18 106
Voortgang rivierdijkversterkingen

nr. 194
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2009

In het kader van de Regeling grote projecten bied ik u hierbij, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de vijftiende Voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas aan1. De rapportage bestrijkt de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2008.

Sluitstukkaden

In de aanbiedingsbrief bij Voortgangsrapportage 14 heb ik u gemeld dat ik overeenstemming heb bereikt met de regionale partijen over een gezamenlijk uit te voeren onderzoek naar de gevolgen van de eventuele toepassing van actuele hydraulische randvoorwaarden in het Maasdal. Inmiddels is dit onderzoek afgerond.

Het is al wel duidelijk dat er een verschil zit tussen de huidige scope sluitstukkaden en datgene wat kan worden verstaan onder een hoogwaterbescherming van 1/250 per jaar van het Maasdal. Daar komt bij dat een deel van de kaden die nu niet onder de scope van het project Maaswerken valt, naar verwachting zal worden afgekeurd in het kader van de derde ronde toetsen op veiligheid (2006–2011). De Maaskaden worden voor het eerst op grond van de Wet op de waterkering getoetst op het voldoen aan de wettelijke norm 1/250 per jaar. Deze toets is op dit moment in uitvoering en over het resultaat wordt gerapporteerd in de Landelijke Rapportage Toetsen op veiligheid (2011). Dit valt samen met de geplande start van de realisatie van de sluitstukkaden, conform de huidige scope sluitstukkaden.

Met de regionale partijen ben ik op dit moment in overleg over de scope sluitstukkaden in relatie tot de hoogwaterbescherming van 1/250 per jaar van het Maasdal. Zodra ik hierover meer duidelijkheid kan geven, zal ik u daarover informeren.

Hoogwatergeul Well-Aijen

In antwoord op schriftelijke vragen van uw Kamer over de veertiende Voortgangsrapportage1 heb ik aangegeven de (beoogd) zelfrealisator Kampergeul B.V. een maand langer de tijd te geven (tot eind januari 2009) om zich definitief uit te laten over de vraag of zij tot aanleg van de hoogwatergeul overgaat, conform de tussen RWS en Kampergeul B.V. in 2006 gesloten overeenkomst. Dit betekent dat de zelfrealisator de hoogwatergeul voor eigen rekening en risico, en derhalve op voor de overheid budgettair neutrale wijze, uiterlijk eind 2015 gerealiseerd moet hebben. Ik kan u meedelen dat deze gevraagde schriftelijke verklaring door Kampergeul BV op 29 januari 2009 is afgegeven.

De Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten (RACM) heeft geconstateerd dat de omgang met de archeologische waarden in het gebied van de hoogwatergeul Well-Aijen, zoals verwoord in het selectiebesluit van 2005, op dit moment nog onvoldoende gewaarborgd is. De minister van OCW is daarom voornemens het terrein als archeologisch monument aan te wijzen in de zin van de monumentenwet en heeft Kampergeul B.V. daarvan op 4 februari 2009 in kennis gesteld. Op dit moment geldt een voorbescherming, hetgeen inhoudt dat werkzaamheden in dit terrein zonder vergunning niet zijn toegestaan. Op het moment dat overeenstemming is bereikt tussen de RACM, Kampergeul B.V. en de provincie Limburg over onder andere de planning, de duur en volgorde van de werkzaamheden, de middelen en de bevoegdheden, kan aan Kampergeul B.V. de benodigde vergunning worden afgegeven op grond van de Monumentenwet. Dit hoeft volgens de RACM geen belemmering en/of vertraging van de realisatie van de hoogwatergeul op te leveren.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Brief met kenmerk Kamerstuk 18 106, nr. 193, d.d. 22 december 2008.

Naar boven