Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 1994-1995 | 23910-(R1515) nr. 264a |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 1994-1995 | 23910-(R1515) nr. 264a |
Vastgesteld 30 mei 1995
Het voorbereidend onderzoek gaf aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.
De leden van de fractie van D66 sloten zich van harte aan bij de complimenten die vanuit de Tweede Kamer geuit zijn voor het volhardend en creatief onderhandelen van Nederlandse zijde bij het tot stand brengen van dit verdrag.
De uitgebreide toelichting geeft een goed inzicht in de geschiedenis en de vele hindernissen die moesten worden genomen. Zowel de geschiedenis als de jongste gebeurtenissen in Japan geven aan hoe noodzakelijk het is dat dit verdrag ook werkelijk wereldwijd door de respectievelijke regeringen en parlementen wordt gedragen.
Inwerking treden van dit verdrag
Tot nu toe hebben 28 parlementen goedkeuring verleend, terwijl 65 landen nodig zijn voor het inwerking treden. Deze leden vroegen daarop:
1. In hoeveel landen is op dit moment implementatiewetgeving, vergelijkbaar met de Nederlandse invoeringswet, in parlementaire behandeling?
2. Behoren daartoe in ieder geval de 34 landen die lid zijn van de Raad van Europa? Met name het Verenigd Koninkrijk en Turkije?
3. Wanneer verwacht de regering dat alle 65 landen zo'n procedure zullen hebben doorlopen en goedgekeurd?
In de Tweede Kamer is terecht veel nadruk gelegd op de noodzaak financiële steun aan het GOS te geven ten behoeve van het vernietigen van de grote voorraden chemische wapens. In het verlengde daarvan deze vraag:
4. Bezitten de voormalige Oostbloklanden, thans Oosteuropese landen als b.v. Hongarije, Polen, Servië en de Baltische staten chemische wapens? Zo ja, zijn zij in staat zonder financiële steun tot vernietiging over te gaan?
De leden van deze fractie begrijpen dat het in het licht van dit verdrag noodzakelijk kan zijn woningen te betreden zonder toestemming van de bewoner.
5. Kan de regering toelichten wat de noodzaak is van het verschil in de uitvoeringswet artikel 10 lid 2 waar de tekst stelt dat: de toezichthoudende ambtenaren bevoegd zijn met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner, terwijl artikel 13 lid 4 luidt: het internationale inspectieteam, vergezeld door het begeleidingsteam is bevoegd om zonder machtiging een woning binnen te treden. De noodzaak van het verschil tussen beide artikelen is de leden van de fractie niet duidelijk.
6. Is de regering het met de leden van de fractie van D66 eens dat ratificatie en implementatie van dit verdrag een uiting is van «good governance»?
Is zij derhalve voornemens bij bilaterale contacten met die landen waarmee Nederland een OS-relatie heeft ratificatie en implementatie te bepleiten?
Vertrouwende dat bovenstaande vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Samenstelling:
Buitenlandse Zaken Van Gennip (CDA), Steenkamp (CDA), R. Zijlstra (CDA), Baarveld-Schlaman (PvdA) (voorzitter), Tummers (PvdA), Gelderblom-Lankhout (D66), Tiesinga-Autsema (D66), Van Boven (VVD), Verbeek (VVD), mw. Bolding (GroenLinks), Barendregt (SGP), Schuurman (RPF), Veling (GPV).
Economische Zaken Coenemans (CDA), Vermaat (CDA), Van Velzen (CDA), Pit (PvdA), K. Zijlstra (PvdA), Mertens (D66), Staal (D66), Hilarides (VVD), Verbeek (VVD) (voorzitter), Pitstra (GroenLinks), Barendregt (SGP), Schuurman (RPF), Veling (GPV).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-19941995-23910-264a.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.