nr. 110c
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 1995
Bij de behandeling van de Nota «Een wereld in geschil» in
de Kamer op 20 april 1994 antwoordde ik op opmerkingen van de heer Van Dijk,
dat ik in gesprek was met vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven
naar aanleiding van hun verzoek om een nauwere betrokkenheid daarvan mogelijk
te maken bij de Nederlandse hulpverlening. Een model hiertoe voor één
voorbeeldland, Zimbabwe, had ik toen juist ontvangen. Bij vervolggesprekken
met het bedrijfsleven werd de afspraak gemaakt, dat het overleg niet zou worden
gevoerd aan de hand van een vooraf geheel uitgewerkt beleidsdocument van het
bedrijfsleven, maar een meer procesmatige benadering zou worden gevolgd, waarbij
in nauw overleg met de betrokken partijen gezocht zou worden naar mogelijke
terreinen van samenwerking.
Gaarne informeer ik u thans nader over de stand van zaken.
Het model van het bedrijfsleven van vorig jaar stuur ik u hierbij ter
informatie toe1;
het noemt vier terreinen waarop nieuwe vormen van samenwerking denkbaar
zijn: herstructurering van parastatale organisaties, ondersteuning van het
proces van landhervorming en verbetering van de toegang tot financiering in
vreemde valuta.
Tenslotte wordt ondersteuning voorgesteld van de werkgeversorganisatie
in Zimbabwe met een eenheid voor het formuleren van projectvoorstellen voor
buitenlandse steun.
In samenwerking met een vertegenwoordiger van het Nederlandse bedrijfsleven
in Harare ontplooit de Ambassade thans een aantal initiatieven om te komen
tot een inventarisatie van knelpunten, prioriteiten en mogelijkheden voor
ondersteuning bij de ontwikkeling van de particuliere sector van Zimbabwe.
De door het bedrijfsleven genoemde opties komen daarbij nadrukkelijk aan de
orde: in de sfeer van commercialisering dan wel privatisering van staatsbedrijven
was reeds een vijfjarenprogramma in gang gezet van de Zimbabweaanse PTT met
assistentie van een Nederlandse consultantsfirma, terwijl een
studie in voorbereiding is naar commercialisering van de Postspaarbank en
de mogelijkheden van introductie van een giraal betaalsysteem.
Met betrekking tot het proces van landhervorming werd de Land Tenure Commission
naar Nederland uitgenodigd, onder meer om kennis te nemen van de Nederlandse
landinrichting en -registratie; het door deze Commissie gemaakte rapport is
nog niet behandeld in het Zimbabweaanse parlement.
Toegang tot krediet in vreemde valuta en ondersteuning van projectformulering
van bedrijven maken deel uit van een studie naar bestaande faciliteiten voor
kleine bedrijven en verbeteringen die daarin mogelijk zijn; deze studie is
thans gaande.
Om het bedrijfsleven van nabij inzicht te geven in de bilaterale samenwerking,
heb ik het uitgenodigd een waarnemer af te vaardigen naar het Beleidsoverleg
met Zimbabwe in oktober 1994.
Voorts is door de Nederlandse Ambassade in Harare een aantal bijeenkomsten
met lokale ondernemers georganiseerd om meer bekendheid te geven aan de Nederlandse
belangstelling voor ontwikkeling van de particuliere sector en om beter inzicht
te krijgen in prioriteiten en knelpunten op dit gebied. Daaruit is tot nu
toe naar voren gekomen dat de belangrijkste problemen zich voordoen bij financiering,
training en de institutionele omgeving.
In de eerste plaats vormen de vigerende rentetarieven van 30% en meer
een hoge drempel voor startende ondernemers; verbetering hiervan is afhankelijk
van de voortgang van de uitvoering van het structurele aanpassingsprogramma,
in het geval van Zimbabwe is dit vooral gericht op het terugdringen van de
financieringsbehoefte van de overheid. Een ander knelpunt in de financiële
sfeer is het gebrek aan informatie bij kleine bedrijven over bestaande kredietfaciliteiten.
Ten tweede werd aangevoerd dat het algemene opleidingsniveau in Zimbabwe
naar verhouding hoog is, maar de mogelijkheden voor het verkrijgen van diverse
vaardigheden, vereist voor een behoorlijke bedrijfsvoering, beperkt zijn.
Tenslotte werken overheidsdiensten en service-organisaties nog onvoldoende
efficiënt en ondernemersgericht.
Bij de beoordeling van mogelijkheden van Nederlandse steun met betrokkenheid
van het bedrijfsleven bestaat overeenstemming dat bij de identificatie van
activiteiten de vraag aan Zimbabweaanse kant hoofduitgangspunt is en dat interventies
een voorwaardenscheppend karakter hebben; bevordering van werkgelegenheid
is in dit kader een centraal motief.
Steun aan de particuliere sector neemt reeds vele jaren een belangrijke
plaats in in de ontwikkelingssamenwerking met Zimbabwe. Zo heeft Nederland
met importsteun in de jaren '80 bijgedragen om de bestaande produktiecapaciteit
van de private industriële sector in stand te houden. Daarnaast is het
programma voor plattelandsontwikkeling behalve op werk en inkomen in de agrarische
sector ook gericht op off farm employment.
Als gevolg van de Herijkingsexercitie is het opstellen van landen- en
regiobeleidsplannen verschoven. Bij de opzet van het nieuwe plan voor Zimbabwe
zal met het bovenstaande rekening worden gehouden.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
J. P. Pronk