24 146
Wijziging van de Wet Fonds economische structuurversterking

nr. 36a
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN1

Vastgesteld 21 november 1995

Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

De leden van de VVD-fractie hadden met belangstelling kennis genomen van bovengenoemd wetsvoorstel. Zij hadden geen behoefte wederom in te gaan op de bezwaren tegen de wettelijke instelling van dit fonds, maar beperkten zich tot de onderhavige novelle. Het blijft immers noodzakelijk voldoende middelen vrij te maken voor grootschalige infrastructurele projecten ter versterking van onze economische structuur. Binnen het geheel van de overheidsuitgaven is een verschuiving nodig van consumptieve uitgaven naar investeringen in infrastructuur. De instelling van het Fonds economische structuurversterking (FES) moet de invoering van een kapitaaldienst niet in de weg staan, aldus de hier aan het woord zijnde leden. De voeding van het fonds omvat nog een aantal onduidelijkheden. Zo is het nog steeds onbekend hoe het zal aflopen met de zgn. common area-middelen. Hoe is de stand van zaken wat betreft de internationale arbitrage procedure? De verplichting om alle ontvangsten uit het vervreemden van staatsdeelnemingen aan het FES toe te voegen is komen te vervallen. De aan het woord zijnde leden zeiden er vanuit te gaan dat alle dergelijke opbrengsten worden aangewend hetzij voor het FES, hetzij voor reductie van de staatsschuld. Kan de minister dit bevestigen?

Op basis van de nieuwe criteria is het mogelijk dat er bijdragen worden verstrekt voor bodemsanering in binnensteden bij omvangrijke bouwprojecten.

Zit hier niet het gevaar in dat deze bijdragen nu ten laste van het FES komen, terwijl het eigenlijk gaat om uitgaven die uit de reguliere rijksbegrotingen zouden moeten komen?

De leden van de CDA-fractie wilden nog de volgende vragen stellen.

– Waarom wordt er een Wijzigingswet ingediend als de wet zelf nog niet is vastgesteld?

– Hoe staat het met de financiering van het FES, met name waar het gaat om de zgn. «common area-gelden»?

– Is het constitutioneel juist dat er een begroting FES bestaat terwijl het wetsvoorstel tot instelling daarvan nog steeds niet is vastgesteld?

– Waarom is er eigenlijk een FES nodig naast de bestaande begroting?

De leden van de fractie van GroenLinks sloten zich bij deze vragen aan.

De leden van de D66-fractie hadden met belangstelling kennis genomen van het gewijzigde wetsvoorstel. Hoewel deze leden de nadelen van fondsvorming in het algemeen zeiden te onderkennen, accepteerden zij de argumentatie van het kabinet, mede met het oog op de bredere discussie over de begrotingssystematiek en de rol van de kapitaaldienst hierin. Wel zagen zij hierin reden om een horizonbepaling in de wet op te nemen. Dit voorkomt een automatisch voortbestaan van het fonds ook na gewijzigde omstandigheden. Graag hierop een reactie van de ministers.

De leden van de fractie van D66 toonden zich tevreden over de mogelijkheid van financiering van groen en bodemsanering uit het fonds. De criteria zijn in de ogen van deze leden echter wel nogal vaag en ruim. Dit stelt hogere eisen aan de controle van de kant van de Tweede Kamer en aan de rapportage van de ministers. Hoe denken de ministers deze rapportage vorm te geven?

De leden van de fractie van GroenLinks zeiden het te betreuren dat het FES geen fonds voor duurzame ontwikkeling is, naar naam en naar inhoud.

De voorzitter van de commissie,

Hilarides

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Pit (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van Dijk (CDA), Stevens (CDA), Hilarides (VVD), (voorzitter), Staal (D66), J. van Leeuwen (CDA), Schoondergang-Horikx (GL), Van den Berg (SGP), Loudon (VVD), Ketting (VVD), Bierman.

Naar boven