24 571
Gemeentelijke herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden-Brabant, Breda en Westelijk Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden Zuidoost-Brabant en 's-Hertogenbosch

nr. 268c
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT1

Vastgesteld 10 juli 1996

De memorie van antwoord gaf de leden van de CDA-fractie nog aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

Deze leden dankten de staatssecretaris voor de memorie van antwoord doch waren van mening dat afziende van verschillen van mening bepaalde vragen niet beantwoord zijn. Zij benadrukten echter te hechten aan een zorgvuldige schriftelijke voorbereiding van het wetsvoorstel.

Gevraagd was een overzicht van gemeenten met meer dan 7500 inwoners die hun zelfstandigheid inleveren. Dat overzicht is gegeven, overigens inclusief gemeenten die door overname groeien zoals Breda en Tilburg. Ook was gevraagd naar de knelpunten binnen de op te heffen gemeenten. De staatssecretaris is daar niet op ingegaan en vermeldt dat de provincie al voorstellen had gedaan of dat de gemeenten zelf al voorstellen hadden gedaan. Maar deze voorstellen zijn in gang gezet met name door aandringen van de regering. Wil de staatssecretaris toch de knelpunten benoemen?

Ten aanzien van het wetenschappelijk onderzoek was gevraagd om de verschillende bevindingen weer te geven. Ten dele (De Zeeuw, Herwijer) is dat gebeurd, doch voor een ander deel niet of nauwelijks. De leden hier aan het woord herhaalden derhalve hun vraag en lieten weten een zorgvuldige weergave op prijs te stellen.

Gevraagd was om, van gemeenten groter dan 7 500 inwoners die hun zelfstandigheid verliezen, aan te geven waaruit een eventuele «wenselijkheid van versterking van het bestuur» is gebleken.

De leden van de CDA-fractie hadden geen antwoord gekregen op die vraag.

Gevraagd was naar een operationalisering van het begrip draagvlak.

De staatssecretaris noemt de factoren «kwetsbaarheid», «ligging» en «relatie met buurgemeenten». Er is geen operationalisatie gegeven omdat ook deze begrippen een operationalisatie vergen. Deze leden nodigden de staatssecretaris uit alsnog deze vraag te beantwoorden, opdat de plenaire behandeling beter voorbereid is.

Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

J. Th. J. van den Berg

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Postma (CDA), Holdijk (SGP), Van Dijk (CDA), Staal (D66), Van den Berg (PvdA), voorzitter, De Beer (VVD), Batenburg (AOV), Rensema (VVD), Schoondergang-Horikx (GL), Grewel (PvdA), Hendriks, Bierman, Wiegel (VVD), De Wit (SP) en Hirsch Ballin (CDA).

Naar boven