22 604 (R 1435)
Regels met betrekking tot octrooien (Rijksoctrooiwet 199.)

nr. 4c
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 1995

Tijdens de mondelinge behandeling van wetsvoorstel 22 604 (R 1435), dat geleid heeft tot de totstandkoming van de Rijksoctrooiwet 1995, op 13 december 1994 heb ik toegezegd een onderzoek te doen verrichten naar de mogelijkheden en wenselijkheid om aan de huidige criteria, waaraan octrooiaanvragen getoetst worden, nieuwe criteria van ethische, ecologische en maatschappelijke aard toe te voegen. Met deze brief wil ik u op de hoogte stellen van de wijze waarop ik mijn toezegging gestand denk te doen.

Beraad over het toegezegde onderzoek heeft mij ertoe gebracht over de voorgelegde vraag advies aan de Raad van State te vragen, zulks op de voet van artikel 15, tweede lid van de Wet op de Raad van State. De daartoe strekkende adviesaanvrage is onlangs aan de Raad van State voorgelegd. Uiteraard zal ik u van het verdere verloop op de hoogte houden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

Naar boven