17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 257
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 1 maart 2004

Bij brief van 10 februari 2003 verzoekt de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid mij om nadere informatie met betrekking tot de inzet van asielzoekers bij werkzaamheden in het kader van de bestrijding van de vogelpest. Met deze brief doe ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, de gevraagde informatie toekomen.

De stand van zaken met betrekking tot de rapportage van de rijksrecherche over het handelen van de inspectie van 's rijks belastingen.

Bedoeld onderzoek heeft onder leiding gestaan van de landelijk coördinerend officier van justitie voor Rijksrecherchezaken. De FIOD-ECD is daarbij betrokken. De rapportagelijn loopt van de officier van justitie naar het functioneel parket. Uit informatie is gebleken dat het onderzoek nog niet is afgerond met een rapport. Indien uit dit onderzoek een vermoeden blijkt van een strafbaar feit, wordt u daarover door de staatssecretaris van Financiën geïnformeerd.

Informatie over de inzet van alleenstaande minderjarige asielzoekers al dan niet met tewerkstellingsvergunning.

CWI heeft mij laten weten dat door CWI geen tewerkstellingsvergunningen zijn afgegeven voor alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama's) ten behoeve van werkzaamheden in het kader van de bestrijding van de vogelpest.

Over de inzet van alleenstaande minderjarige asielzoekers zonder tewerkstellingsvergunning kan ik het volgende melden. Uit het SIOD-onderzoek is gebleken dat er onder de ingezette ruimers bij de 10 a-select geselecteerde pluimveebedrijven – binnen het opsporingsonderzoek – tenminste 16 personen zijn met een zgn. ama-status (verblijf als alleenstaande minderjarige asielzoeker). Deze personen beschikten niet over een tewerkstellingsvergunning.

In totaal heeft de verdachte intermediair ruim 300 pluimveebedrijven geruimd. Hierbij moet worden opgemerkt dat de 16 personen met een ama-status naar verwachting bij meerdere van de ruim 300 bedrijven hebben geruimd. Hoeveel ama's in totaal hebben geruimd, is niet te achterhalen. In mijn brief van 12 november 2003 heb ik gepoogd inzicht te verschaffen in het totale aantal (vermoedelijke) overtredingen in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen.

Welke afspraken zijn gemaakt om een dergelijk voorval in de toekomst te voorkomen?

De procedure voor toekomstige urgente crisissituaties is gereed. Het draaiboek voor de gemeenschappelijke noodprocedure van COA, IND en CWI zal mij naar verwachting vóór 15 maart 2004 worden aangeboden. CWI heeft mij al wel gemeld dat het draaiboek er in voorziet dat COA, IND en CWI in een crisissituatie in staat zijn om binnen 72 uur een verzoek om een tewerkstellingsvergunning voor een asielzoeker af te ronden. Dit is op dit moment (vanaf 1 februari 2004) – zou zich onverhoopt een nieuwe crisissituatie aandienen – in de praktijk al realiseerbaar. Door de inkorting van deze termijn wordt bewerkstelligd dat werkgevers in crisissituaties snel aan de wettelijke vereisten kunnen voldoen voor het inzetten van asielzoekers.

Verder heb ik in mijn brief van 12 november 2003 aan de Tweede Kamer toegezegd CWI te verzoeken om aan werkgevers die een tewerkstellingsvergunning voor asielzoekers aanvragen tevens bemiddeling aan te bieden (zoeken naar ander prioriteitgenietend aanbod in Nederland). Dit ondanks het feit dat het juridisch gezien (voor de uiteindelijke beslissing over een tewerkstellingsvergunning voor asielzoekers) niet noodzakelijk is om te zoeken naar ander geschikt prioriteitgenietend aanbod in Nederland. Dit verzoek aan CWI is zeker wenselijk in geval er tewerkstellingsvergunningen worden aangevraagd voor ama's. Met de Raad van Bestuur CWI heb ik in november 2003 deze afspraak gemaakt.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven