nr. 47
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 12 augustus 2003
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1
heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Verkeer en Waterstaat
over de dertiende en laatste Voortgangsrapportage van de Westerscheldetunnel
(17 741, nr. 45). De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief
van 8 augustus 2003.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
De Pater-van der Meer
De griffier van de commissie,
Roovers
1
Kan nader worden ingegaan op de opmerking dat «de
verwachte premie thans niet in verhouding staat tot de kans dat zich een calamiteit
voordoet en de gevolgen daarvan»? Wat is de verwachte premie kosten
en de mogelijk zelf door de NV Westerscheldetunnel te dekken schade? Zijn
er offertes aangevraagd voor de verzekeringspremies (opstal en bedrijfsschade)
of is op voorhand gesteld dat deze te hoog zullen zijn? Is de NV Westerscheldetunnel
voldoende draagkrachtig om zelf zorg te dragen voor de eventuele calamiteiten
of zal er een beroep worden gedaan op de staatskas? Aan welke calamiteiten
(met bijbehorende kosten) moet men denken? Hoe groot is de kans op een dergelijke
calamiteit?
De NV Westerscheldetunnel heeft zich georiënteerd op de verzekeringsmarkt.
Slechts bij een calamiteit als gevolg waarvan sluiting van meer dan een jaar
aan de orde is, kan de continuïteit van de NV in gevaar komen. De kans
op een dergelijke calamiteit is klein.
2
Waarom is er niets gemeld over de financiering van
de openbare hulpdiensten in de voortgangsrapportage? Wat is de status van
deze financiering?
Het onderwerp van financiering van de openbare hulpdiensten valt buiten
de scope van de rapportage. De financiering van de brandweerhulpverlening
betreft de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
3
Hebben de nog vast te stellen tunneltechnische eisen
invloed op de kosten van de Westerscheldetunnel?
Nee.
4
Als de post onvoorzien niet wordt aangesproken, wat
zal er gebeuren met het overgebleven geld?
Het project is nu nog niet afgesloten. Er zijn nog resterende arbitragezaken
die moeten worden afgewikkeld. Als die zijn afgerond kan de eindstand van
de post onvoorzien worden opgemaakt. Aangezien het onvoorzien als onderdeel
van het aandelenkapitaal van de NV is gestort, wordt dit niet als separate
post naar het Rijk als aandeelhouder teruggestort. Een en ander wordt afgewikkeld
in het dividendvoorstel van de NV.
5
Worden in de evaluatie aanbevelingen opgenomen over
hoe de kosten van grote projecten als de Westerscheldetunnel in de toekomst
beheerst kunnen worden?
Ja.
6
Kan de regering de Kamer informeren over de laatste
stand van zaken van het project kanaalkruising Sluiskil, dat volgens de voortgangsrapportage
weliswaar geen deel uitmaakt van het project Westerschelde Oeververbinding,
maar waarvoor wel geld wordt uitgegeven uit het projectbudget en waarover
afspraken gemaakt zijn tussen Kamer en regering (zie de brief van 8 januari
2003, nr. 17 741 nr. 43)?
Er wordt gewerkt aan een Tracé-MER-studie die naar verwachting
vóór de zomer van 2004 zal zijn afgerond.
7
Wanneer kan de provincie Zeeland het geld tegemoet
zien, waarmee het rijk bijdraagt in 50% van de totale kosten voor brandveiligheid
van de tunnel (zie onder meer antwoord op schriftelijke vragen 5 maart 2003,
nr. 922)?
De minister van BZK heeft op 26 juni 2003 een brief aan uw Kamer gestuurd
naar aanleiding van vragen van het kamerlid Van Heteren. Hierin heeft hij
de gang van zaken toegelicht. Nadien hebben de ministers van BZK en van V&W
een brief ontvangen van beide gemeenten. De minister van BZK zal naar aanleiding
van deze brief het initiatief nemen tot een overleg met de betrokken partijen
over de financiering van de voorgestelde verbetering van de hulpverlening.
8
Het interne rendement van de Westerscheldetunnel is
naar huidige inzichten begroot op circa 8%. Welk rendementspercentage kan
worden begroot, indien rekening wordt gehouden met de vervoersstromen in de
eerste drie maanden na opening van de Westerschelde Oeververbinding?
Er is vooralsnog geen reden op basis van de vervoersstromen de prognose
van het rendement te herzien.
9
Is er inmiddels meer duidelijkheid over de geschillen
tussen de NV Westerscheldetunnel en de aannemer? Wat is het standpunt van
de NV Westerschelde over de duikwerkzaamheden? Welke geschillen zijn inmiddels
beslecht? Is al bekend of de geschillen met arbitrage moeten worden beslecht?
Kan worden aangegeven op welke termijn een uitspraak mag worden verwacht over
de geschillen, die door arbitrage zullen worden beslecht? Op welke wijze en
tot welk bedrag hebben de NV Westerscheldetunnel, de provincie en/of het Rijk
rekening gehouden met financiële tegenvallers ten gevolge van de claims?
Er is sedert het verschijnen van de 13e voortgangsrapportage geen extra
duidelijkheid te geven.
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter,
Meijer (CDA), Van Lith (CDA), Timmermans (PvdA), van Bommel (SP), van der
Staaij (SGP), Koopmans (CDA), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), ten Hoopen (CDA),
Dijsselbloem (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Depla (PvdA),
van As (LPF), van den Brand (GL), Duyvendak (GL), Gerkens (SP), van Haersma
Buma (CDA), Bruls (CDA), van der Ham (D66), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer
(PvdA), De Krom (VVD), Hermans (LPF) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD).
Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Tichelaar (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD),
Hessels (CDA), Eurlings (CDA), Smeets (PvdA), de Ruiter (SP), Huizinga-Heringa
(CU), Buijs (CDA), de Grave (VVD), Szabó (VVD), van Winsen (CDA), Van
Dijken (PvdA), Haverkamp (CDA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Vos (GL), Halsema
(GL), Vergeer-Mudde (SP), Jager (CDA), Mastwijk (CDA), Giskes (D66), Van Dam
(PvdA), Verdaas (PvdA), van Beek (VVD), van den Brink (LPF) en Luchtenveld
(VVD).