nr. 90
GEWIJZIGD VOORSTEL WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is de positie en
taken van de in de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening genoemde adviesorganen
te heroverwegen in het licht van het rapport Raad op Maat, alsmede in het
licht van hetgeen in Richtlijn 92/26/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen
betreffende de indeling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PbEG L
113), inzonderheid artikel 2, eerste lid, daarvan, is geregeld ten aanzien
van de afleverstatus van geneesmiddelen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de Geneesmiddelenvoorziening wordt als volgt gewijzigd:
A
Het derde lid van artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
a. de eerste volzin wordt vervangen door:
Het College ter beoordeling van geneesmiddelen, genoemd in artikel 29,
eerste lid, besluit bij de inschrijving in het in artikel 3, eerste lid, bedoelde
register tevens, welke geneesmiddelen, indien het belang van de volksgezondheid
zulks vordert, uitsluitend door de in het eerste lid, onder a, bedoelde personen,
en uitsluitend op recept mogen worden afgeleverd. Bij ministeriële regeling
worden de criteria vastgesteld die door het College bij het besluit in acht
worden genomen. Tevens wordt bij ministeriële regeling bepaald in welke
bijzondere omstandigheden een geneesmiddel waarop de eerste volzin toepassing
heeft gevonden, zonder recept kan worden afgeleverd. Van het besluit van het
College wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Ieder jaar
zendt het College aan Onze Minister naar de stand per 1 april van dat jaar
een lijst van alle geneesmiddelen waarop de eerste volzin toepassing heeft
gevonden.
b. in de tweede volzin vervalt «b en», en wordt «in
die artikel-onderdelen» vervangen door: in dat artikel-onderdeel.
B
Artikel 6, achtste lid, vervalt.
C
Artikel 27 vervalt.
D
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid vervalt.
2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid.
3. In het derde lid (nieuw) wordt «in de voorgaande leden genoemde
commissies» vervangen door: in het eerste lid bedoelde commissies.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt «in de voorgaande leden bedoelde
commissies» vervangen door: in het eerste lid bedoelde commissies.
E
Van artikel 29, eerste lid, vervalt de laatste volzin.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip,
dat per onderdeel verschillend kan zijn.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,