nr. 198
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR DEFENSIE1
Vastgesteld 10 februari 1995
Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de fractie van GroenLinks
in dit stadium aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en
vragen.
Massavernietiging
1. In hoofdstuk 1.7.1 (p. 12) wordt geschreven over nucleaire wapenbeheersing.
De Nederlandse atoomtaken worden niet genoemd.
Liggen er nog steeds kernwapens op de vliegbasis Volkel? Zo ja, waarom?
2. Wat is de positie van de Nederlandse regering met betrekking tot verlenging
van het Non-Proliferatie Verdrag? (1.7.1 p. 12)
3. Onder 1.2.2 wordt vermeld dat de NAVO bezig is met het inventariseren
van militaire en technologische risico's verbonden aan de verspreiding van
massavernietigingswapens.
Dit in verband met bescherming tegen aanvallen van ballistische raketten.
Bovendien doet Nederland ook al mee aan de voortzetting van het Amerikaanse
«Star Wars» project (onder de omschrijving «Theatre Missile
Defence») (zie p. 17 van WEU-rapport Document 1435 van 09.11.1994 «Transatlantic
Co-operation on European antimissile defence»). In de VS zijn deze plannen
controversieel bevonden, omdat ze naar de mening van de Federation of American
Scientist (zie «Back to the Arms Race, New York Times 25.10.1994»)
in strijd met het ABM-verdrag zouden zijn. Deelt de Nederlandse regering deze
mening?
4. Neemt de Nederlandse regering deel aan programma's verbonden met de
Amerikaanse counterproliferation strategie, het Counter Proliferation Initiative
(zie International Defence Review 10/1994 p. 31 en Jane's Defence Weekly 03.12.1994
«Dutch Plans new CPI weapons, payloads»)?
Wapenhandel
5. In paragraaf 1.7.2 staat dat het CSE-verdrag nog steeds wordt uitgevoerd.
Wordt er in dit kader nog altijd door Nederland materieel aan Turkije en Griekenland
geleverd?
Zo ja, om welke uitrusting of wapensystemen gaat het?
6. In hoofdstuk 2.4.3.5 staat dat de Hawk luchtafweerraketten uit dienst
worden genomen. Thomson CSF zou zoeken naar een koper; aan welke landen worden
de Hawks aangeboden?
Groot materieel
7. In 1992 is de Koninklijke Luchtmacht begonnen met de aanschaf van CBU-89
clusterbommen, geschikt voor het verspreiden van onder andere landmijnen.
(zie «US Department of Defense, Defense Security Assistance Administration,
Foreign Military Sales of Anti-personnel Mines for the period FY 1983–1993»)
. Hoeveel van deze wapens zijn aangeschaft?
Onder 04.07 (gevechtssteun) wordt verwezen naar «geniemunitie»
(p. 183) : wat is dit voor munitie?
Wat valt er nog meer onder het artikelonderdeel «gevechtssteun»
in de tabel onder op (p. 181) ?
Op p. 179 wordt in verband met de ramingbijstelling verwezen naar «verstrooibare
mijnensystemen». Zijn dit dezelfde als die genoemd in bijlage 4 (punt
3.b) van de brief van de minister van Defensie aan de Tweede Kamer over de
verwerking van de bezuinigingen op de defensieuitgaven («Naar een doelmatiger
defensie-organisatie», 4 november 1994)? Zo niet, welke mijnensystemen
worden er in de begroting bedoeld?
Acht de regering de aankoop van deze wapensystemen in overeenstemming
met de door haar uitgesproken afkeur tegen het gebruik van deze wapens?
Oefenterreinen
8. Is de «behoefte inventarisatie oefenterreinen» al aangeboden?
9. Wat kost het oefen- en trainingsprogramma te Goose Bay jaarlijks? Is
dit bedrag toegenomen in vergelijking met de oorspronkelijke ramingen? Heeft
een eventueel verschil te maken met de problemen rondom de betalingstermijnen
(koersverschillen zie p. 55) ?
Inlichtingendiensten
10. Welke taken van de IDB zijn overgegaan naar de MID (p. 49, 6.3) ?
Kan een opsomming worden gegeven van de taken van de contra-inlichtingendienst?
Wat wordt verstaan onder «veiligheidsonderzoek»? Valt antecedentenonderzoek
hieronder?
Vredesoperaties
11. Is de minister bekend met het NAVO-document MC 327? Deelt hij de conclusie
van het rapport van de British American Security Information Council (NATO,
peacekeeping, and the United Nations, BASIC report 94.1, Londen 1994) dat
de NAVO-doctrine die in dat document wordt uiteengezet, geen duidelijk onderscheid
trekt tussen vrede handhaven en vrede afdwingen («peacekeeping»
en «peace-enforcement»), waardoor het essentiële verschil
tussen beide wordt uitgehold?
12. Wat zijn de «rules of engagement» waaronder de Nederlandse
militairen in voormalig Joegoslavië hun taak uitoefenen?
Is de bewapening van de Nederlandse militairen in voormalig Joegoslavië
het afgelopen jaar veranderd? Zo ja, op welke manier en waarom?
Internationale samenwerking
13. Vinden er nog steeds gezamenlijke oefeningen van Nederlandse en Turkse
troepen plaats? Wordt Turks militair personeel opgeleid in Nederland? Vindt
de minister dit een wenselijke situatie, gezien de oorlog die momenteel woedt
in het oosten van Turkije?
14. Wordt er militair personeel van niet-NAVO-leden opgeleid in Nederland?
Zo ja, uit welke landen zijn ze afkomstig?
Overig
15. Zijn er burgers in gevechtsfuncties in dienst bij de krijgsmacht?
Zo ja, op welke functies? Zijn hier extra kosten aan verbonden en zo ja, hoeveel?
16. Kan de minister mededelen of er enige reden is om te veronderstellen
dat Groot-Brittannië en Frankrijk onder het mom van peace-keeping bezig
zijn de wettige Bosnische regering te weerhouden op enigerlei wijze, bijv.
militair, stukken van hun land te heroveren? (De fractie van GroenLinks krijgt
de laatste tijd steeds meer de indruk dat Groot-Brittannië en Frankrijk
daarom met zulke grote aantallen militairen in Bosnië staan omdat ze
daarmee proberen de moslim-macht in Europa klein te houden) .
De voorzitter van de commissie,
Van Graafeiland
De griffier van de commissie,
Baljé