17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 360
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2008

De Integrale Rapportage Handhaving 2007 geeft weer welke handhavingactiviteiten in het voorgaande jaar op het beleidsterrein van het ministerie van SZW zijn ontplooid. Voor de rapportage is ten opzichte van eerdere jaren gekozen voor een vernieuwde opzet die aansluit bij de structuur van het Handhavingsprogramma 2007–2010. Centraal in de rapportage staan vier grote beleidsterreinen van SZW: arbeidsomstandigheden, arbeidsmarkt, sociale verzekeringen en re-integratie en activerende bijstandsverlening. Per beleidsterrein wordt ook verslag gedaan van de handhavingsactiviteiten van de uitvoerings- en toezichtsorganisaties die niet rechtstreeks voortvloeien uit het programma. Aparte hoofdstukken zijn gewijd aan subsidieverlening, communicatie, samenwerking en informatie-uitwisseling en opsporing. In algemene zin kan worden geconstateerd dat de uitvoering van de maatregelen uit het programma naar wens verloopt.

In het Handhavingsprogramma 2007–2010 staat niet alleen het constateren van overtredingen centraal maar vooral ook het bevorderen van de naleving van de voornaamste verplichtingen uit de SZW-regelgeving door een combinatie van preventieve en repressieve acties. Om te kunnen bepalen welke acties in voorkomende gevallen het meest effectief zijn, wordt nagegaan in welke mate burgers en bedrijven hun verplichtingen naleven en wat de oorzaken zijn als zij de regels overtreden. Hoofdstuk 2 van de rapportage schetst het proces waarlangs in de jaren 2007 en 2008 de nalevingsniveaus van de SZW-regelgeving worden bepaald. Aangegeven wordt welke kernverplichtingen zijn geselecteerd en op welke wijze het niveau van de naleving van deze verplichtingen wordt gemeten. Zodra meer inzicht bestaat in het feitelijke niveau van naleving en in de oorzaken van overtredingen kan goed worden bepaald welke (aanvullende) maatregelen nodig zijn om het feitelijke nalevingsniveau dichter bij het gewenste niveau te brengen.

In bijlage 11 zijn de beschikbare gegevens over de omvang van de door de verschillende instanties geconstateerde uitkeringsfraude samengebracht. Dit bedrag is vergeleken met vorig jaar nagenoeg gelijk gebleven (€ 177 miljoen) en is daarmee stabiel.

De verbeterde fraudealertheid bij de uitvoerende instanties en toezichthouders en de intensievere samenwerking hebben hun uitwerking niet gemist.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven