nr. 116a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1
Vastgesteld 13 december 1995
Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de CDA-fractie
aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.
De Raad van State heeft gewezen op het gevaar van precedentwerking, dat
uitgaat van een belastingfaciliteit ten gunste van één bedrijfstak.
Er bestaat al enkele jaren een faciliteit als deze, zonder dat feitelijk van
een precedentwerking sprake is.
Hoewel het doel en de bedrijfstak de sympathie hebben van de CDA-fractie
wordt volgens deze fractie anderzijds de faciliteit wat willekeurig. Hoeveel
Nederlanders werken in de zeescheepvaart, hoeveel fiscale faculteit wordt
aan de sector gegeven, en hoeveel Nederlanders werken in het internationale
transport over de weg, en hoeveel fiscale faciliteit wordt aan deze sector
gegeven? Willen de bewindslieden nog eens uiteenzetten waarom deze faciliteit
de instemming van Europese regelgeving kan hebben? Deze leden zeiden zich
erover te hebben verbaasd dat als alternatieve grondslag wordt voorgesteld
de scheepstonnage. Als de winst forfaitair wordt vastgesteld, als het produkt
van tonnage en een forfaitair bedrag, dan is de winstbelasting toch een simpele
accijns geheven naar hoeveelheid geworden? Of hadden zij het wetsvoorstel
niet goed begrepen, gegeven de uiterst korte tijd welke beschikbaar was voor
bestudering?
De memorie van toelichting (Kamerstukken Tweede Kamer, 24 482, nr.
3, blz. 2) noemt de grondslag «een bedrag per netto ton».
Is de consequentie niet dat dan dit deel van inkomsten-/vennootschapsbelasting
voortaan zal worden gepresenteerd onder de zgn. kostprijsverhogende belastingen?
Wordt zeer principieel geen spanning gecreëerd in die zin dat forfaitair
een winst wordt vastgelegd, terwijl de winstbelasting een residu hoopt te
belasten? Waarom is gekozen voor een termijn van 10 jaar, waarop men zich
bij de keuze van de grondslag vastlegt?
Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de
commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende
voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Boorsma
De griffier van de commissie,
Hordijk
XNoot
1Samenstelling: Boorsma (CDA) (voorzitter), De Boer (Groen- Links), Van
Dijk (CDA), Stevens (CDA), Schuyer (D66), Hilarides (VVD), Rensema (VVD),
Van den Berg (SGP), Wöltgens (PvdA), Ter Veld (PvdA), De Haze Winkelman
(VVD).