36 725 XXII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

D GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID KEMPERMAN C.S. TER VERVANGING VAN DE MOTIE GEPUBLICEERD ONDER DE LETTER C

Voorgesteld 10 december 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende;

  • dat de bezwaren van een meerderheid van de Kamer jegens de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) niet zijn weggenomen door de ervaringen uit de praktijk;

overwegende;

  • dat er nog veel onduidelijkheden zijn over de uitwerking van de Wkb in de praktijk;

  • dat de kwaliteit van het bouwen in Nederland op orde is en primair een verantwoordelijkheid is van de bouwsector;

  • dat het toezicht op de kwaliteit van het bouwen wegens doelmatigheidsredenen primair een taak behoort te zijn van het bevoegd gezag;

  • dat de Wkb niet aantoonbaar leidt tot kostenbesparingen in de bouw;

  • dat de wooncrisis in Nederland vraagt om doeltreffende, duidelijke wetgeving die bijdraagt aan efficiënt en effectief bouwen en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en risico’s;

  • dat het kabinet zelf ook inzet op het schrappen van overbodige wet- en regelgeving in het kader van STOER;

verzoekt de regering;

  • in elk geval de werking van de Wkb niet verder uit te breiden, dus ook niet naar verbouwactiviteiten;

  • een evaluatie van de Wkb uiterlijk in maart 2026 aan de Tweede en Eerste Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kemperman

Crone

Rietkerk

Naar boven