24 776
Overgangs- en invoeringsrecht voor de totstandkoming van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen)

nr. 94b
MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 24 februari 1997

Van de zijde van de Kamer zijn met betrekking tot twee onderdelen van dit wetsvoorstel vragen gesteld. Ik moge deze vragen als volgt beantwoorden.

De leden van de PvdA-fractie vragen of het overgangsartikel, waarin de Wet BOL wordt gewijzigd, alleen geldt voor bestaande vutters of ook voor toekomstige vutters. Tevens vragen zij hoe dit probleem wordt opgelost als in de toekomst de overhevelingstoeslag komt te vervallen.

Het overgangsartikel waar de leden van de PvdA-fractie aan refereren (artikel LIV van het wetsvoorstel) heeft alleen betrekking op bestaande vutters. Zij zouden immers als gevolg van de verlaging van de overhevelingstoeslag een inkomensachteruitgang ondervinden. Toekomstige vutters zijn op het moment van invoering van de Pembawetsvoorstellen nog werknemer. De inkomenseffecten die werknemers zouden hebben zijn gerepareerd door middel van een omvangrijk pakket maatregelen. Daarnaast wordt per 1 januari het restant van de overhevelingstoeslag afgeschaft. Het loon van werknemers wordt ter compensatie van die afschaffing gebruteerd. Op het moment dat werknemers na invoering van de Pembawetsvoorstellen vut-gerechtigd worden treedt geen inkomenseffect op als gevolg van Pemba noch van de afschaffing van de overhevelingstoeslag. Na invoering van Pemba is de WAO-premie immers een werkgeverspremie geworden, zodat deze premie geen invloed meer heeft op het inkomen bij de overgang van werknemer naar vut-gerechtigde. Daarnaast is het loon van de werknemer gebruteerd, hetgeen automatisch doorwerkt in de hoogte van de vut-uitkering.

De leden van de D66-fractie constateren dat de doventolk en de blindengeleidehond naar VWS worden overgeheveld en betaald worden via een subsidieregeling van de ziekenfondsraad. Zij vragen welk bedrag uit het Aof wordt overgeheveld ten einde deze subsidieregeling te bekostigen.

Naar huidige raming is met de genoemde voorzieningen een bedrag van circa 4 miljoen gemoeid. Dit betekent dat de uitgavenramingen in de SZ-sector en de Zorg-sector met dit bedrag zullen worden bijgesteld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F. H. G. de Grave

Naar boven