nr. 117
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Destructiewet
zodanig te wijzigen dat de verwerkingsbedrijven voor hoog-risico-materiaal
zelf de mogelijkheid hebben om voor het ophalen van hoog-risico-materiaal
aan de natuurlijke personen en rechtspersonen die hoog-risico-materiaal in
de vorm van gestorven landbouwhuisdieren aanbieden een vergoeding in rekening
te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 21 van de Destructiewet komt te luiden:
Artikel 21
1. De ondernemers kunnen aan de natuurlijke personen en rechtspersonen
die hoog-risico-materiaal als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, aanbieden
een vergoeding in rekening brengen ter zake van het ophalen van dat hoog-risico-materiaal.
De totale opbrengst van de vergoedingen overschrijdt de werkelijke kosten
van het ophalen niet.
2. De werkelijke kosten worden berekend als volgt: de op jaarbasis door
de ondernemers te maken kosten van het ophalen van het hoog-risico-materiaal,
bedoeld in het eerste lid, verminderd met de waarde daarvan voorafgaand aan
verwerking en de helft van de winst van de ondernemers op de verwerking van
dit materiaal.
3. De tariefstelling en wijzigingen daarvan behoeven jaarlijks goedkeuring
van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij. Deze goedkeuring wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.
4. De ondernemer verschaft desgevraagd alle noodzakelijke informatie aan Onze Minister ten behoeve van de goedkeuring, bedoeld in het derde
lid. Deze informatie gaat vergezeld van een verklaring omtrent de betrouwbaarheid
van de informatie, opgesteld door een accountant als bedoeld in artikel 393,
eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,