24 345
Regels met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap N.V. RBB (Wet privatisering RBB)

nr. 213a
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 1996

Op 13 februari jl. is door de Tweede Kamer het voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap N.V. RBB (Wet Privatisering RBB) aangenomen. Inmiddels is het wetsvoorstel door Uw Kamer ontvangen en naar ik heb begrepen ook in behandeling genomen.

Omdat door mij gestreefd wordt naar een privatisering van de RBB op 1 juli 1996, lijkt voor de behandeling voldoende tijd aanwezig. De realiteit is evenwel dat ik bij de bepaling van het tijdstip van indiening van het wetsvoorstel bij het parlement ermee rekening heb moeten houden dat het wetsvoorstel reeds geruime tijd voor 1 juli 1996 in werking zal moeten treden. Dit in verband met de procedure van overgang van het personeel naar de nieuwe onderneming. Artikel 5, vijfde lid van het wetsvoorstel koppelt namelijk de termijn van 6 weken die het personeel wordt geboden om bezwaren tegen de overgang in te dienen aan het tijdstip van inwerkingtreding van de wet. Het is derhalve van belang dat de Wet privatisering RBB ten minste 6 weken vóór de privatiseringsdatum van 1 juli 1996 in het Staatsblad kan worden geplaatst (i.c. half mei). Dit is echter alleen mogelijk indien Uw Kamer het wetsvoorstel tijdig afhandelt. Gelet op de privatiseringsdatum zou dit omstreeks 1 mei 1996 het geval dienen te zijn.

Gegeven het feit dat Uw Kamer het wetsvoorstel reeds in behandeling heeft genomen en het project wat dit betreft op schema is, acht ik het niet nodig om bij Uw Kamer aan te dringen op spoed. De indruk dat de tijd voor behandeling ruim bemeten zou zijn, is echter niet juist en hoop ik met het vorenstaande te hebben weggenomen.

Een korte aanhouding of vertraging in de procedure van behandeling zou er al toe kunnen leiden dat de privatiseringsdatum van 1 juli in gevaar komt. Wellicht mag ik Uw aandacht hiervoor vragen.

U kunt er op rekenen dat van mijn zijde alles gedaan zal worden om een vlotte afhandeling van het wetsvoorstel te realiseren.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven