18 986
Verhouding Rijksoverheid–NS

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 19 mei 1995

Op 2 mei 1995 heb ik in een besloten vergadering met de vaste commissie van Verkeer en Waterstaat van gedachten mogen wisselen over de voortgang van de implementatie van het Kabinetsstandpunt Wijffels.

De commissie heeft haar zorg uitgesproken over de wijze waarop de Tweede Kamer daadwerkelijk betrokken kan worden bij de beoordeling van en de besluitvorming over deze complexe materie.

Ik ga ervan uit dat ik voor het zomerreces het (omvangrijke) pakket aan contracten tussen de Staat en de NS aan de Tweede Kamer kan doen toekomen.

Ik vind het van groot belang dat de Tweede Kamer een goede beoordeling kan geven van deze documenten. Daarom doe ik enige suggesties die een rol kunnen spelen bij de wijze waarop u de materie wilt behandelen.

De documenten die u zult ontvangen betreffen de volgende onderwerpen:

– Concernstructuur NS: marktsector – taaksector, juridische vormen van organisatie en eigendomsverhoudingen, vermogensposities en bekostiging;

– Overgangscontract NS-Reizigers: tarieven, voorzieningenniveau, vervoersvoorwaarden, financiële afbouw generieke subsidies;

– NS-Cargo: nadere afspraken;

– Contracten 1995 met de taakorganisaties Railinfrabeheer, Railned en Railverkeersleiding: opgedragen taken 1995;

– Zeggenschap van de overheid over de infrastructuur: gedifferentieerd naar soorten infrastructuur (rails, stations, vastgoed, telecom, en dergelijke);

– Relatie RO-NS met betrekking tot capaciteitsmanagement, infrastructuurvoorziening en spoorwegveiligheid: opdrachtnemer – opdrachtgever, RO – N.V. NS – taakorganisaties;

– Bodemverontreiniging: plan voor beheersing en oplossing van problematiek;

– Financiële afhechting: mede op basis van nieuwe analyses en inzichten door McKinsey;

– Activiteiten 2e fase van implementatie.

Ik stel u voor dat – voorafgaand aan het politieke debat – één of meer «technische» presentaties worden gegeven door ambtenaren van Verkeer en Waterstaat, waarbij in hoofdlijnen zowel het onderhandelingsresultaat als de achterliggende redenen worden toegelicht. Voor specifieke onderwerpen waarvoor de Tweede Kamer dat wenst kunnen gedetailleerde presentaties worden gehouden. Ik stel u voor dat ook McKinsey een presentatie geeft van hun bevindingen. Vanzelfsprekend is ook de NS bereid (separaat) door u gewenste toelichtingen te geven.

Gaarne verneem ik van u of u van de hierboven geschetste mogelijkheid gebruik wilt maken en – zo ja – wanneer u dat zou schikken. Tijdens het besloten overleg van 1 juni 1995 kunnen wij hierover nader van gedachten wisselen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven