17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 304
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2005

Hierbij doe ik u toekomen het jaaroverzicht 2004, vooruitblik 2005 van het Meldpunt ongebruikelijke transacties.1

In 2004 heeft het Meldpunt 174 835 meldingen van ongebruikelijke transacties ontvangen. 41 003 transacties zijn na onderzoek verdacht bevonden en ter kennis gebracht aan de opsporingsinstanties.

De belangrijkste vaststelling in het jaaroverzicht is dat het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties in 2004 voor het eerst sinds de instelling van de meldingsplicht een daling te zien geeft in vergelijking met het voorafgaande jaar. Het is de verwachting dat deze daling zal doorzetten. Een daling van het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties is ook een van de doelstellingen die het kabinet wil realiseren met het voorstel tot wijziging van de Wet Melding ongebruikelijke transacties, dat op het moment bij uw Kamer in behandeling is.

Het jaar 2005 is voor het Meldpunt een jaar van overgang. Belangrijke veranderingen vinden plaats, als gevolg van de in het kader van de beleidsreactie bij het WODC-rapport «Uit onverdachte bron» aangekondigde samenvoeging van het Meldpunt met het Bureau ter politiële ondersteuning van de Landelijk officier van justitie Wet MOT (BLOM). Over de voortgang van uitvoering van deze en andere actiepunten van de genoemde beleidsreactie zal ik uw Kamer in september wederom berichten.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven