nr. 100
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 mei 2000
Bijgaand doe ik u de 12e voortgangsrapportage Deltaplan Grote Rivieren
van het IPO toekomen.1
Deze rapportage is besproken in de Stuurgroep Deltaplan Grote Rivieren
van 17 mei 2000.
Door het IPO is aangegeven dat voor eind 2000 in totaal 749 km (= 84%)
waterkering veilig zal zijn. Er resteert eind 2000 nog circa 140 km (= 16%)
aan dijkversterkingswerken. Met noodvoorzieningen zal een deel hiervan eind
2000 wel veilig zijn, afronding van deze werken volgt in 2001.
Naar het oordeel van de betrokken partijen (waterschappen en provincies)
is hiermee een uiterst acceptabel resultaat neergezet, zowel in kwantitatief
als kwalitatief opzicht.
Aangezien de zwakste dijkvakken in de eerste fase van het Deltaplan Grote
Rivieren (onder het regime van de Deltawet grote rivieren, de zogenaamde Noodwet)
zijn verbeterd, betekent dit dat er eind 2000 een substantiële verbetering
van de bescherming tegen hoog water gerealiseerd is.
Uit de 12e voortgangsrapportage van het IPO blijkt het volgende.
Voor 15 projecten in het rivierengebied en langs het IJsselmeer en 7 projecten
in het deltagebied is aangegeven dat deze niet voor eind 2000 veilig kunnen
zijn. Oorzaken hiervan zijn gelegen in plan- en beroepsprocedures (10*), het
creëren van ruimte voor de rivier (2*), de randvoorwaardenproblematiek
(8*) en de aanwezigheid van explosieven (2*). De opgelopen vertragingen zijn
niet meer in te lopen.
Nieuw ten opzichte van de vorige IPO-rapportage zijn de navolgende vertragingen
tot na 2000:
• vier deeltrajecten van Dijken Achter Ramspol in verband met verkrijgen
van maatschappelijk draagvlak en door plan- en beroepsprocedures;
• Kattendiep-Ramspol als gevolg van procedure bij de Raad van State;
• Kampen-Midden als gevolg van een mislukte aanbestedingsprocedure
en de te doorlopen onteigeningsprocedure; en
• Vlissingen Sluizen I als gevolg van aanwezigheid van explosieven.
Ten aanzien van de financiering van de opsporing en/of ruiming van explosieven
ben ik nog in overleg met mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
om een oplossing te vinden voor de dit jaar ontoereikende budgetten voor een
rijksbijdrage.
De bouw van de Balgstuw Ramspol is in volle gang, maar kan qua uitvoeringstermijn
niet dusdanig worden versneld dat de kering voor eind 2000 operationeel is.
De planning gaat thans uit van oplevering op 31 juli 2000.
Voorts hebben zowel de provincies en waterschappen als de
leden van de Stuurgroep Deltaplan Grote Rivieren aangeven dat men in de toekomst
ook wil beschikken over een overlegplatform inzake de hoogwaterbescherming.
Zo'n platform is te beschouwen als opvolger van de Stuurgroep Deltaplan Grote
Rivieren. Ik ben voornemens om bovengenoemd overlegplatform in het leven te
roepen. Hierin kan dan ook de voortgang worden bewaakt van de projecten die
na eind 2000 nog gerealiseerd moeten worden.
Ik ga er vanuit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. M. de Vries