18 106
Voortgang rivierdijkversterkingen

nr. 108
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2001

Hierbij doe ik u de 11e voortgangsrapportage inzake het Deltaplan Grote Rivieren (DGR) over het tweede halfjaar 2000 toekomen, opgesteld conform de procedureregeling grote projecten, alsmede het rapport dat de accountantsdienst van mijn Ministerie bij deze voortgangsrapportage heeft uitgebracht.1

Bij het opstellen van deze voortgangsrapportage heb ik mede gebruik gemaakt van de 13e IPO-rapportage, met als peildatum 1 oktober 2000.

Tussen 1 oktober 2000 en 31 december 2000, de peildatum van deze voortgangsrapportage, hebben zich geen ontwikkelingen gemanifesteerd die de IPO-rapportage (peildatum 1 oktober 2000) substantieel beïnvloeden. De financiële verantwoording heeft betrekking op de rijksuitgaven per 31 december 2000.

Voortgang dijkversterking per 1 oktober 2000

Van de zogenaamde eerste tranche werken waren op de peildatum van 1 oktober 2000 nog 2 projecten in uitvoering. Het dijkvak Lekdijk West / Bergambacht is veilig, ter plaatse worden in de loop van 2001 enkele praktijkproeven met de te verwijderen oude dijk uitgevoerd naar het gedrag van een dijk onder extreme condities. Met betrekking tot de bouw van de Balgstuw Ramspol is de voortgang in volle gang. Oplevering wordt eind juli 2001 voorzien.

Het aantal projecten «veilig» uit de tweede tranche werken op 1 oktober 2000, is ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage gestegen naar 83 (was 71). Ten opzichte van de vorige rapportage is het aantal projecten in uitvoering gestegen naar 34 (was 26). Het aantal (deel)projecten in voorbereiding bedraagt thans nog 27 (was 44).

Het totaal aantal onderscheiden (deel)projecten is 144 (was 141), toename is toe te schrijven aan het toevoegen van het project Sambeekse uitwatering en twee extra deelprojecten bij Hoogwatervrij maken Dongemondgebied.

Het aantal (deel)projecten uit de tweede tranche werken dat eind 2000 nog niet veilig zal zijn, bedraagt 28. Dit is met inbegrip van 10 deelprojecten, zodat het geheel overeenkomstig is met de 13e IPO-rapportage, waarin melding wordt gemaakt dat in totaal 18 projecten, 12 projecten in het rivierengebied/IJsselmeer en 6 projecten in het deltagebied, pas na eind 2000 veilig zijn.

Ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage (1 april 2000) zijn aan de lijst van projecten die na eind 2000 veilig toegevoegd:

• in het rivierengebied:

Langerak/Liesveld (juni 2001) vanwege complicaties in de uitvoering en

– drie onderdelen van het project Hoogwater vrijmaken Dongemondgebied (juli 2001) vanwege complexe voorbereiding; en

• in het deltagebied:

Hardinxveld, constructies vak 10 (februari 2001) vanwege vertraging in de grondverwerving en

Sliedrecht Buitenuitbreiding (juli 2001), vanwege complexe voorbereiding.

Deeltraject 5 van het project Dijken achter Ramspol is alsnog voor eind 2000 veilig.

Uit de 13e IPO-rapportage blijkt dat op de peildatum 1 oktober 2000 circa 500 km waterkering reeds veilig is (56% van het totaal aantal km). De prognose van het IPO is dat eind 2000 ruim 700 km waterkering veilig kan zijn, dat komt overeen met 81% van het totaal aantal km's . Vervolgens verwacht het IPO dat eind 2001 circa 775 km (86%) en eind 2002 circa 870 km (97%) waterkering veilig kan zijn. In 2003 is volgens het IPO het laatste project veilig. Voorzover mogelijk zullen voor de waterkeringen die eind 2000 nog niet als veilig moeten worden beschouwd, voorzorgsmaatregelen worden getroffen om eventuele risico's zoveel mogelijk te beperken.

Maaswerken

Grensmaas

Begin 2001 heeft de namens de convenantpartners optredende onderhandelaar een principe-overeenkomst bereikt met een afvaardiging van de potentiële uitvoeringscombinatie. Uitgangspunt is een budgetneutrale uitvoering van het Grensmaasproject. Momenteel wordt de principe-overeenkomst omgevormd tot een definitieve overeenkomst waaraan de convenantpartners en de potentiële uitvoeringscombinatie hun goedkeuring moeten geven.

Zandmaas

Medio 2001 zijn het Ontwerp Tracébesluit en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (Streekplan) ter inspraak neergelegd. De verwachting op basis van de huidige voortgang is dat er eind 2001 een Tracébesluit Zandmaas/Maasroute kan worden genomen.

Dijken langs IJssel- en Markermeer

Voor de voorbereiding en uitvoering van de versterking van de dijken langs het IJsselmeer (Noordoostpolder en Flevoland) en Markermeer (Flevoland) inclusief de verbetering van de steenzettingen is door drie partijen (rijk, provincie en waterschap) op 16 maart 2001 een nieuwe bestuursovereenkomst getekend ter vervanging van de overeenkomst uit 1988. Binnen Rijkswaterstaat is een projectbureau opgezet voor de voorbereiding en begeleiding van de uitvoering.

De verhoging van de IJsselmeerdijken start eind 2001 en het niveau veilig wordt eind 2002 verwacht. De verbetering van de steenbekleding zal langer doorlopen.

De verbetering van de Markermeerdijken die noodzakelijk is in verband met het aanwijzen van het Markermeer tot buitenwater, is voorzien in de periode 2002–2005.

Financiën rijk Deltaplan Grote Rivieren

Op basis van de huidige inzichten blijkt dat het totale beschikbare budget op het begrotingsartikel 03.04 van het Infrastructuurfonds toereikend is om het DGR-programma te kunnen uitvoeren.

Tevens komt naar voren dat er in de periode t/m 2004 tekorten zullen optreden. Dit betreft echter enkel een kasritmeprobleem. Dit kasritmeprobleem wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het versnellen van de uitvoering van de Maaswerken (70% veiligheid in 2005) en de extra kosten voor nadeelcompensatie aan bedrijven op het onderdeel aanvullende werken SVKW.

De kasritmeproblematiek wordt door middel van herprioritering opgelost binnen de natte begroting van Verkeer en Waterstaat (leenconstructies). Deze oplossingen vinden hun neerslag in de ontwerpbegroting 2002 en de daaropvolgende budgettaire uitvoeringsnota's.

Overige aandachtspunten

In het Algemeen Overleg van 2 november 2000 inzake de 10e voortgangsrapportage is voor een viertal onderwerpen nadere informatie toegezegd. Het betreft hier achtereenvolgens:

– Ingebrekestelling

De Europese Commissie heeft de Nederlandse Staat in gebreke gesteld ter zake de implementatie van de Richtlijn van de Raad van 27 juni 1985, betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten. De Commissie heeft aangegeven dat het in totaal 7 dijkvakken betreft respectievelijk in de Betuwe (3*), de Alblasserwaard (3*) en de Krimpenerwaard (1*).

De Nederlandse regering heeft de Europese Commissie in februari 2001 geantwoord dat er naar het oordeel van de regering bij bovenstaande dijkverzwaringsprojecten geen sprake is van strijdigheid met het EG-verdrag aangezien:

• wel degelijk een milieu-effectbeoordeling heeft plaatsgevonden met als conclusie dat zich geen aanzienlijke milieu-effecten kunnen voordoen of

• de dijkversterkingsprojecten feitelijk zijn uitgevoerd en derhalve een milieu-effectbeoordeling niet meer kan worden uitgevoerd conform de door de Europese Commissie aangegeven voorwaarde, nl. het uitvoeren van een milieu-effectbeoordeling indien het betreffende project nog niet is uitgevoerd.

Zodra een reactie van de Europese Commissie is ontvangen zal ik u daar nader over informeren.

– Explosieven

In de Stuurgroep Deltaplan Grote Rivieren van december 2000 is afgesproken dat IPO en Unie van waterschappen eventuele knelpunten met betrekking tot de rijksbijdrage voor het opruimen, inventariseren en dit vervolgens zullen aangeven. Op dit moment zijn er nog geen knelpunten aangemeld.

– Financiering waterkeringszorg

Het bestuurlijk overleg wat was gepland voor 17 november 2000 heeft geen doorgang gevonden. Zodra een bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden zal ik u over het resultaat nader informeren.

– IRMA

In de 9e voortgangsrapportage van Verkeer en Waterstaat inzake het Deltaplan Grote Rivieren is aangegeven dat de Europese Commissie Nederland voor rivierverruimende projecten circa 145 miljoen gulden (66 miljoen Euro) heeft toegewezen. De ontvangsten van Verkeer en Waterstaat voor IRMA-projecten betreffen enkele onderdelen van de Maaswerken en zogenaamde no-regret projecten uit het programma Ruimte voor de rivier. In 2000 is circa 23 miljoen gulden aan IRMA-gelden ontvangen. Door trage afhandeling van subsidie-aanvragen zijn de resterende ontvangsten doorgeschoven naar 2001 en latere jaren.

Zoals is aangeven bij de 9e voortgangsrapportage zal rapportage over de stand van zaken van de uitvoering van deze projecten geschieden door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

Naar boven