nr. 198c
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 1995
Tijdens de behandeling van de defensiebegroting op 2 mei jl. heb ik naar
aanleiding van een vraag van de heer Van Gennip (CDA) inzake de financiering
van vredesoperaties toegezegd nadere informatie te geven. Met deze brief doe
ik deze toezegging gestand.
Uitgaven en ontvangsten vredesoperaties
In het kader van vredesoperaties worden twee soorten uitgaven onderscheiden,
te weten de VN-contributies en de zogenaamde additionele uitgaven. De VN-contributies
betreffen het Nederlandse aandeel (1,5%) in de VN-uitgaven voor vredesoperaties.
De additionele uitgaven zijn extra uitgaven, die Defensie moet doen als gevolg
van de deelname aan vredesoperaties en die niet reeds elders op de defensiebegroting
worden verantwoord.
Bij vredesoperaties worden drie soorten ontvangsten onderscheiden. Ten
eerste de bijdrage van Ontwikkelingssamenwerking voor de VN-contributies voor
vredesoperaties in ontwikkelingslanden. Voorts wordt voor de Nederlandse deelname
(tot mei 1995) aan de operatie MFO-Sinaï een vergoeding van twee miljoen
gulden op jaarbasis ontvangen. Tenslotte worden van de VN vergoedingen ontvangen
voor de Nederlandse deelname aan vredesoperaties.
Systematiek van VN-financiering
De VN financiert de vredesoperaties uit de ontvangen contributies voor
vredesoperaties. Aangezien veel lidstaten de contributies niet tijdig of niet
volledig betalen, heeft de VN te weinig liquide middelen om alle vergoedingen
tijdig te betalen.
Daarmee rekening houdend hanteert de VN een zekere prioriteitsstelling
bij de betalingen van vergoedingen. De in het operatiegebied ingediende claims worden het eerst betaald, gevolgd door de vergoedingen voor
personeel. De vergoedingen voor materiaal worden het laatst betaald.
De vergoedingen voor personeel, bestaande uit een basisvergoeding van
US$ 988 per militair per maand, worden ongevraagd door de VN betaald. Voor
de vergoedingen voor materieel moeten daarentegen zeer complexe en gedetailleerde
claims worden ingediend. Deze vergoeding bestaat uit een gebruiksvergoeding
op basis van een waardebepaling door de VN van het ingezette materieel bij
de ontplooiing in het operatiegebied en bij terugkeer naar Nederland.
De ervaring van de afgelopen jaren heeft geleerd dat de vergoedingen voor
personeel ongeveer met een vertraging van drie tot negen maanden worden ontvangen.
Bij de vergoedingen voor materieel moet, als gevolg van de financiële
positie van de VN, rekening worden gehouden met veel meer vertraging.
Ter illustratie dient dat onlangs de eindafrekening van de operatie UNIFIL
in Libanon is ontvangen, waaraan Nederland in het begin van de jaren tachtig
heeft deelgenomen. Eind 1994 is de eerste vergoeding voor materieel voor de
operatie UNTAC in Cambodja ontvangen.
Financieel overzicht
Zowel de uitgaven als de ontvangsten van vredesoperaties worden op de
defensiebegroting verantwoord op een speciaal artikel 08.02 «Vredesoperaties».
De VN-contributies worden sinds 1991 op de defensiebegroting verantwoord
en hebben een explosieve groei doorgemaakt als gevolg van de operaties UNTAC
in Cambodja, UNOSOM in Somalië en UNPROFOR in het voormalige Joegoslavië.
Met VN-contributies zijn voor Nederland de afgelopen jaren de volgende uitgaven
(in miljoenen guldens) gemoeid:
1991 | 1992 | 1993 | 1994 |
---|
21,1 | 59,2 | 61,3 | 75,4 |
Onderstaand wordt een overzicht van de uitgaven en ontvangsten (in miljoenen
guldens) gegeven voor de operaties vanaf 1992 tot 1995, waaraan door Nederlandse
eenheden is deelgenomen. Bij het vergelijken van de uitgaven en ontvangsten
moet onderscheid gemaakt worden tussen de VN-gefinancierde operatie, waardoor
VN-vergoedingen worden ontvangen en de overige operaties. Voor de Nederlandse
deelname aan de operatie Deny Flight, de maritieme operaties op de Adriatische
Zee en de WEU-operaties op de Donau en in Mostar worden geen vergoedingen
ontvangen. De additionele uitgaven komen bij deze operaties volledig voor
rekening van het deelnemende land.
Uitgaven | 1992 | 1993 | 1994 |
---|
MFO-Sinaï | 2,5 | 2,8 | 1,9 |
UNTAC (Cambodja) | 68,2 | 76,0 | 7,3 |
UNPROFOR I (verbindingsbataljon) | 26,7 | 35,6 | 20,3 |
UNPROFOR
II (transportbataljon) | 13,4 | 52,5 | 37,4 |
UNPROFOR Dutchbat | | | 84,9 |
Maritieme operaties Adriatische Zee | 29,4 | 21,2 | |
Deny Flight | | 56,3 | 57,1 |
Overige operaties | 3,7 | 10,1 | 15,5 |
Totale additionele uitgaven | 114,5 | 262,7 | 245,6 |
Ontvangsten | 1992 | 1993 | 1994 |
MFO-Sinaï | 2,5 | 0,2 | 1,5 |
UNTAC | 3,7 | 18,7 | 12,9 |
UNPROFOR | 1,0 | 22,0 | 45,4 |
Diverse VN-operaties | | 0,4 | 0,2 |
Totale
VN-vergoedingen | 7,2 | 41,3 | 60,0 |
Uit bovenstaande gegevens zijn nog geen definitieve conclusies te trekken,
daar tot op heden slechts vergoedingen voor materieel van de VN zijn ontvangen
voor UNTAC en UNPROFOR I.
Ontwikkelingen op het terrein van VN-financiering
Defensie heeft sinds een aantal jaren een vertegenwoordiging bij de Nederlandse
Permanente vertegenwoordiging bij de VN in New York. Deze vertegenwoordigers
hebben een katalyserende functie bij het indienen van de claims en het onderhouden
van contacten met de VN hierover. Op deze wijze wordt het maximaal mogelijke
bij de VN geclaimd voor de Nederlandse deelname aan vredesoperaties.
Binnen de VN wordt, in overleg met de troepenleverende landen, een nieuwe
vergoedingssystematiek ontwikkeld, gebaseerd op een standaardprijs per eenheid
per jaar. Dit systeem zal de complexe administratieve procedures vereenvoudigen,
waardoor de financiële consequenties voor alle betrokkenen (reeds vooraf)
duidelijk zullen zijn. Nederland is op verzoek van de VN actief bij de totstandkoming
van dit systeem betrokken.
De Minister van Defensie,
J. J. C. Voorhoeve