Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 17050 nr. 608 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 17050 nr. 608 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2024
Met deze brief informeer ik u over zowel een herstelactie voor opgelegde sancties als een terugvorderactie bij UWV. Beide acties zijn gerelateerd aan een koppeling die is gemaakt met de Polisadministratie voor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Ik licht hieronder eerst toe wat de koppeling precies inhoudt, waarna ik de herstelactie en de terugvorderactie toelicht.
Koppeling Polisadministratie arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (Abonnementenservice AW)
Inkomsten die uitkeringsgerechtigden naast hun uitkering ontvangen, worden veelal in mindering gebracht op de uitkering. UWV heeft veel inkomensgegevens tot haar beschikking in de Polisadministratie. Werkgevers leveren deze gegevens aan bij de Belastingdienst, waarna UWV deze gegevens kan raadplegen in de Polisadministratie.
In maart 2020 heeft UWV voor de arbeidsongeschiktheidswetten (WIA, WAO, WAZ, Wajong) een systeem geïmplementeerd dat automatisch een signaal genereert zodra er voor een uitkeringsgerechtigde een nieuwe inkomstenbron wordt geregistreerd in de Polisadministratie. Dit systeem heet de Abonnementenservice AW. Zodra een dergelijk signaal binnenkomt, neemt UWV contact op met de uitkeringsgerechtigde om de uitkeringshoogte bij te stellen.
Tot de implementatie van de Abonnementenservice AW was UWV voor de vaststelling of iemand inkomsten naast de arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, in belangrijke mate afhankelijk van het doorgeven van nieuwe inkomsten door de uitkeringsgerechtigde zelf. De Polisadministratie was toen al wel beschikbaar, maar werd met name geraadpleegd wanneer iemand zelf had aangegeven inkomsten te hebben. Daarnaast werd voor een aantal inkomenssoorten periodiek een vergelijking gemaakt met de Polisadministratie om te kijken of er inkomsten waren die mensen niet zelf hadden doorgegeven. Door de implementatie van de Abonnementenservice AW worden alle nieuwe inkomsten in de Polisadministratie automatisch gesignaleerd en is UWV niet langer afhankelijk van de opgave door de uitkeringsgerechtigde.
De Abonnementenservice AW was bij invoering in 2020 nog niet volledig ingericht. In eerste instantie is alleen het sociale verzekeringsloon onderdeel gemaakt van de Abonnementenservice AW.
De andere inkomenssoorten in de Polisadministratie zijn in maart 2023 toegevoegd. De laatste stap die momenteel nog wordt gezet om de gegevens in de Polisadministratie volledig te benutten voor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, is het maken van een koppeling naar de partnerinkomsten binnen de Abonnementenservice AW. Deze koppeling is relevant voor mensen die een aanvulling op hun uitkering ontvangen op grond van de Toeslagenwet. Zodra deze koppeling compleet is, ontvangen medewerkers van UWV niet alleen een signaal bij nieuwe inkomsten van de persoon zelf, maar ook bij nieuwe inkomsten van de partner.
Herstelactie opgelegde sancties
Door de stapsgewijze invoering van de Abonnementenservice AW was het voor uitkeringsgerechtigden niet meer redelijkerwijs duidelijk wat zij nog wel zelf moesten doorgeven en wat niet. UWV had sommige gegevens namelijk al zelf tot haar beschikking en sommige gegevens nog niet. UWV heeft daarom in maart 2022 besloten om met terugwerkende kracht per invoeringsdatum van de Abonnementenservice AW (maart 2020) geen overtreding van de inlichtingenplicht meer te veronderstellen voor het niet doorgeven van gegevens die al bekend zijn bij UWV in de Polisadministratie. Sindsdien is het opleggen van een sanctie niet langer de aangewezen weg voor het niet doorgeven van deze gegevens.
Van maart 2020 tot maart 2023 zijn er voor het niet doorgeven van inkomenssoorten die nog niet onder de Abonnementenservice AW vielen maar al wel in de Polisadministratie stonden, sancties opgelegd. Deze sancties zijn niet in lijn met het besluit van UWV om geen overtreding te veronderstellen, en worden daarom teruggedraaid. Het betreft zowel opgelegde waarschuwingen als boetes. Het gaat om 5.000 boetes met een totaal boetebedrag van € 6,8 miljoen. Dat er ook na het besluit in maart 2022 nog sancties zijn opgelegd, komt doordat de werkprocessen binnen UWV helaas niet tijdig zijn aangepast aan het besluit. Deze situatie is per maart 2023 gecorrigeerd.
Het is bijzonder vervelend om als uitkeringsgerechtigde een boete opgelegd te krijgen, terwijl je je niet bewust was van een fout. Daarom is UWV op 15 januari jl. gestart met het herstellen van de opgelegde sancties. Op diezelfde dag heeft UWV hierover ook een persbericht1 naar buiten gebracht. De personen die het betreft, worden eerst door UWV gebeld en ontvangen vervolgens een brief. UWV beoogt de herstelactie eind 2024 volledig afgerond te hebben.
Terugvorderactie opting-in inkomsten
De Abonnementenservice AW genereert alleen een signaal op het moment dat een uitkeringsgerechtigde een nieuwe inkomstenbron heeft in de Polisadministratie. Inkomsten in de Polisadministratie die uitkeringsgerechtigden niet zelf hebben doorgegeven en die zij al hadden voordat de betreffende inkomenssoort aan de Abonnementenservice AW werd toegevoegd, zijn daarom nog niet altijd gekort op de uitkering.2 In welke mate dit voor de verschillende inkomenssoorten het geval is, wordt momenteel nog uitgezocht door UWV.
UWV heeft op basis van een intern onderzoek geconstateerd dat het voorgaande in ieder geval speelt bij een deel van de uitkeringsgerechtigden met opting-in inkomsten.3
In de periode van juli 2021 tot en met juni 2023 is deze groep door middel van een steekproef in de Polisadministratie nader onderzocht. Hieruit blijkt dat het overgrote deel van de mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en opting-in inkomsten, de inkomsten zelf hebben doorgegeven. Op basis van de steekproef is de inschatting dat voor circa 16% van deze groep de opting-in inkomsten nog gekort moeten worden op de uitkering. Deze 16% correspondeert met ongeveer 1.100 uitkeringsgerechtigden. In de steekproef ging het om gemiddeld € 22.000 aan te veel ontvangen uitkering per persoon. De steekproef is genomen in januari 2022. Aangezien de uitkeringen tot op heden nog niet correct zijn vastgesteld, zal het bedrag voor een deel van de mensen inmiddels verder zijn opgelopen.4
UWV is voornemens om in april a.s. te starten met het herzien van de betreffende circa 1.100 uitkeringen. Deze mensen hebben immers een te hoog bedrag aan uitkering ontvangen. UWV heeft uitkeringsgerechtigden altijd verzocht om zelf hun inkomsten door te geven. Het overgrote deel van de mensen met opting-in inkomsten heeft – zoals ook hierboven aangegeven – dan ook zelf de inkomsten doorgegeven.
Tegelijkertijd gaat het bij een deel van de uitkeringsgerechtigden die te veel uitkering hebben ontvangen, om grote bedragen. Voor deze mensen kan de terugvordering aanzienlijke gevolgen hebben. Daarom toetst UWV bij het bepalen van de hoogte van de terugvordering per individu of er op grond van dringende redenen sprake is van onaanvaardbare sociale of financiële gevolgen. Indien dit het geval is, zal de terugvordering tot een passende hoogte worden gematigd. Zo wordt voorkomen dat mensen in de problemen raken.
In het herzieningsproces wordt prioriteit gegeven aan de lopende uitkeringen waarvoor de opting-in inkomsten op dit moment nog niet worden gekort op de uitkering. Op deze manier wordt zo veel mogelijk voorkomen dat het te veel ontvangen bedrag aan uitkering voor deze mensen verder oploopt en worden de uitkeringen naar de toekomst toe correct vastgesteld.
Ik betreur het dat het zo lang heeft geduurd voordat de uitkeringen worden herzien en de terugvorderingen niet meer verder oplopen. De eerste resultaten van het onderzoek waren bij UWV immers in de loop van 2022 bekend. Vanaf dat moment was er voldoende zicht op de aard van de problematiek en hadden in ieder geval de nog lopende uitkeringen op korte termijn gecorrigeerd moeten worden. Ik ben met UWV in gesprek over hoe zij in de toekomst sneller en beter omgaan met dit soort situaties.
Tot slot
Uitkeringsgerechtigden hebben te maken met de nodige regels en verplichtingen. Deze zijn niet voor iedereen even gemakkelijk te begrijpen en na te komen. Als overheid dienen we uitkeringsgerechtigden hierin waar mogelijk te helpen. Het optimaal benutten van de Polisadministratie zoals bij de Abonnementenservice AW, is daarvan een goed voorbeeld.
Helaas gaan er bij dergelijke grote wijzigingen in de werkprocessen soms ook dingen mis, zoals in deze situatie het geval is. UWV onderzoekt de komende tijd de wijze waarop de Polisadministratie is gebruikt en of voor andere inkomenssoorten en uitkeringswetten vergelijkbare herstel- en terugvorderacties nodig zijn. Hierover informeer ik u nader in de Stand van de uitvoering.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Zoals eerder in deze brief aangegeven werd vóór de implementatie van de Abonnementenservice AW periodiek al wel handmatig de Polisadministratie geraadpleegd. Ook als uitkeringsgerechtigden de inkomsten niet zelf hebben gemeld en al hadden voordat betreffende inkomenssoort werd toegevoegd aan de Abonnementenservice AW, kan het dus zo zijn dat de inkomsten al zijn gekort op de uitkering.
Wanneer de arbeidsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer geen dienstbetrekking is, kunnen zij er samen voor kiezen om de verhouding aan te merken als een «fictieve dienstbetrekking». Dit heet opting-in. Er is dus sprake van een pseudo-werknemerschap in plaats van een echte dienstbetrekking.
Voor de uitkeringsgerechtigden in de steekproef is de uitkering op het moment van de steekproef wel correct vastgesteld per toekomende datum. Ook is voor deze groep op dat moment de terugvordering ingesteld voor het bedrag aan te veel ontvangen uitkering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-17050-608.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.