nr. 315
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2005
Bijgaand doe ik u toekomen het inventariserend onderzoek «Hoogwaardig
Handhaven: Gemeenten uit de startblokken».1
In 2003 is de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardig Handhaven in
het leven geroepen die ertoe strekte om gemeenten door middel van een subsidie
te ondersteunen bij het ontwikkelen en implementeren van het concept Hoogwaardig
Handhaven. Hiermee wordt bedoeld een samenstel van activiteiten gericht op
het voorkomen en bestrijden van fraude en het verhogen van de nalevingsbereidheid
van de regelgeving van klanten in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB).
Hierbij wordt gebruik gemaakt van vier visie-elementen te weten: vroegtijdig
informeren, optimaliseren dienstverlening, controleren op maat en daadwerkelijk
sanctioneren.
De onderhavige regeling is per 1 april jl. geëxpireerd.
Naar de resultaten van de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardig
Handhaven heb ik een inventariserend onderzoek laten verrichten. Het onderzoek
geeft antwoorden op de vraag: wat is de stand van zaken anno 2005 bij gemeenten?
En doet verder aanbevelingen per visie-element hoe gemeenten nu verder kunnen
doorpakken.
Doelen van het onderzoek zijn: 1) inzicht geven in de stand van zaken
hoever de gemeenten zijn in het proces van Hoogwaardig Handhaven, 2) goede
voorbeelden inventariseren en toevoegen aan de Kennisbank Hoogwaardig Handhaven
en 3) waardevolle input leveren voor het toekomstige gemeentelijke uitvoeringsbeleid.
Het onderzoek heeft betrekking op de stand van zaken medio 2005 en is
gebaseerd op een onderzoek bij 40 willekeurig gekozen gemeenten, verdeeld
naar 5 verschillende grootteklassen en evenredig verdeeld over de provincies.
Uit het onderzoek komen de volgende belangrijkste bevindingen naar voren:
• Visie en beleid. Nagenoeg alle gemeenten
hebben een visie en beleid op Hoogwaardig Handhaven ontwikkeld en hier draagvlak
voor verkregen.
• Werkprocessen en personele capaciteit.
De relevante werkprocessen zijn veelal aangepast en beschreven. Tweederde
van de gemeenten hebben naast de klantmanager ook nog een aparte functionaris
handhaving in dienst.
• Kwaliteit personeel en aansturing.
Handhaven is een taak van de klantmanager, die door opleidingen e.d. fraudealerter
is geworden. Het management heeft nog niet overal voldoende aandacht voor
operationele aansturing van medewerkers op basis van vóóraf
geformuleerde doelstellingen en prestatie-indicatoren.
• Meten en Evalueren. In algemene zin
is gebleken dat de meeste gemeenten nog niet zijn toegekomen aan het meten
van de prestatie-indicatoren en het evalueren van de werkwijze.
Vastgesteld wordt dat op de hiervoor genoemde vier visie-elementen forse
kwalitatieve vooruitgang is geboekt. De grootste vooruitgang is gerealiseerd
op het vroegtijdig informeren en het controleren op maat.
Tegelijkertijd is geconstateerd dat de Tijdelijke stimuleringsregeling
ertoe heeft bijgedragen dat Hoogwaardig Handhaven bij de gemeenten op de agenda
is komen te staan en bewerkstelligd dat bij gemeenten veel progressie is bereikt,
maar dat we er nog niet zijn.
Dit rechtvaardigt de titel van het onderzoek nl. «Gemeenten uit
de startblokken».
Op basis van de evaluatie zijn op de vier visie-elementen aanbevelingen
opgesteld voor een gemeentelijk vervolgbeleid. De extra investering van de
gemeenten en haar medewerkers met behulp van de Tijdelijke stimuleringsregeling
Hoogwaardig Handhaven moet nu nog worden omgezet in een structureel niveau
van handhaving, waarbij SZW op sommige onderdelen (bijv. gegevenskoppelingen)
gemeenten kan ondersteunen en faciliteren.
Ik breng graag onder uw aandacht dat zowel de VNG als Divosa de bevindingen
en aanbevelingen van het onderzoek op de hoofdlijnen ondersteunen. De reactie
van de VNG en Divosa treft u integraal aan op pagina 19 van het rapport.
Tot slot verwijs ik u kortheidshalve voor mijn persoonlijke opvattingen
en visie met betrekking tot de resultaten van de Tijdelijke stimuleringsregeling
Hoogwaardig Handhaven naar het voorwoord van het rapport.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. A. L. van Hoof