17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 272
GEWIJZIGDE1 MOTIE VAN DE LEDEN NOORMAN-DEN UYL EN VAN OERLE-VAN DER HORST, TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 270

Voorgesteld 14 oktober 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat bij de uitvoering van het begrip gezamenlijke huishouding in de AOW grote onrust onder AOW-ers is ontstaan;

constaterende, dat het thans gevoerde beleid door de uitvoeringsorganisatie bloot staat aan kritiek en er discussie is over de juiste interpretatie van de wet- en regelgeving en de bejegening van betrokkenen;

overwegende, dat de wetgever bij het vaststellen van de gezamenlijke huishouding beoogd heeft met de verificatie van feitelijke gegevens de beslissing van de uitkeringsinstantie optimaal te objectiveren;

verzoekt de regering:

– voor de behandeling van de SZW-begroting aan de Kamer een voorstel te doen over de regels en de wijze van handhaving die zal worden toegepast bij het vaststellen van een zelfstandige of een gezamenlijke huishouding in de AOW;

– bij het voorstel het advies van de Cliëntenraad van de SVB over de uitvoering van de toets op de gezamenlijke huisvestingsnorm te betrekken;

– in het voorstel een bepaling op te nemen waardoor in de AOW – conform de huidige ANW en WWB – een proefperiode voor samenwoning wordt opgenomen. en gaat over tot de orde van de dag.

Noorman-den Uyl

Van Oerle-van der Horst


XNoot
1

I.v.m. wijziging in de ondertekening en in het dictum.

Naar boven