17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 248
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 23 mei 2003

1. Algemeen

Hierbij stel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, op de hoogte van de voortgang inzake de omvorming van de Regionale interdisciplinaire fraudeteams (Rif's) tot een interventiestructuur. Eerder heb ik uw Kamer bij brief (SOZA-02-847) het Handhavingsprogramma 2003–2006 toegestuurd, waarin onder intensivering nr 6 («interventies opmaat: herijking Rif's en uitbreiding interventieteams») deze beleidswijziging is aangekondigd.

De hiermee beoogde intensivering zal worden gerealiseerd door het opzetten van één landelijk dekkende structuur, die zwart werk, illegale arbeid, sociale zekerheids- en fiscale fraude in geheel Nederland aanpakt. In projectteams zullen de Belastingdienst, UWV, SVB, de Arbeidsinspectie, het OM en gemeenten samenwerken. Er komen 9 regio's waarin de projecten worden uitgevoerd. Tegelijkertijd worden de huidige samenwerkingsverbanden (Bouw interventieteam – BIT, Westland interventieteam – WIT, Confectie interventieteam – CIT) ondergebracht in de nieuwe structuur.

De nieuwe structuur maakt een steviger en beter gecoördineerde aanpak van genoemde vormen van fraude mogelijk door een verbeterde structuur voor afstemming en aansturing op landelijk niveau. Voor de maatregel is € 10 mln. extra vrijgemaakt om meer opbrengsten aan premie-inkomsten, besparingen op uitkeringen en bestrijding illegale tewerkstelling te kunnen realiseren. Zo zullen 65 extra inspecteurs in het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen worden ingezet. Gemeenten worden via een stimuleringsregeling in staat gesteld deel te nemen aan de interventieteams om zwartwerk te bestrijden. In totaal gaat het daarbij om 275 volledige banen.

2. Afbouw Rif's; nieuwe opdracht aan interventiestructuur

Bestrijding van fraude op het terrein van de sociale zekerheid, fiscaliteit en WAV door middel van samenwerking acht ik van grote betekenis. De afgelopen jaren hebben de Rif's op dit terrein een pioniersfunctie vervuld door fraudestructuren in kaart te brengen, om vervolgens zowel de individuele uitvoeringsorganisaties als de wetgever op deze structuren te attenderen. Er ligt inmiddels een schat aan informatie, waarmee belangrijke vervolgstappen kunnen worden ondernomen om de fraude ook daadwerkelijk aan te pakken. In concreto betekent dit dat de repressieve aanpak zal worden versterkt. Met de beschikbare informatie kan het repressieve traject worden ingegaan om uitbreiding van fraude een halt toe te roepen. De meerwaarde ten opzichte van de huidige Rif-structuur wordt gevonden in de mogelijkheid om snel en flexibel op alle plaatsen in het land in te springen op signalen en geconstateerde problemen door middel van een landelijk dekkend netwerk aan teams.

Daarnaast zal het onderwerp van onderzoek zich niet meer primair richten op het signaleren van fraudestructuren, maar zich toespitsen op een intensivering van de aanpak van bekende misstanden op het terrein van de WAV, werkgevers-, werknemersen bijstandsfraude. Dit zal vooral gebeuren door meer repressieve controles en eventueel lichte opsporing. Gerichtere controles zullen plaatsvinden aan de hand van risicoanalyses, die door de gezamenlijke organisaties en gemeenten worden opgesteld. Op deze wijze wordt de capaciteit voor controle/opsporing adequaat ingezet. Het doel van de interventiestructuur is dan ook gelegen in het zo snel mogelijk herstellen van de rechtmatige situatie in een branche of grootstedelijk gebied door middel van repressief optreden. Een belangrijke reden voor deze nieuwe doelstelling ten aanzien van de samenwerking tussen de betrokken organisaties en gemeenten is dat geconstateerd is dat het in kaart brengen van de fraudestructuren (huidige taak Rif's) voldoende is gerealiseerd, terwijl de daadwerkelijke aanpak van al gesignaleerde fraudeproblemen nog beter kan.

Het is daarom naar mijn oordeel een logische stap om de huidige Rif's om te vormen tot een interventiestructuur. De reeds bestaande interventieteams (WIT, CIT, BIT) zullen deel uitmaken van de nieuwe structuur.

3. Structuur en werkwijze van de nieuwe interventieteams

De landelijk dekkende structuur zal worden vormgegeven door middel van 9 geografische regio's, waarin projecten kunnen worden gestart. Projecten worden uitgevoerd in één regio, in meerdere regio's of met een landelijke insteek. Stand-by-faciliteiten als kantoorruimte en automatisering bevorderen een snelle start van projecten en leiden tot flexibiliteit die het mogelijk maakt om direct op actuele problematiek in te spelen. Door de eenvoudige organisatiestructuur zullen bovendien de kosten tot een minimum worden beperkt en zullen deze vooral betrekking hebben op inzetbaar personeel dat controles/lichte opsporing verricht.

Over de interventiestructuur is overeenstemming bereikt met alle organisaties, gemeenten en betrokken departementen. Er zal een organisatiestructuur komen, die bestaat uit twee niveaus: een Landelijke Stuurgroep (LS) en projecten die regionaal worden uitgevoerd door landelijke dan wel lokale projectleiders vanuit de organisaties/gemeenten. De LS is verantwoordelijk voor – en neemt besluiten over – alle zaken rond o.a. de keuze van projecten, inzet van personeel, continuïteit van de projecten en de projectresultaten. De projecten worden onder verantwoordelijkheid van het betreffende stuurgroeplid van de LS uitgevoerd. De projectideeën zullen naar verwachting veel vanuit de regio's worden aangemeld, maar kunnen ook direct door de stuurgroepleden zelf worden aangedragen.

Om projectideeën vanuit de regio's te kunnen genereren worden 9 regionale platforms opgericht, die onder verantwoordelijkheid van gemeenten zullen functioneren. Deze platforms hebben tot doel de bestaande regionale contacten en de uitwisseling van expertise tussen de organisaties op lokaal niveau te waarborgen. Voorts worden aan de 9 regionale platforms 2 fte toegekend om de functie van het platform goed te kunnen invullen. Deze fte zullen ook worden gebruikt om het gehele gemeentelijk veld zowel bij de projectideeën als de uitvoering van een gekozen project te betrekken.

Gezien het landelijk dekkend bereik van de interventiestructuur kunnen in beginsel alle gemeenten in de regio's waar projecten worden uitgevoerd zich daarbij aansluiten door controle-/opsporingsfunctionarissen vanuit die gemeenten in te zetten in het project. Gemeenten kunnen via de onlangs in de Staatscourant gepubliceerde subsidieregeling «Tijdelijke regeling stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw» hiervoor subsidie aanvragen.

4. Start van de nieuwe structuur

De start van de nieuwe structuur zal in juni 2003 plaatsvinden, waarbij de operationele start van de eerste projecten «nieuwe stijl» in de loop van het jaar zal worden gerealiseerd. Het jaar 2003 zal worden gebruikt voor de afbouw van de vaste Rif-kern en organisatie (structuur, gebouwen, vaste medewerkers etc). Lopende Rif-projecten zullen in ieder geval eind 2003 worden afgerond, zodat de controle-/opsporingscapaciteit vanuit de organisaties en gemeenten, volledig voor de nieuwe projectteams beschikbaar komt. Met deze geleidelijke overgang naar interventieprojecten wordt bereikt dat de continuïteit in samenwerking wordt gewaarborgd, zonder dat dit ten koste gaat van de opbrengsten die van de interventieprojecten worden verwacht.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Naar boven