17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 258
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 2 april 2004

De vaste commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 en voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit2 hebben op 17 maart 2004 overleg gevoerd met minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de inzet van asielzoekers in het kader van de bestrijding van de vogelpest (17 050, nrs. 254 en 257).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Van Dijk (CDA) memoreert het algemeen overleg van 25 september 2003 waarin een aantal afspraken is gemaakt. Nadien is er het nodige gebeurd en heeft het kabinet de nodige informatie verstrekt, waaruit onder andere blijkt dat er een strafrechtelijk onderzoek zou plaatsvinden naar de handelwijze van de intermediair. Hoe staat het daarmee?

In zijn brief van 12 november 2003 geeft de minister van SZW aan dat het zijns inziens een incident is geweest en dat het daarom niet passend is om aanvullende maatregelen te nemen. Is het toch niet verstandig om te bezien in hoeverre de CWI-procedures moeten worden aangescherpt om in ieder geval herhaling te voorkomen?

De kern van de zaak is dat er ten tijde van de vogelpest sprake was van een tekort aan arbeidskrachten om alle ruimingen te verrichten. Er is daarom gezocht naar mensen die snel inzetbaar waren, waaronder asielzoekers. Waarschijnlijk en helaas zal het niet de laatste keer zijn dat Nederland wordt geconfronteerd met een dergelijke epidemische uitbraak. Ook dan zullen heel snel mensen moeten kunnen worden ingezet. Het kabinet is met voorstellen gekomen om bij crises binnen driemaal 24 uur tewerkstellingsvergunningen te kunnen afgeven, maar wie bepaalt nu of het al dan niet een crisis is?

De heer Weekers (VVD) spreekt zijn waardering uit voor de maatregelen die na het algemeen overleg van september verleden jaar zijn genomen die er onder andere toe kunnen leiden dat in onverhoopte noodsituaties snel, adequaat en rechtmatig kan worden gehandeld. Het is een goede zaak dat de drie betrokken organisaties in dergelijke gevallen goed op elkaar zullen zijn ingespeeld. Inderdaad is het van belang dat eenduidig kan worden vastgesteld wanneer er sprake is van een acute crisis. Dat kan toch niet aan de beoordeling worden overgelaten van CWI, COA en IND?

De minister van LNV heeft geschreven dat met de draaiboeken van LNV snel personeel voor bijvoorbeeld ruimingen kan worden ingezet. Als dat inderdaad zo is, hoe kan dan zijn gebeurd wat verleden jaar is gebeurd? Ook heeft de minister aangegeven dat de draaiboeken en ook de laatste crisis zullen worden geëvalueerd en dat het resultaat daarvan eind maart kan worden verwacht. De heer Weekers kan zich voorstellen dat het uiteindelijke resultaat van die evaluatie op dit moment nog niet in gedrukte vorm beschikbaar is, maar de minister zou er nu toch wel iets over moeten kunnen zeggen, in ieder geval over de manier waarop LNV er in de toekomst voor zal zorgen dat er bij onverhoopte crises heel snel mensen kunnen worden ingezet?

De reguliere procedure om vergunningen in het kader van de Wav (Wet arbeid vreemdelingen) te verlenen, is verkort van maximaal 13 weken tot maximaal vijf weken. Zal dat in de praktijk ook kunnen worden gehaald?

De heer Weekers heeft in het overleg van september al gevraagd naar de eigen rol van CWI om te bezien of in Nederland of in de EER voldoende arbeidspotentieel aanwezig is om niet de route van de Wav te hoeven gebruiken om het werk in Nederland te laten uitvoeren. De minister van SZW heeft CWI nieuwe instructies gegeven, zodat CWI in de toekomst zelf het arbeidspotentieel in Nederland en/of de EVRES zal bezien, waardoor het zogenaamde prioriteitgenietend aanbod ook daadwerkelijk het eerst in beeld zal worden gebracht.

Uit de IWI-rapportage «Vreemdelingen en arbeid, het vergunningenbeleid van CWI» is het de heer Weekers voorts opgevallen dat niet kan worden vastgesteld of het restrictieve beleid inzake de tewerkstellingsvergunningen in de praktijk ook restrictief wordt uitgevoerd. Hij heeft begrepen dat CWI daar inmiddels nieuw beleid voor heeft geformuleerd en hij verzoekt de minister de Kamer over enige tijd op basis van een update van het IWI-onderzoek te rapporteren hoe dat aangepaste CWI-beleid in de praktijk uitpakt.

Mevrouw Bussemaker (PvdA) memoreert dat de minister van SZW in het overleg van afgelopen september de Kamer min of meer gerust probeerde te stellen over de aantallen asielzoekers en ama's die bij ruimingen waren ingezet. Dat zou wel meevallen, maar helaas blijken de cijfers die indertijd door Netwerk werden genoemd juist te zijn. Het blijkt om ca. 330 mensen te gaan, waaronder meer ama's dan de eerst vermelde 13. In september zei de minister dat geen tewerkstellingsvergunningen aan ama's waren afgegeven, terwijl nu blijkt dat toch enkele ama's, al dan niet met vergunningen, zijn ingezet. De SIOD heeft 531 kopieën van identiteitsbewijzen onderzocht, terwijl de minister in september zei dat het echt niet ging om meer dan 500 mensen. Voor 372 daarvan was een tewerkstellingsvergunning vereist of was arbeid helemaal niet toegestaan. Het een en ander werd door de minister toen afgedaan als een incidenteel geval. Er zou strafrechtelijk onderzoek worden ingesteld en dat was een goede stap, maar de gegevens die de minister in september heeft gegeven blijken achteraf niet te kloppen. Het blijkt veel ernstiger te zijn geweest dan hij de Kamer wellicht zonder dat te weten te heeft meegedeeld. Hoe verklaart hij dat? Waarom heeft het zo lang geduurd voordat de juiste cijfers boven tafel zijn gekomen? Ging het wel om incidentele fouten, zoals hij in september heeft gesteld? De afgelopen weken heeft mevrouw Bussemaker naar haar smaak iets te veel van bewindslieden gehoord dat het om incidentele gevallen zou gaan, zoals bij het debat over de fiscale vrijstaten, bij het debat over illegale arbeid, bij het debat over het oneigenlijk inzetten van asielzoekers.

De minister heeft eerder gezegd dat asielzoekers niet alleen mogen worden ingezet voor zwaar en vies werk. Natuurlijk is de fractie van mevrouw Bussemaker het daarmee eens. In zijn brief geeft de minister aan dat hij zich daaraan heeft gehouden omdat er in totaal zo'n 4000 arbeidskrachten bij de ruimingen zijn ingezet. Zijn dan dat de studenten die volgens staatssecretaris Rutte al het werk moeten aanvaarden dat er is? Waren het in het algemeen laag opgeleide mensen, mensen die zich hebben gemeld bij CWI, mensen die op de een en andere manier zijn geronseld?

Het is duidelijk dat de ministeries van SZW, van LNV en van Financiën, met name de Belastingdienst, in september niet goed met elkaar hebben gecommuniceerd. Er zijn ook op dat punt enkele verbeteracties voorgesteld. Zijn er ook enkele bij die nog niet in de brief van maart zijn vermeld? Is het draaiboek voor de gemeenschappelijke noodprocedures van COA, IND en CWI er bijvoorbeeld al?

Ook mevrouw Bussemaker vindt het een goede zaak dat de procedures voor de tewerkstellingsvergunningen voor asielzoekers worden verkort tot vijf weken, maar waarom is daartoe niet eerder overgegaan? Het is toch belangrijk dat in ieder geval erkende asielzoekers zo snel mogelijk in de gelegenheid worden gesteld zich nuttig te maken op de arbeidsmarkt?

Het heeft ook mevrouw Bussemaker verbaasd dat CWI in het kader van de Wav blijkbaar niet hoeft aan te geven welke acties zijn ondernomen om in de vacatures te voorzien. In de brief van 12 november onthoudt de minister zich van een mening. Vindt hij, zoals wellicht uit zijn brief van maart kan worden opgemaakt, dat CWI dat eigenlijk wel zou moeten doen en dat CWI die opdracht ook zou krijgen?

Wat de draaiboeken van LNV betreft, vindt zij het zorgelijk dat bij de vorige crisis nogal onzorgvuldig met hygiënische en medische aspecten is omgegaan, waaraan een toch al kwetsbare groep ook is blootgesteld. Hoe zal dat in de toekomst kunnen worden voorkomen? Er zijn de nodige fouten gemaakt en er hebben zich echt mensonterende situaties voorgedaan. Ook daarvan heeft zij de afgelopen tijd iets te veel gehoord.

Antwoord van de bewindslieden

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit merkt op dat de secretaris-generaal van LNV gehoord de minister formeel beslist of er sprake is van een crisis. Op dat moment treedt volgens de draaiboeken het crisismanagement op. Helaas is de afgelopen jaren daarmee de nodige ervaringen opgedaan. Volgens protocollen worden vervolgens het nationaal crisiscentrum op BiZa geïnformeerd en eveneens de Voedselen warenautoriteit. Met name naar aanleiding van de vogelpest is in de draaiboeken opgenomen dat wanneer er behoefte is aan personele medewerking voor een adequate bestrijding van de crisis de daartoe geëigende instanties van SZW worden ingeschakeld. Die behoefte is afhankelijk van de aard van de crisis. Zo ging het bij de varkenspest en de mond- en klauwzeer om een beduidend kleiner aantal dieren dan bij de vogelpest en uiteraard ook om zeer verschillende bestrijdingsmethodes. Bij de varkenspest en de mond- en klauwzeer zal, zoals onlangs de Europese Commissie heeft gesteld in de toekomst vaccineren mogelijk zijn als onderdeel van de bestrijdingsmethode. Voor vogelpest bestaat nog geen afdoend serum, nog afgezien van de praktische mogelijkheid om zulke grote aantallen dieren te vaccineren.

Bij de bestrijding van de vogelpest verleden jaar zijn ca. 4000 mensen ingeschakeld. Dat waren allereerst uitzendkrachten die regulier kippen vangen voor de slacht. Omdat het om zulke grote aantallen ging, moest ook een beroep worden gedaan op nog andere bronnen, zoals werkwilligen via uitzendbureaus. Op 14 maart versprong het virus naar het zuiden van het land, waardoor er een nog veel grotere personele capaciteit nodig was. Hij is het er natuurlijk mee eens dat zoiets niet meer op deze wijze mag gebeuren, maar met de inmiddels genomen maatregelen, bijvoorbeeld het tijdig inschakelen van de desbetreffende instanties van SZW, zal dat zijns inziens ook kunnen worden voorkomen.

De evaluatie is nog niet klaar en hij heeft persoonlijk nog niet een eerste concept ervan gezien. Naar verwachting zal die de eerste helft van april zijn afgerond, waarna de Kamer het rapport natuurlijk onmiddellijk zal krijgen. Daarbij zal het kabinet ook aangeven op welke manier de lessen die uit de evaluatie kunnen worden getrokken in beleid zijn of zullen worden vertaald.

De gezondheidsaspecten rondom de ruiming is een verantwoordelijkheid van zijn collega van VWS. In de crisisaanpak is er dan ook sprake van zeer nauwe samenwerking en overleg met dat ministerie dat ook in het crisisteam is opgenomen. Op basis van de ervaringen van verleden jaar zijn degenen die betrokken zijn geweest bij de ruiming in het afgelopen weekend in ieder geval nog beter beschermd.

Wegens dringende bezigheden elders staan de commissies de minister van LNV toe om de vergadering te verlaten.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid merkt op dat onderscheid moet worden gemaakt tussen een crisis in de sfeer van de volksgezondheid of de landbouw en een crisis in de sfeer van de werkgelegenheid, bijvoorbeeld dat er voor bepaald zeer dringend werk geen mensen voorhanden zijn. In het geval van de vogelpest was er ook sprake van die zgn. werkgelegenheidscrisis en daarop slaat de voorgestelde noodprocedure waarmee de totale proceduretijd in acute noodsituaties kan worden terruggebracht tot maximaal 72 uur.

In de brief van 12 november 2003 wordt voorts onderscheid gemaakt tussen een crisissituatie en een noodprocedure. Voor het inzetten van een noodprocedure is altijd de minister van SZW verantwoordelijk. De behoefte aan die procedure kan vanuit de betrokken diensten ontstaan. Na gemeenschappelijke vaststelling van die behoefte, blijft het aan de minister om daartoe te beslissen. Die behoefte kan natuurlijk ook ontstaan op het niveau van de overheid, bijvoorbeeld in het geval van de vogelpest. Deze procedure is in de handboeken opgenomen, zodat CWI, COA en IND in voorkomende gevallen weten hoe ze moeten handelen. Voor alle duidelijkheid zegt hij overigens toe de werkwijze van de noodprocedure op schrift te stellen en aan de Kamer voor te leggen.

Het SIOD/AID-onderzoek is inmiddels afgerond, zoals de Kamer overigens in november al is meegedeeld. Tegen de verdachte heeft SIOD proces-verbaal opgemaakt op grond van valsheid in geschrifte, ontduiking van belasting- en sociale verzekeringspremies en overtreding van de Wav. De rechter moet zich nog over deze bevindingen uitspreken en de zaak staat voorlopig voor mei 2004 op de rol.

In zijn brief spreekt de minister niet over een incident maar over een individueel geval dat zeer ernstig is genomen en waarnaar dan ook een strafrechtelijk onderzoek is ingesteld. Naar aanleiding van dit geval is nogal wat in werking gesteld om dat in de toekomst te voorkomen.

Hij heeft tot nu toe geen signalen gekregen dat de termijnen die nu moeten worden gehanteerd in de praktijk niet kunnen worden gehaald. Hoewel asielzoekers ook prioriteitgenietend aanbod kunnen zijn, heeft CWI hem toegezegd werkgevers die een tewerkstellingsvergunning voor een asielzoeker vragen aan te zullen bieden te zoeken naar ander prioriteitgenietend aanbod in Nederland. Overigens zal bij crises de snelheid van handelen wel eens voorop kunnen staan. Hij zegt toe, IWI te vragen nog eens te bezien hoe het aangepaste CWI-beleid in de praktijk uitpakt en daar in het volgende jaarverslag bij het commentaar op het CWI-jaarverslag op terug te komen.

Hij kan zich niet herinneren in het overleg van september de getallen te hebben genoemd die mevrouw Bussemaker naar voren bracht. Op dat moment is de informatie verstrekt waarover hij beschikte. Informatie aan de Kamer baseert hij nooit op basis van informatie die vanuit de media komt. Na onderzoek van de SIOD/AID zijn in de brief van 12 november de concrete aantallen genoemd en is ook nadere informatie verstrekt. Op basis van dat onderzoek loopt er nu ook een gerechtelijke procedure.

Voor zover hij heeft begrepen zijn er in het verleden geen pogingen gedaan om de procedures te bekorten, waarschijnlijk omdat daartoe geen aanleiding bestond. Die wens komt overigens meestal naar boven als zich een calamiteit voordoet en procedures belemmerend werken.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Hamer

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Atsma

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nava


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Bibi de Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GroenLinks), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), voorzitter, Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), De Ruiter (SP), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Bruls (CDA), Varela (LPF), Eski (CDA), Koomen (CDA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF) en Hirsi Ali (VVD).

Plv. leden: Depla (PvdA), Dittrich (D66), Blok (VVD), Kant (SP), Halsema (GroenLinks), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Tonkens (GroenLinks), Omtzigt (CDA), Adelmund (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Visser (VVD), Algra (CDA), Lazrak (Groep Lazrak), Vietsch (CDA), Van der Vlies (SGP), Hessels (CDA), Hermans (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijk (CDA), Wilders (VVD), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Eerdmans (LPF) en Schippers (VVD).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), voorzitter, Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Van den Brand (GroenLinks), Herben (LPF), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Koomen (CDA), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Verdaas (PvdA) en Kruijsen (PvdA).

Plv. leden: Slob (ChristenUnie), Örgü (VVD), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Hofstra (VVD), Van Miltenburg (VVD), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Duivesteijn (PvdA), Eerdmans (LPF), Vos (GroenLinks), Van Heteren (PvdA), Van Lith (CDA), Van Gent (GroenLinks), Van Bochove (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Jager (CDA), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA), Dubbelboer (PvdA) en Van As (LPF).

Naar boven