36 545 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie (Pb EU 2022, L 275) (Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen)

A VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 12 november 2024

Inleiding:

De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, CDA, SP en OPNL hebben kennisgenomen van het voorstel van wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen. Deze leden zijn teleurgesteld over de minimale verwerking van de richtlijn en constateren dat het doel, namelijk om armoede onder werkenden te voorkomen, niet wordt behaald door de wijze waarop de regering de richtlijn implementeert. Deze leden constateren dat de afhankelijkheid van toeslagen door hardwerkende Nederlanders niet afneemt na implementatie van de wet. De aan het woord zijnde leden hebben daarom enkele vragen aan de regering.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben daarover een tweetal vragen aan de regering.

Vragen van de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, CDA, SP en OPNL gezamenlijk:

De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, CDA, SP en OPNL hebben de volgende vragen over het voorliggende wetsvoorstel:

Klopt het dat de richtlijn is toegespitst op een toereikend loon, en niet op een toereikend inkomen? Indien dit niet klopt, waaruit blijkt dit? Indien dit klopt, waarom wordt bij de Nederlandse implementatie gekozen voor een indicatieve referentiewaarde die betrekking heeft op het inkomen, en niet op zuiver loon? Hoe apprecieert de regering het risico dat de toetsing van inkomen in plaats van loon bij de Nederlandse implementatie van de Europese richtlijn de afhankelijkheid van toeslagen bij werkenden verder verankert in de wet? Is de regering van mening dat het minimumloon toereikend is zoals bedoeld in de richtlijn, wanneer het nog aangevuld moet worden met toeslagen?

Het NIBUD is in staat om koopkrachtberekeningen voor 117 voorbeeldhuishoudens te maken. Wat is de motivatie van de regering om voor slechts zes huishoudtypes te kiezen bij referentiewaarde a, en om dan ook nog eens te werken met een gemiddelde van deze zes huishoudtypes, wat bovendien om een ongewogen gemiddelde gaat? Acht de regering deze berekening als voldoende representatief om te fungeren als basis voor een referentiewaarde voor de toereikendheid van het minimumloon? Op welke manier zal deze referentiewaarde gewogen worden?

Hoe apprecieert de regering de doelstelling van de richtlijn? Op welke concrete manieren is de doelstelling van de richtlijn vertaald in de voorgestelde implementatie? Voldoet de voorgestelde implementatie aan de doelstelling van de richtlijn? Zo ja, op welke manier is hierin voorzien? Zo nee, hoe komen we alsnog tot een volledige implementatie? Welke gevolgen zijn er voor Nederland als de implementatie niet voldoet aan de richtlijn?

De vier criteria die de richtlijn voorschrijft zijn in het wetsvoorstel verbonden aan de vierjaarlijkse evaluatie van het minimumloon. Wat is de status van deze evaluatie? Welke weging krijgen de vier criteria uit de richtlijn in de implementatiewet? Leidt de evaluatie op basis van de vier criteria tot een verhoging van het minimumloon? Zo nee: voldoet Nederland dan wel aan de richtlijn?

Is de regering bekend met de manier waarop de richtlijn geïmplementeerd wordt in buurlanden zoals Duitsland en België? Hoe verhoudt de implementatie in Nederland zich tot de implementatie in de buurlanden? Hoe schat de regering de kans in dat een andere, ruimere interpretatie van de richtlijn door onze buurlanden ertoe zal leiden dat mensen liever daar willen werken dan in Nederland?

Klopt het dat Ierland de enige andere EU-lidstaat is die een minimumjeugdloon kent zoals Nederland? Is de regering bekend met de uitspraak van de Ierse Low Pay Commission dat het Ierse minimumjeugdloon niet in lijn is met de richtlijn, en dat Ierland het minimumjeugdloon daarom gaat afschaffen? Zo ja: hoe apprecieert de regering de Ierse argumentatie indien die wordt toegepast op de Nederlandse situatie? Waarom voldoet Nederland dan met deze implementatie wél aan de richtlijn? Kan de regering komen met een appreciatie? Loopt Nederland niet het risico outlier te worden op Europees niveau op het moment dat Ierland het minimumjeugdloon afschaft?

Klopt het dat het minimumjeugdloon is ingevoerd onder andere om jeugdwerkloosheid tegen te gaan? Is de omvang van de jeugdwerkloosheid hetzelfde als ten tijde van de invoering? Zo ja: is het instrument dan wel effectief voor het terugdringen van jeugdwerkloosheid? Zo nee: welke redenen zijn er om het minimumjeugdloon aan te houden, met oog op de krapte op de arbeidsmarkt? Klopt het dat uit onderzoeken van het CPB en SEO blijkt dat de effecten op de opleidingsgraad en het onderwijsdeelname van eerdere verhogingen van het minimumjeugdloon, beperkt zijn?

Klopt het dat de implementatiewet het inhouden van loon toestaat voor bepaalde doeleinden, zoals voor huisvesting? Klopt het dat onder bestaande wetgeving de inhouding van loon voor huisvesting bij detachering niet is toegestaan? Klopt het dat dit volgens de implementatiewet wel is toegestaan voor de huisvesting van arbeidsmigranten? Kent de regering gevallen waar dit is toegestaan, anders dan bij de huisvesting van arbeidsmigranten? Zo ja, welke? Zo nee, voldoet deze uitzondering aan de eis van non-discriminatie in de richtlijn? Klopt het dat het maximale percentage van 25% een maximum betreft op het minimumloon, maar dat bij een hoger loon, al is dat enkele euro’s meer, meer ingehouden mag worden? Hoe past de toegestane inhouding voor de huisvesting van arbeidsmigranten in de context van de aanbevelingen over de huisvesting van arbeidsmigranten van de commissie-Roemer, die de Tweede Kamer integraal heeft overgenomen?

Is de regering bekend met de reflecties van DNB op de wenselijkheid om de economie in te richten met sectoren waar de productiviteit hoog ligt en waar de welvaart verder door toeneemt, met minder laagbetaalde banen?2 Zo ja, hoe reflecteert de regering hierop? Zo nee, kan de regering op een later moment komen met een appreciatie? Hoe kijkt de regering naar de ontwikkeling van de verhouding tussen werk tegen lager loon en werk tegen hoger loon naar de toekomst toe?

Is de regering het met de aan het woord zijnde leden eens dat het arbeidstekort een prangend probleem is? Is de regering bekend met onderzoeken waaruit blijkt dat er een positieve relatie bestaat tussen hogere lonen en de vermindering van arbeidstekorten?3 Zo ja, waarom wordt er niet sterker ingezet op een verhoging van het minimumloon? Zo nee, is de regering bekend met onderzoeken waaruit het tegendeel blijkt?

Is de regering bereid om onder andere via het minimumloon de arbeidsmarkt te sturen? Zo ja, hoe wil zij dat doen? Zo nee, waarom niet?

Is de regering bekend met de motie-Van Kent en Patijn over een onderzoek naar de gevolgen voor volwassenen van het huidige minimumjeugdloon?4 Hoe is de regering van plan deze motie uit te voeren? Welke gevolgen overweegt de regering te verbinden aan de uitkomsten van het onderzoek?

In artikel 4, lid 1, onderdeel c, wordt ingegaan op maatregelen die werknemers en vakbondsvertegenwoordigers moet beschermen tegen discriminatie op een specifieke grond, namelijk de wens om deel te nemen aan collectieve onderhandelingen. Van de vakbonden vernemen deze leden dat werknemers geregeld slechtere werkroosters krijgen, de onwelgevallige werktaken moeten uitvoeren, minder uren worden ingeroosterd, of een promotie mislopen, wanneer zij wensen deel te nemen aan collectieve onderhandelingen. Hoe wil de regering – met het oog op de implementatie van deze richtlijn – deze cultuur een halt toeroepen?

Is de regering bekend met het advies van de Belgische Nationale Arbeidsraad dat bescherming tegen inmenging bij collectieve onderhandelingen in wetgeving moet worden opgenomen om te voldoen aan de Europese richtlijn?5 Op welke manier is deze bescherming geregeld in Nederland? Welke jurisprudentie bestaat op dit gebied? Waarom is bij de implementatie niet gekozen om de onafhankelijkheid van partijen betrokken bij collectieve onderhandelingen, expliciet in de wet op te nemen?

Klopt het dat de richtlijn een cao-dekkingsgraad van tenminste 80% voorschrijft als streven, en opdraagt een actieplan op te stellen om de dekkingsgraad te verhogen in lidstaten waar deze onder de 80% ligt? Klopt het dat in Nederland de cao-dekkingsgraad lager is dan 80%? Zo ja, welke stappen zijn al ondernomen voor het opstellen van het voorgeschreven actieplan? Welke stappen moeten nog genomen worden? Wat is de organisatiegraad onder werkgevers? Klopt het dat wanneer de organisatiegraad ook bij werkgevers afneemt, ook de algemeenverbindendverklaring in het geding komt? Vindt de regering het een goede of slechte ontwikkeling als de algemeenverbindendverklaring afneemt? Wil de regering het antwoord op de vorige vraag toelichten?

Klopt het dat in veel EU-lidstaten het recht op toegang tot de werkvloer voor werknemersorganisaties wettelijk is verankerd, waardoor zij beter in contact kunnen staan met werknemers en een robuustere onderhandelingspositie hebben? Waarom is in de wet niet gekozen om toegang tot de werkvloer voor vakbonden te beschouwen als onderdeel van de bescherming van het recht op collectieve onderhandelingen, met het oog op de representativiteit van vakbonden en de cao-dekkingsgraad? Welke maatregelen kunnen volgens de regering nog meer genomen worden om de representativiteit van vakbonden te verbeteren en het recht op collectieve onderhandelingen te versterken?

Welke middelen zijn er in huidige wetgeving om werknemers die aanspraak willen maken op hun recht op collectieve onderhandelingen, te beschermen van discriminatie in vormen anders dan ontslag? Is de regering bekend met wetgeving in buurlanden die hierop ziet? Is de bescherming tegen discriminatie van werknemers die collectief willen onderhandelen voldoende geregeld om te voldoen aan de Europese richtlijn? Zo ja, met welke maatregelen? Zo nee, waarom is hier niet voor gekozen?

Vragen van de leden van de ChristenUnie-fractie:

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in artikel 6 van de nieuwe Europese richtlijn enkele voorwaarden staan met betrekking tot het minimumjeugdloon. Dit moet non-discriminatoir, evenredig en toereikend zijn. Komt het huidige minimumjeugdloon in Nederland door de toets van de Europese Commissie? Indien dit niet het geval is, welke stappen zullen er door de regering worden gezet?

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien met belangstelling uit naar de beantwoording van de gestelde vragen en ontvangen deze graag binnen vier weken.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Vos

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van der Bijl


X Noot
1

Samenstelling:

Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Van Gasteren (BBB), Van Wijk (BBB), Vos (GroenLinks-PvdA (voorzitter), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Petersen (VVD), Geerdink (VVD), Van Ballekom (VVD), Bakker-Klein (CDA), Bovens (CDA), Moonen (D66) (ondervoorzitter), Belhirch (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Nanninga (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Huizinga-Heringa (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

DNB, jaarverslag 2023: Naar een economie die beter werkt voor iedereen, 13 maart 2024, Externe link: https://www.dnb.nl/publicaties/publicaties-dnb/jaarverslag/jaarverslag-2023/ & DNB, Met slimmer werken personeelstekorten te lijf, 9 oktober 2024, Externe link: https://www.dnb.nl/algemeen-nieuws/achtergrond-2024/met-slimmer-werken-personeelstekorten-te-lijf/.

X Noot
3

J.J. Koopmans, V. Vrijmoeth & T. de Vos (2022), Arbeidstekorten hand in hand met lage lonen, ESB 107(4809), p. 208–210, Externe link: https://esb.nu/arbeidstekorten-hand-in-hand-met-lage-lonen/ & W. Zwysen (2023), Labour shortages: turning away from bad jobs, European Trade Union Institute 2023/03, Externe link: https://www.etui.org/publications/labour-shortages-turning-away-bad-jobs.

X Noot
4

Kamerstukken II 2024–2025, 36 545, nr. 14.

X Noot
5

Advies Conseil National du Travail / Nationale Arbeidsraad (CNT/NAR) d.d. 29 maart 2024, nr. 2.414.

Naar boven