tot stand gekomen herziening van het Internationaal Verdrag
tot bescherming van kweekprodukten (Trb. 1992, 52), alsmede wijziging van
de Zaaizaad- en Plantgoedwet (Uitvoeringswet UPOV 1991) (Stb. 1996, 398) dan
in werking zijn getreden.
2. Indien de artikelen II, III en IV van de wet van 26 juni 1996 tot goedkeuring
van de op 19 maart 1991 te Genève tot stand gekomen herziening van
het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten (Trb. 1992,
52), alsmede wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet (Uitvoeringswet UPOV
1991) (Stb. 1996, 398), op de dag van uitgifte van het Staatsblad waarin deze
wet wordt geplaatst nog niet in werking zijn getreden, treedt zij tegelijkertijd
met vorengenoemde artikelen in werking.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,