35 867 Parlementaire enquête fraudebeleid en dienstverlening

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2024

Op 17 december 2020 presenteerde de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) haar rapport Ongekend onrecht. De ondervragingscommissie concludeerde dat bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslagen de grondbeginselen van de rechtstaat zijn geschonden. Veel mensen zijn hierdoor gedupeerd. In zijn reactie op dit rapport sprak het toenmalige kabinet van een «zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Nederlandse overheid» die het kabinet met een «diep gevoel van schaamte» vervulde.1

Het kabinet herkent zich hierin opnieuw bij het lezen van het eindrapport «Blind voor mens en recht», dat de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening (PEFD) op 26 februari jl. presenteerde (Kamerstuk 35 867, nr. 6). De POK maakte duidelijk wat er gebeurde bij het toeslagenschandaal. De PEFD heeft breder onderzocht hoe de overheid in de periode 1992–2021 de fraudebestrijding heeft vormgegeven op het terrein van sociale zekerheid en toeslagen en welke gevolgen dat had voor mensen. In een verhard politiek en maatschappelijk klimaat zijn volgens de enquêtecommissie de uitvoerende, de rechterlijke én de wetgevende macht blind geweest voor mens en recht. Daardoor zijn levens van mensen vermorzeld, aldus de hoofdconclusie. De enquêtecommissie constateert ook dat de onderliggende patronen nog steeds bestaan. Zonder de juiste maatregelen, veranderingen en waarborgen kan een volgend schandaal weer gebeuren constateert de commissie.

Het kabinet dankt de enquêtecommissie zeer voor haar werk en onderzoek. De overheid moet te allen tijde oog hebben voor mens en recht. En juist daarom trekt het kabinet zich de pijnlijke conclusies zeer aan. Oog en oor hebben voor de mens betekent dat de overheid niet tegenover, maar naast mensen moet staan. Tegelijkertijd is oog hebben voor recht ook zorgen dat regels niet worden overtreden.

Naar aanleiding van het rapport van de POK over de toeslagenaffaire, zijn trajecten in gang gezet die ook een mentaliteitsverandering beogen. In 2021 startte het tienjarige overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering.

Samen met medeoverheden, inspecties en publieke dienstverleners, spant het kabinet zich in voor een beter passende dienstverlening aan burgers en ondernemers, waarin de menselijke maat voorop staat en aandacht is voor emancipatie van de uitvoering. Met het programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning voor Mensen (VIM), werkt het kabinet aan voorstellen om de inkomensondersteuning eenvoudiger en begrijpelijker te maken. Naast de hersteloperatie die gedupeerden van de toeslagenaffaire herstel biedt, is er gewerkt aan concrete verbeteringen binnen het huidige toeslagenstelsel. In het voorjaar van 2023 is een ontwerp voor een stelsel van directe financiering kinderopvang gepresenteerd.2 Kortgeleden heeft het kabinet het Eindrapport Toekomst Toeslagenstelsel aangeboden aan uw Kamer. In dat rapport zijn beleidsopties onderzocht om het toeslagenstelsel af te schaffen of fundamenteel anders in te richten.3 Ook wordt het handhavings- en sanctioneringsbeleid op het gebied van toeslagen en sociale zekerheid herzien.

Het rapport van de PEFD benadrukt het belang van de hierboven beschreven beweging en bevat aanbevelingen die verder gaan of nieuw zijn. De motie-Stultiens c.s. die uw Kamer na het debat met de enquêtecommissie op 25 april heeft aangenomen, vraagt het kabinet om op korte termijn met een reactie te komen op het rapport. Het kabinet heeft de afgelopen periode voorbereidingen getroffen om te komen tot een inhoudelijke reactie op het rapport. Daarbij zijn beleidsopties voorbereid waaraan ambtelijk wordt doorgewerkt. Het kabinet wil het nieuwe kabinet de gelegenheid geven zich te verhouden tot de aanbevelingen van de PEFD en daar in haar eigen keuzes te maken. Daarmee laten we een inhoudelijke reactie aan het volgende kabinet.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij


X Noot
1

Kabinetsreactie rapport «Ongekend onrecht», 15 januari 2021, p. 1. Kamerstukken 2020/21, 35 510, nr. 4.

X Noot
2

Kamerstukken 2023/2024, 35 867, nr. 9.

X Noot
3

Kamerstukken 2023/2024, 31 066, nr. 1340.

Naar boven