17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 323
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2006

Tijdens het Algemeen Overleg van 16 maart jl. heb ik toegezegd u te informeren over het door mij te treffen overgangsrecht ten aanzien van de voorgenomen versoepeling van de AOW indien sprake is van twee alleenstaande AOW-ers die tijdelijk het huishouden delen omdat één van de twee intensieve zorg nodig heeft.

Ik stel voor het overgangsrecht als volgt vorm te geven en in het conceptwetsvoorstel op te nemen.

Bij wijze van overgangsrecht zal in het wetsvoorstel worden geregeld dat AOW-ers die voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wetswijziging al vanwege een zorgrelatie samenwonen, de SVB kunnen verzoeken om per datum van inwerkingtreding van de wet de uitkering te herzien waarbij die herziening terugwerkt tot aan de datum van deze brief. Ze kunnen zich daartoe voor de inwerkingtreding van het wetsvoorstel bij de SVB melden, zodat de SVB zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding een nieuwe beslissing kan nemen. Voor betrokkenen zal dit betekenen dat zij over de periode tussen het moment van dagtekening van deze brief en de inwerkingtreding van de wet een nabetaling zullen ontvangen.

Voor bestaande gevallen wordt voorts in het overgangsrecht niet de eis gesteld dat zij twee jaar voorafgaand aan de samenwoning over een eigen woning dienen te beschikken aangezien zij niet het oogmerk hadden om met de samenwoning geldelijk voordeel te behalen.

Zoals gebruikelijk zal het conceptwetsvoorstel voor een uitvoeringstoets aan de SVB worden voorgelegd. Hierbij zal ook de uitvoering van het hier voorgestelde overgangsrecht worden beoordeeld.

De SVB ontvangt een afschrift van deze brief.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Naar boven