24 062
Goedkeuring van het op 4 november 1988 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI)

nr. 143
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1

Vastgesteld 13 december 1995

Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de CDA-fractie aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

De regering zegt «terughoudend» te zullen omgaan met gebruik van de mogelijkheden tot limitering van aansprakelijkheid op grond van artikel 6:10 BW. Als motivering voert zij aan dat limitering niet zo goed past bij slachtofferbescherming. Betekent dit dat op die gebieden en/of in die gevallen waarin uit hoofde van slachtofferbescherming geen bezwaar tegen limitering bestaat geen terughoudendheid wordt betracht? Is met het oog op deze motivering terughoudendheid al niet voldoende betracht wanneer de limiet (mede) wordt afgesteld op de gebruikelijke behoefte van slachtoffers op enig specifiek gebied?

Toelating van limitering in het vervoersrecht is volgens de regering nodig om twee redenen: i) gevaar voor de Nederlandse concurrentiepositie en ii) aanzuigende werking om juist Nederlandse belangen c.q. betrokkenen aan te spreken waar aansprakelijkstelling in het buitenland wel op limitering zou stuiten.

De leden van de CDA-fractie zeiden deze redenering goed te kunnen volgen. Zij wezen er echter op dat ook op andere terreinen zich situaties ontwikkelen die, gemeten naar evenbedoelde criteria, limitering rechtvaardigen, zo niet in toenemende mate nodig maken. Zo lijkt het moment bereikt dat de groei van aansprakelijkheidstellingen en de stijging van uitkeringsbedragen en verzekeringspremies maken dat de beroepsaansprakelijkheid van bijvoorbeeld accountants, advocaten en artsen te boven gaat hetgeen redelijkerwijs door verzekering kan worden gedekt. Ook deze beroepsbeoefenaren werken internationaal. Kortom, is de regering bereid om aan de hand van dezelfde criteria die zij voor het vervoersrecht hanteerde ook andere gebieden voor limitering in aanmerking te laten komen, hetzij op eigen initiatief dan wel op verzoek van betrokkenen?

De voorzitter van de commissie,

Heijne Makkreel

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Heijne Makkreel (VVD) (voorzitter), Talsma (VVD), Glasz (CDA), Michiels van Kessenich-Hoogendam (CDA), Holdijk (SGP), Vrisekoop (D66), Pitstra (GroenLinks), Le Poole (PvdA), Cohen (PvdA), De Wit (SP), Hirsch Ballin (CDA), De Haze Winkelman (VVD).

Naar boven