23 909
Wijziging van de sociale zekerheidswetten in verband met de nadere vaststelling van een stelsel van administratieve sancties, alsook tot wijziging van de daarin vervatte regels tot terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen en de invordering daarvan (wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid)

nr. 114g
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 1996

In de motie van het lid Jaarsma c.s. inzake het wetsvoorstel boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid wordt de regering verzocht, vóór de inwerkingtreding van deze wet deze dan wel de relevante materiewetten zodanig te wijzigen dat bij blijvende weigering van de WW-uitkering:

– de gesanctioneerden de mogelijkheid wordt geboden op basis van artikel 81 WAO hun arbeidsongeschiktheidsverzekering te continueren gedurende de periode dat hun WW-uitkering had geduurd indien de santie niet zou zijn opgelegd

– gesanctioneerden, indien zij kunnen aantonen niet op andere wijze verzekerd of meeverzekerd te zijn voor ziektekosten, toe te laten tot de ziekenfondsverzekering.

WAO

Ingevolge artikel 81, eerste lid onder a, van de WAO zijn de bedrijfsverenigingen verplicht tot de vrijwillige verzekering toe te laten degene die hier te lande woont, en wiens verplichte verzekering is geëindigd en te wiens aanzien op grond van gebleken omstandigheden redelijkerwijze valt aan te nemen, dat onderbreking van die verplichte verzekering van korte duur zal zijn, dan wel dat het zijn bedoeling is bij geboden gelegenheid opnieuw een dienstbetrekking aan te gaan.

De laatste zinsnede betekent naar mijn oordeel dat de blijvend geheel geweigerde die beschikbaar is om arbeid te aanvaarden toegelaten dient te worden tot de vrijwillige WAO-verzekering. Daarmee is mijns inziens dan ook de motie op dit punt overbodig. De werkloze werknemer die niet beschikbaar is om arbeid te aanvaarden zal immers reeds om die reden geen recht hebben op WW-uitkering; een eventuele blijvend gehele weigering voegt daar niets aan toe.

Via het Tica zal ik de bedrijfsverenigingen vragen om bij een blijvende gehele weigering de betrokkene er op te wijzen dat de mogelijkheid van een vrijwillige WAO-verzekering bestaat.

Ziekenfondsverzekering

In het kader van de ziekenfondsverzekering zijn er 3 situaties aan de orde.

1. Een deel van de blijvend geheel geweigerden zal recht krijgen op bijstand en uit dien hoofde verplicht ziekenfondsverzekerd zijn. De bijstandsuitkering kan evenwel tijdelijk geheel geweigerd worden. Een tijdelijke onderbreking van de verplichte ziekenfondsverzekering acht ik, en met mij de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ongewenst. In het kader van de Ziekenfondswet zal dan ook een regeling worden getroffen waarbij een betrokkene tijdens een dergelijke tijdelijke weigering onder de verplichte ziekenfondsverzekering wordt gebracht. In nader overleg met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal ik een regeling treffen met betrekking tot de premiebetaling voor de betreffende periode.

2. Een ander deel van de blijvend geheel geweigerden zal geen recht krijgen op bijstand doch zal kunnen «meeliften» met een wel-verzekerde partner (medeverzekering ziekenfondsverzekering).

3. Een laatste deel van de blijvend geheel geweigerden zal geen recht krijgen op bijstand noch kunnen «meeliften». Dat zal het geval zijn als de partner niet ziekenfondsverzekerd is omdat hij/zij meer verdient dan de inkomensgrens voor de Ziekenfondswet, of omdat hij/zij geen werknemer is in de zin van de Ziekenfondswet maar zelfstandige of ambtenaar.

De motie pleit er voor om leden van deze groep, indien zij kunnen aantonen, niet op andere wijze verzekerd of meeverzekerd te zijn voor de ziektekosten, toe te laten tot de ziekenfondsverzekering.

In feite wordt hiermee gepleit voor de herinvoering van een vrijwillige verzekering op grond van de Ziekenfondswet, welke vrijwillige verzekering met de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen is opgeheven. Een vrijwillige verzekering past dan ook niet binnen het systeem van de Ziekenfondswet.

Het onder de verplichte ziekenfondsverzekering brengen van de leden van deze groep door middel van uitbreiding van het Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet wordt niet overwogen. De blijvend geheel geweigerden zouden alsdan een ziekenfondsverzekering krijgen, waarvoor geen procentuele premie kan worden geheven. Er is immers geen loon of uitkering waarover die premie kan worden berekend. Een dergelijke situatie zou per individu geruime tijd kunnen duren. Het heffen van een nominale premie in plaats van een procentuele premie – zoals bijvoorbeeld bij asielzoekers – wordt afgewezen, omdat in de systematiek van de ziekenfondsverzekering die premie – van in 1996 f 6,20 per dag – niet door de individuele verzekerde wordt betaald aan het ziekenfonds, maar door de uitkerende instantie wordt betaald aan de Bedrijfsvereniging voor Overheidsdiensten. In de onderhavige situatie is die systematiek niet toepasbaar. Voorts merk ik op dat naar mijn oordeel een ziekenfondsverzekering niet de noodzakelijke vorm van een ziektekostenverzekering vormt voor degenen die een partner hebben met een inkomen boven de ziekenfondsgrens of wier partner rijksambtenaar is. Deze laatsten krijgen een tegemoetkoming in de ziektekosten via de partner (Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel).

Tenslotte merk ik op dat er al een regeling bestaat op grond waarvan de hier bedoelde groep toegang kan krijgen tot een ziektekostenverzekering: de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen.

Een ziektekostenverzekeraar is namelijk op een desbetreffend verzoek verplicht een verzekeringsovereenkomst te sluiten met personen die hier te lande woonachtig zijn en die, onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop de verzekeringsovereenkomst volgens dat verzoek moet ingaan, ingevolge de Ziekenfondswet verzekerd zijn (artikel 2 Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen). Deze verzekeringsovereenkomst biedt een dekking die in grote lijnen overeenstemt met het ziekenfondspakket. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik menen dat met deze mogelijkheid en de andere mogelijkheden tot het afsluiten van een particuliere ziektekostenverzekering er een voor de hier bedoelde groep adequate oplossing bestaat.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

R. L. O. Linschoten

Naar boven