17 050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

Nr. 437 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2013

Hierbij bieden wij u het door de Inspectie SZW opgestelde rapport Over signaal, sanctie en incasso aan1. Met dit rapport schetst de inspectie een beeld van de uitvoeringspraktijk met betrekking tot de handhaving van de inlichtingenplicht die ontvangers van uitkeringen hebben.

Het onderzoek heeft betrekking op de uitvoeringspraktijk zoals deze in 2012 bestond. Met de per 1 januari 2013 ingevoerde «Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving» (Fraudewet) zal de uitvoeringspraktijk naar verwachting wijzigen. Het uitgangspunt van deze wet is om fraude strenger te sanctioneren. Naast het terugbetalen van de ten onrechte ontvangen uitkering wordt een substantiële boete opgelegd. De resultaten van deze wet zullen nog enige tijd op zich laten wachten. Daarom ziet de inspectie dit onderzoek als onderzoek dat inzicht biedt in de stand van zaken zoals die was voor de invoering van de nieuwe wet. In 2014 zal de inspectie dit onderzoek herhalen om vast te stellen of de uitvoeringsorganisaties de tot doel gestelde aanscherping hebben gerealiseerd. Het onderzoek dat wij u nu aanbieden, levert een aantal relevante bevindingen bij de stand van zaken ultimo 2012.

Bevindingen

De inspectie heeft op basis van onderzoek bij UWV, SVB en twaalf gemeenten een aantal bevindingen bij de huidige handhavingspraktijk. De theorie die aan het onderzoek ten grondslag ligt, stelt dat van een snelle reactie op een gesignaleerde overtreding, gecombineerd met sanctionering en optimale incasso, een afschrikwekkende werking uitgaat. Dit draagt bij aan een betere naleving.

De inspectie schetst een positief beeld van de uitvoeringspraktijk door UWV. UWV heeft het lik-op-stukbeleid geconcretiseerd waardoor het mogelijk is om te sturen op doorlooptijden. Dit leidt tot positieve resultaten. De inspectie concludeert dat bij UWV de uitvoering op de onderdelen boeteoplegging en incasso zodanig op orde is dat zij weinig mogelijkheden ziet voor verdere verbeteringen. Over SVB oordeelt de inspectie dat zij op het terrein van incasso zeer succesvol is.

Bij de onderzochte gemeenten constateert de inspectie onderlinge verschillen op de onderzochte onderdelen. Veel gemeenten kunnen volgens de inspectie vooruitgang boeken, waardoor de effectiviteit van de handhavingsinspanningen kan toenemen. Van de twaalf onderzochte gemeenten hanteren bijvoorbeeld slechts enkele normtijden, waardoor in geringe mate wordt gestuurd op het beperken van de periode tussen overtreding en afronding van het onderzoek. Voor wat betreft de incassoactiviteiten heeft de inspectie onderscheid kunnen maken tussen gemeenten waarvan beleid en uitvoering kan worden gekwalificeerd als strikt of coulant. Strikte gemeenten benutten een hogere aflossingscapaciteit. Hierdoor laten coulante gemeenten in de huidige uitvoeringspraktijk kansen liggen op het gebied van terugvordering en incasso.

Reactie

Zoals de inspectie aangeeft, biedt het rapport inzicht in de in stand van zaken op het terrein van handhaving voor de inwerkingtreding van de Fraudewet. Het vervolgonderzoek in 2014 zal van waarde kunnen zijn bij het beoordelen van de dan bestaande uitvoeringspraktijk. Wij onderschrijven het waardevolle karakter van het onderzoeksprogramma. Hierbij merken wij op dat de inspectie het onderdeel preventie niet heeft betrokken in het onderzoek. In 2013 betrekt de inspectie dit aspect bij haar onderzoek naar de integratie van handhaving in de dienstverlening.

Wij zijn verheugd dat de Inspectie SZW constateert dat bij UWV en SVB de uitvoering op onderdelen zodanig op orde is dat zij weinig mogelijkheden ziet voor verbeteringen. Wij blijven echter streven naar een verdere versterking van de handhavingspraktijk. In dit kader biedt het Regeerakkoord UWV en SVB de mogelijkheid om businesscases te ontwikkelen waarin het toezicht wordt versterkt. Wij hebben goede hoop dat dit tot resultaat leidt. Wij zullen uw Kamer hierover nog dit jaar informeren.

Het onderzoek laat een wisselend beeld zien van de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Dit sluit aan bij de beleidsvrijheid die gemeenten hebben om invulling te geven aan het handhavingsbeleid. Het onderzoek onder de twaalf gemeenten laat zien dat er verschil is tussen strikte en coulante gemeenten. Dit kan betekenen dat bij sommige gemeenten ruimte voor verbetering aanwezig is. Met de invoering van de Fraudewet wordt voorzien in het harmoniseren en aanscherpen van de uitvoeringspraktijk waardoor grote onderlinge verschillen tussen gemeenten tot het verleden moeten gaan behoren. Ook het incassoproces van de «coulante» gemeenten zal hierdoor aangescherpt worden. Gemeenten zijn vanaf 2013 (zoals dat bij UWV en SVB al het geval was) verplicht om bij fraude terugvordering in te stellen en zij moeten fraudevorderingen vervolgens tien jaar lang incasseren. Gezien de bevindingen van de inspectie en de invoering van de Fraudewet zien wij aanleiding om gemeenten nogmaals te wijzen op het belang van het incasseren van fraudevorderingen. Wij zullen dit onderwerp op korte termijn aan de orde stellen in het bestuurlijk overleg met de VNG en in de Verzamelbrief gemeenten.

De Inspectie SZW geeft voorts aan dat de uitvoering van de Fraudewet in grote mate afhangt van de wijze waarop gemeenten omgaan met het beoordelen van de verwijtbaarheid van geconstateerde overtredingen. Het is goed te benoemen dat gemeenten ook na invoering van de Fraudewet de beleidsvrijheid hebben om hierbij maatwerk te leveren.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven