36 449 Vereenvoudiging van de banenafspraak en de quotumregeling voor mensen met een arbeidsbeperking (Wet banenafspraak)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 22 mei 2024

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. die recht heeft op arbeidsondersteuning of een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, met dien verstande dat de persoon die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, of 3:8a, eerste lid, van die wet slechts wordt aangemerkt als arbeidsbeperkte indien die persoon arbeid verricht in een dienstbetrekking;

B

Artikel 7, onderdeel F, komt te luiden:

F

Artikel 38b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel c komt te luiden:

c. die recht heeft op arbeidsondersteuning of een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, met dien verstande dat de persoon die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, of 3:8a, eerste lid, van die wet slechts wordt aangemerkt als arbeidsbeperkte indien die persoon arbeid verricht in een dienstbetrekking,

b. Aan het slot van onderdeel e vervalt «of».

c. Er wordt een onderdeel toegevoegd, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door «, of», luidende:

g. die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in Hoofdstuk 6 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en voor wie op grond van artikel 82a, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen bij wijze van experiment het instrument, bedoeld in de artikelen 2:20 en 3:63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, is ingezet.

d. Aan onderdeel e wordt «of» toegevoegd.

e. Onderdeel g vervalt, onder vervanging van «, of» aan het slot van onderdeel f door een punt.

2. In het tweede lid wordt «op grond van artikel 10 van de Participatiewet of artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen een voorziening ontvangt en zonder die voorziening niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Participatiewet» vervangen door «en zonder een voorziening als bedoeld in artikel 10 van de Participatiewet of artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Participatiewet».

C

Na artikel 12 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 12a Toevoeging groep aan doelgroep banenafspraak

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel f vervalt «of».

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door «; of», luidende:

h. die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in Hoofdstuk 6 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en voor wie op grond van artikel 82a, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen bij wijze van experiment het instrument, bedoeld in de artikelen 2:20 en 3:63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, is ingezet.

Artikel 12b Horizonbepaling

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan onderdeel f wordt «of» toegevoegd.

2. Onderdeel h vervalt, onder vervanging van «; of» aan het slot van onderdeel g door een punt.

Toelichting

I. Algemeen

1. Inleiding

Met deze nota van wijziging wordt geregeld dat mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben en werken bij een reguliere werkgever en mensen in de WIA die als volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn aangemerkt en werken met loondispensatie, bij inwerkingtreding van artikel 7, onderdeel F, van het wetsvoorstel tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren. Door deze wijziging komen deze mensen in aanmerking voor dezelfde instrumenten en ondersteuning als de mensen die nu al tot de doelgroep banenafspraak behoren. Dit voornemen is aangekondigd in de brief van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen aan de Tweede Kamer van 7 juni 2023.1 De beoogde datum van inwerkingtreding van de maatregelen in de nota van wijziging is 1 januari 2026. Vanwege de benodigde implementatietijd voor UWV is dit alleen haalbaar als de Eerste Kamer uiterlijk 1 juli 2025 dit wetsvoorstel aanneemt. Mocht dit wetsvoorstel ná 1 juli 2025 worden aangenomen door de Eerste Kamer dan is de eerstvolgende mogelijke datum van inwerkingtreding van de beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak 1 januari 2027. De definitieve datum van inwerkingtreding is afhankelijk van de duur van het parlementaire proces.

In de brief van 7 juni 2023 is een beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak aangekondigd2. Een aantal groepen mensen gaat tot de doelgroep banenafspraak behoren. Het gaat om mensen in de WIA die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben die werken bij een reguliere werkgever, en mensen in de WW die vergelijkbare kenmerken hebben als mensen in de banenafspraak. Op 14 februari jl. is de Tweede Kamer geïnformeerd over wanneer de Tweede Kamer de voorstellen voor de beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak tegemoet kan zien. Hierin is opgenomen dat de beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak deels wordt gerealiseerd via nota van wijziging3. Het gaat dan om mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben die werken bij een reguliere werkgever en mensen met een IVA-uitkering die bij wijze van experiment werken met loondispensatie. De toegang tot de doelgroep banenafspraak voor mensen in de WIA die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen en mensen in de WW die vergelijkbare kenmerken hebben als mensen in de banenafspraak wordt uitgewerkt in een apart wetsvoorstel.

Leeswijzer

Hieronder wordt in paragraaf 1.1 de aanleiding geschetst voor de voorgestelde wijziging. Vervolgens gaat paragraaf 1.2 in op de vormgeving van de voorgestelde wijziging. Paragraaf 1.3, 1.4 en 1.5 gaan respectievelijk in op de evaluatie, de regeldrukeffecten en de financiële consequenties van de voorgestelde wijziging. Tot slot zijn in paragraaf 1.6 de uitvoeringstoetsen samengevat met een reactie van de regering daarop.

1.1 Aanleiding

In de loop van de tijd hebben diverse aanpassingen in de afbakening van de doelgroep banenafspraak plaatsgevonden. Desondanks heeft de regering geconstateerd dat de huidige scherpe afbakening van de doelgroep banenafspraak een van de knelpunten is in de huidige banenafspraak. Zo zijn er mensen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden als mensen die wél binnen de doelgroep banenafspraak vallen, maar die niet in aanmerking komen voor vergelijkbare ondersteuning. Daardoor kunnen zij belemmeringen ervaren bij het vinden van werk. De regering heeft dit geconstateerd tijdens gesprekken met de partijen in De Werkkamer (sociale partners en gemeenten), mensen met een arbeidsbeperking en op basis van het manifest «niet (on)beperkt genoeg» (een initiatief van de Start Foundation).

Daarom heeft het kabinet in de brief van 7 juli 20224 een onderzoek aangekondigd om in kaart te brengen welke mensen nu niet onder de banenafspraak vallen terwijl ze zeer vergelijkbaar zijn. Dit onderzoek naar de afbakening van de doelgroep banenafspraak is uitgevoerd door Panteia. Uit het onderzoek blijkt dat de volgende (groepen) mensen qua kenmerken, oorzaken en ondersteuningsbehoefte vergelijkbaar zijn met de doelgroep banenafspraak: een klein deel van de mensen in de WIA, mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben en werken bij een reguliere werkgever,5 mensen in de WW met vergelijkbare kenmerken als mensen in de banenafspraak en mensen die beschut werken bij een reguliere werkgever.

Op basis van het onderzoek heeft het kabinet in de brief van 7 juni 2023 een beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak aangekondigd. Mensen in de WIA die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben die werken bij een reguliere werkgever, en mensen in de WW die vergelijkbare kenmerken hebben als mensen in de banenafspraak gaan in de nieuwe situatie tot de doelgroep banenafspraak behoren. Dat betekent dat zij net als voor mensen die nu al tot de doelgroep banenafspraak behoren, in aanmerking kunnen komen voor dezelfde instrumenten (onder meer de no-riskpolis en het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak, voor zover nog niet mogelijk). De reden is dat uit het onderzoek blijkt dat deze (groepen) mensen vergelijkbaar zijn met de huidige doelgroep banenafspraak en nu niet tot de doelgroep behoren vanwege hun uitkeringssituatie of omdat de arbeidsbeperking op een ander moment in de tijd is ontstaan.

Het doel van deze aanpassing van de doelgroep banenafspraak is dat mensen met vergelijkbare kenmerken als de huidige doelgroep banenafspraak in aanmerking komen voor dezelfde ondersteuning als de doelgroep banenafspraak. Dit is voor zowel werknemers als werkgevers duidelijker. Het naar voren halen van de toegang tot de banenafspraak voor mensen in de WW met vergelijkbare kenmerken als mensen in de banenafspraak, kan bovendien bijdragen aan het voorkomen van doorstroom van de WW naar de bijstand. De doelstelling voor de banenafspraak wordt als gevolg van deze beperkte verbreding niet verhoogd. Het aantal mensen dat bij de voorgestelde beperkte verbreding van de doelgroep tot de doelgroep gaat behoren is naar verwachting beperkt. Naar verwachting gaat het om ca. 15.000 mensen waarvan een deel reeds werkt.6 Ook blijkt uit het onderzoek van Panteia dat de effecten qua verdringing gering zijn.

Zoals eerder benoemd wordt met deze nota van wijziging het wetsvoorstel zo aangepast dat mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben die werken bij een reguliere werkgever en mensen in de WIA die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn die werken met loondispensatie tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren.

1.2 Vormgeving per onderdeel

In de vorige paragraaf is op hoofdlijnen de beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak omschreven. Deze paragraaf gaat achtereenvolgens in op de twee subonderdelen en vervolgens op de samenhang met het Tijdelijk besluit experiment bredere inzet van re-integratie instrumenten en de gevolgen voor de metingen.

Mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben en werken

In de praktijk komt het voor dat een klein deel van de mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben (hierna: mensen met een Wajong DGA-uitkering) werken bij een reguliere werkgever. Uit het eerdergenoemde onderzoek van Panteia komt naar voren dat deze kleine groep qua kenmerken en oorzaken als gevolg waarvan sprake is van een ondersteuningsbehoefte vergelijkbaar is met de huidige doelgroep banenafspraak. Als werkgevers mensen met een Wajong DGA-uitkering in dienst nemen, telt hun dienstverband niet mee voor de banenafspraak. Mensen met een Wajong DGA-uitkering behoren namelijk niet tot de doelgroep banenafspraak.

Als mensen met een Wajong DGA-uitkering werken, is het vanuit het perspectief van de werkgever en de arbeidsparticipatie van de betrokkene echter wel wenselijk dat zij tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren. Daarom voorziet deze nota van wijziging daarin.

Voor werkgevers betekent dit dat de dienstverbanden die zij met deze mensen zijn aangegaan, gaan meetellen voor de banenafspraak. Ook blijven zij in aanmerking komen voor het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak dat in dit wetsvoorstel structureel wordt gemaakt. Hiermee ontvangt de werkgever dus extra ondersteuning voor het in dienst hebben van deze mensen. Werkgevers kunnen momenteel voor mensen met recht op een Wajong DGA-uitkering een loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden ontvangen. In het wetsvoorstel is opgenomen dat de doelgroep van de banenafspraak en de doelgroep voor het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak gelijk wordt. Voor Wajong DGA zou dit als gevolg hebben dat niet langer recht zou bestaan op het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak. Door het bij wijze van deze nota van wijziging toevoegen van Wajong DGA aan de doelgroep banenafspraak, blijft het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak beschikbaar voor werkgevers van mensen met recht op een Wajong DGA-uitkering.

Het gaat bij de verbreding van de doelgroep banenafspraak nadrukkelijk alleen om werkenden. Het gaat naar verwachting om ca. 1.800 mensen.7 Hierbij blijft gelden dat deze mensen geen verplichting hebben om te werken.

Werkwijze

Mensen met een Wajong DGA-uitkering worden ambtshalve toegevoegd aan het doelgroepregister banenafspraak wanneer zij werken of gaan werken bij een reguliere werkgever. UWV voegt mensen met een Wajong DGA-uitkering toe wanneer is voldaan aan twee criteria. De werknemer dient ten eerste een reguliere dienstbetrekking te hebben.8 Ten tweede dient de werknemer recht te hebben op een Wajong DGA-uitkering. Aan de dienstbetrekking worden geen verdere vereisten gesteld. Overigens controleert UWV ook of sprake is van een uitzonderingsgrond, zoals dat iemand een indicatie heeft voor beschut werk op grond van de Participatiewet.

De werkwijze die UWV hanteert is dat UWV mensen met een Wajong DGA-uitkering toevoegt aan het doelgroepregister banenafspraak als uit de koppeling van gegevens van mensen met een Wajong DGA-uitkering met de Polisadministratie blijkt dat mensen met een Wajong DGA-uitkering werken in een reguliere dienstbetrekking. Het doel voor het verwerken van deze gegevens is om de arbeidsmarktkansen van mensen met een Wajong DGA-uitkering te verbeteren. Zonder een vergelijking met de gegevens in de Polisadministratie is het voor UWV niet mogelijk om mensen met een Wajong DGA-uitkering die werken bij een reguliere werkgever op te nemen in het doelgroepregister banenafspraak. De grondslag voor deze uitwisseling van gegevens is artikel 38d, vijfde en zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

De inschrijving in het doelgroepregister geschiedt ambtshalve. Dit is omdat alle benodigde gegevens voor de beoordeling van de inschrijving bekend zijn bij UWV en een verzoek tot inschrijving door de werknemer daarom niet nodig is. Dit bespaart administratieve lasten voor zowel de werknemer als de uitvoering. Daarnaast geeft de automatische inschrijving zekerheid aan werkgevers dat zij de voordelen van de inschrijving in het doelgroepregister kunnen benutten wanneer zij de werknemer in dienst nemen.

Wanneer een werknemer met een Wajong DGA-uitkering is ingeschreven in het doelgroepregister en zich wil uitschrijven wordt aangesloten bij het uitgangspunt voor uitschrijven zoals dat geldt voor alle mensen die tot de doelgroep banenafspraak behoren. Dit betekent dat UWV bij de beoordeling of iemand zich uit het doelgroepregister kan laten uitschrijven, vaststelt of iemand niet langer voldoet aan de desbetreffende voorwaarden op grond waarvan iemand destijds in het doelgroepregister is opgenomen.

Op grond van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten zijn groepen mensen op grond van verschillende criteria in het doelgroepregister opgenomen. Dit is de zogenaamde de grondslag voor opname in het register.

Mensen in de WIA die als volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn aangemerkt en voor wie loondispensatie is of wordt ingezet

Uit het onderzoek van Panteia komt naar voren dat een deel van de mensen in de WIA als gevolg van vergelijkbare kenmerken en oorzaken als de huidige doelgroep banenafspraak een soortgelijke ondersteuningsbehoefte heeft.

Hierbij is aangemerkt dat personen met overeenkomstige kenmerken, oorzaken en ondersteuningsbehoefte in alle WIA-groepen voorkomen, ondanks dat deze groepen onderling van elkaar verschillen.

Mensen in de WIA die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon (wml) kunnen verdienen, behoren niet op die grond tot de doelgroep banenafspraak.9 In artikel 38b, eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering sociale verzekeringen is geregeld dat een soortgelijke groep mensen echter wel tot de doelgroep behoort, namelijk mensen die onder de Participatiewet vallen en waarvan UWV heeft vastgesteld dat zij niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat twee mensen als gevolg van vergelijkbare kenmerken een soortgelijke ondersteuningsbehoefte hebben, maar niet voor dezelfde ondersteuning in aanmerking komen omdat de uitkeringsachtergrond verschilt en omdat de arbeidsbeperking op een ander moment in de tijd is ontstaan. In de Spiegel Bestaanszekerheid 2022 van de Arbeidsinspectie staat dat dit werkgevers ervan kan weerhouden om iemand uit de WIA aan te nemen.10

Het deel van de mensen in de WIA dat niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kan verdienen gaan daarom tot de doelgroep banenafspraak behoren om de arbeidsmarktkansen te vergroten. Met deze nota van wijziging wordt specifiek geregeld dat mensen met een inkomensverzekering volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (hierna: IVA-uitkering) voor wie bij wijze van experiment (zie hierna) loondispensatie is of wordt ingezet tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren. Voor deze mensen is immers al vastgesteld dat zij niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. De toegang voor andere mensen in de WIA die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen wordt zoals eerder benoemd uitgewerkt in een ander wetsvoorstel.

In 2023 is, zoals hierboven vermeld, het experiment bredere inzet re-integratie instrumenten gestart waarmee mensen met een WIA-IVA of een Wajong-DGA uitkering op verzoek ondersteuning bij werk kunnen ontvangen. Een van de instrumenten die ook voor de IVA ingezet kan worden is loondispensatie. Als op basis van dit experiment loondispensatie is of wordt ingezet voor mensen in de IVA, gaan zij tot de doelgroep banenafspraak behoren. Dit geldt alleen voor dit instrument omdat voor de betreffende mensen geldt dat zij niet zelfstandig het wettelijk minimumloon per uur kunnen verdienen. Net als mensen die via de Praktijkroute Participatiewet tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren. Wanneer een werknemer met een IVA-uitkering is ingeschreven in het doelgroepregister en zich wil uitschrijven wordt, net als bij Wajong DGA, aangesloten bij het uitgangspunt zoals dat geldt voor alle mensen die tot de doelgroep banenafspraak behoren. Dat betekent dat UWV bij de beoordeling of iemand zich uit het doelgroepregister kan laten uitschrijven, vaststelt of iemand niet langer voldoet aan de desbetreffende grondslag(en) op grond waarvan iemand destijds in het doelgroepregister is opgenomen.

Voor mensen in de WIA die gaan werken is het loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer beschikbaar. Het ligt besloten in de systematiek van dit wetsvoorstel dat mensen in de WIA die tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren ook in aanmerking komen voor het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak. Het verschil tussen beide loonkostenvoordelen zit in de hoogte en de duur. Het loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer is hoger dan het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak. Tegelijkertijd wordt het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak met dit wetsvoorstel structureel beschikbaar. Voor het loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer geldt een looptijd van 3 jaar. Het wettelijk systeem van de Wtl houdt in dat mensen met een IVA-uitkering die tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren na afloop van het loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer in aanmerking komen voor het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak.

Samenhang met Tijdelijk besluit experiment bredere inzet van re-integratie instrumenten

Zoals eerder benoemd is voor mensen met een Wajong DGA-uitkering die werken en mensen met IVA-uitkering die werken is het Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re-integratie-instrumenten relevant. Het toevoegen van mensen met een Wajong DGA-uitkering die werken bij een reguliere werkgever en mensen in de IVA die werken met loondispensatie aan de doelgroep banenafspraak is gericht op het stimuleren van werkgevers om mensen met een arbeidsbeperking kansen te bieden. Dit door het meetellen voor de banenafspraak en het beschikbaar stellen van het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak voor werkgevers. Het overkoepelende doel van de inzet van re-integratie instrumenten via het experiment en van het toevoegen aan de banenafspraak is hetzelfde, namelijk het verbeteren van de arbeidsmarktkansen van mensen met een arbeidsbeperking. Wanneer het experiment is afgerond, zal de regering het evalueren en deze evaluatie delen met de Staten-Generaal. Naar aanleiding daarvan kan al dan niet besloten worden om de inzet van re-integratie instrumenten, of mogelijk andere manieren om deze groepen meer kansen op de arbeidsmarkt te bieden, in wetgeving uit te werken. Vooruitlopend op de uitkomsten van het experiment acht de regering het gerechtvaardigd om de genoemde groepen nu al toe te voegen aan de doelgroep voor de banenafspraak. Uit onderzoek van Panteia is namelijk gebleken dat deze mensen als gevolg van vergelijkbare kenmerken en oorzaken als de huidige doelgroep banenafspraak een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt hebben. De regering acht het onwenselijk om deze groepen toegang tot de banenafspraak te ontzeggen totdat het experiment geëvalueerd is. Overigens geldt dat deze beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak geen invloed heeft op de uitkomsten van het experiment. In het onderzoek dat meeloopt met het experiment zal rekening gehouden worden met deze wijzigingen door eventuele effecten apart in kaart te brengen.

Gevolgen voor de metingen

De voorgestelde beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak heeft zoals eerder benoemd geen gevolgen voor de hoogte van de doelstelling voor de banenafspraak. Ten tijde van de nulmeting behoorden alle mensen in de Wajong tot de doelgroep banenafspraak. Voor de beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak met mensen met een Wajong DGA-uitkering gaat het om mensen die al werken en mensen die nog gaan werken. Doordat deze groep al onderdeel was van de nulmeting blijft het bij de metingen mogelijk om extra banen vast te stellen. De nulmeting van de banenafspraak hoeft daarom niet te worden aangepast.

Voor de beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak met mensen met een IVA-uitkering die met loondispensatie werken gaat het om mensen die pas na introductie van loondispensatie in de IVA aan het werk zijn gegaan. Het gaat daarmee per definitie om banen die na de nulmeting zijn ontstaan. De uren die deze mensen werken gaan daarom meetellen voor de extra banen in het kader van de banenafspraak.

1.3 Evaluatie

Voor de evaluatie van de maatregelen in deze nota van wijziging wordt aangesloten bij de evaluatiebepaling in het wetsvoorstel. Specifiek voor de onderdelen in deze nota van wijziging gaat het om het in beeld brengen in hoeverre de maatregelen eraan hebben bijgedragen om de kansen voor mensen met een arbeidsbeperking op een baan bij een reguliere werkgever te vergroten en het creëren van een gelijker speelveld tussen de mensen die via deze weg worden toegevoegd aan de doelgroep banenafspraak en de mensen die al tot de doelgroep banenafspraak behoren. In de evaluatie speelt het burgerperspectief een belangrijke rol.

Los van de evaluatie zal ook na de invoering aan de hand van monitoring van het aantal gerealiseerde extra banen worden gehouden om te zien of de maatregelen het gewenste effect hebben.

Hierbij wordt voortgebouwd op de al beschikbare monitoring voor de banenafspraak zoals de periodieke metingen en de duurzaamheidsrapportages. Naast een kwantitatief deel om de kansen op het vinden en het verliezen van een baan te onderzoeken, zal het onderzoek ook uit een kwalitatief deel moeten bestaan. Het gaat namelijk niet alleen om een kwantitatieve doelstelling voor extra banen, maar ook een kwalitatieve doelstelling: het dichterbij brengen van een meer inclusieve arbeidsmarkt. De wijze waarop de kwalitatieve doelstelling wordt geëvalueerd vergt nadere uitwerking. Het is in ieder geval van belang dat werkgevers worden betrokken.

1.4 Regeldruk

Deze paragraaf brengt de effecten ten aanzien van regeldruk van de wijziging van het wetsvoorstel door deze nota van wijziging in kaart. Onder regeldruk wordt hier verstaan: administratieve lasten en inhoudelijke nalevingkosten voor burgers, bedrijven en professionals.

De wijziging van het wetsvoorstel door deze nota van wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten voor bedrijven en professionals. De wijziging heeft wel invloed op de ontwikkeling van de administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten voor burgers. Er is sprake van eenmalige inhoudelijke nalevingskosten van circa 465 uur in 2025. Dit zijn de kosten voor het kennisnemen van de nieuwe regelgeving voor mensen die tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren. In het totaal gaat het om ca. 1.850 mensen à 15 minuten per persoon.

1.5 Financiële gevolgen

Wajong duurzaam geen arbeidsvermogen:

Voor mensen met een Wajong DGA-uitkering die gaan werken zijn al diverse instrumenten en regelingen beschikbaar. Het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak is met de huidige wetgeving beschikbaar voor mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben en werken.11 De no-riskpolis en voorzieningen, waaronder jobcoaching, zijn ook al voor deze groep beschikbaar. Door de uitvoering van een experiment wordt een vorm van loondispensatie al (tijdelijk) beschikbaar gesteld.

Voor deze instrumenten is daarom geen sprake van extra kosten. Door toevoeging van degenen die werken aan de doelgroep banenafspraak wordt deze groep aantrekkelijker voor werkgevers en is er sprake van een gelijker speelveld tussen mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben en mensen die al tot de doelgroep banenafspraak behoren. Dit kan ervoor zorgen dat mensen aan het werk gaan die momenteel nog niet werken. Dit effect is onzeker en naar verwachting beperkt, daarom wordt hiervoor geen effect ingeboekt op de uitkeringslasten.

IVA en loondispensatie

Voor mensen met een IVA-uitkering voor wie loondispensatie is of wordt ingezet geldt ook dat al diverse instrumenten beschikbaar zijn. Zo heeft de groep al recht op het loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer en op de no-risk polis. Overige voorzieningen, waaronder de genoemde loondispensatie en jobcoaching, worden door de uitvoering van een experiment al (tijdelijk) beschikbaar gesteld. Voor deze instrumenten is daarom geen sprake van extra kosten. Wel gaan mensen met een IVA-uitkering die tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren na afloop van het loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer in aanmerking komen voor het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak. Schatting is echter dat het aantal mensen dat hiervoor in aanmerking zal komen en het aantal uren dat zij gemiddeld werken zeer beperkt zijn (ca. 50). De budgettaire effecten hiervan zijn daarom verwaarloosbaar.

1.6 Ontvangen commentaren en adviezen

Deze nota van wijziging is voor een toets op de uitvoerbaarheid voorgelegd aan de UWV. De regering gaat hieronder in op deze uitvoeringstoets12.

De maatregelen in voorliggende nota van wijziging zijn voor UWV uitvoerbaar als aan een aantal uitgangspunten en voorwaarden wordt voldaan. De tijdige realisatie van het nieuwe doelgroepregister banenafspraak (herontwerp doelgroepregister) is een absolute randvoorwaarde voor uitvoering van het wetsvoorstel banenafspraak door UWV en daarmee ook voor deze wijziging. De regering deelt dat het herontwerp van het doelgroepregister banenafspraak cruciaal is voor invoering van het wetsvoorstel banenafspraak en de voorliggende nota van wijziging. In juni 2022 heeft het Ministerie van SZW daarom aan UWV de opdracht gegeven om te starten met het herontwerp van het doelgroepregister banenafspraak. De regering is verheugd dat realisatie van het herontwerp van het doelgroepregister per 1 januari 2025 tot nu toe op schema loopt.

UWV benoemt daarnaast dat het van belang is dat werkgevers op basis van het doelgroepregister banenafspraak vast kunnen stellen dat mensen in de Wajong DGA die werken en mensen met een IVA-uitkering die bij hen werken tot de doelgroep banenafspraak behoren. Dit onder meer omdat de werkgever voor deze mensen het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak kan ontvangen. Op zijn vroegst twee maanden na inwerkingtreding van de wijziging kan UWV mensen met een Wajong DGA uitkering die werken op het moment van inwerkingtreding toevoegen aan het doelgroepregister. De reden hiervoor is dat de informatie dat iemand werkt pas op dat moment zichtbaar is in de polisadministratie. De regering onderschrijft dat het van belang is dat werkgevers weten welke werknemers tot de doelgroep banenafspraak behoren. Dat informatie pas twee maanden na inwerkingtreding beschikbaar is, neemt de regering met UWV mee in de communicatie over de wijzigingen richting werkgevers. In de uitvoeringstoets heeft UWV vermeld dat 12 maanden na implementatie van het herontwerp van het doelgroepregister banenafspraak de inkijkfunctie voor afnemers gereed is. Daarbij merkt het kabinet op dat de inkijkfunctie voor o.a. werkgevers tot die tijd beschikbaar blijft via het huidige doelgroepregister banenafspraak.

II. Artikelsgewijs

Onderdelen A en B

De artikelen 2 van de Wet banenafspraak en 38b, eerste lid, van de Wfsv worden aangepast om de beperkte verbreding van de doelgroep banenafspraak te realiseren. Ook zijn hiertoe de nieuwe artikelen 12a en 12b toegevoegd aan het wetsvoorstel.

In de wijziging van artikel 38b van de Wfsv in artikel 7, onderdeel F, is hiertoe onderdeel c aangepast. Dit zorgt ervoor dat Wajongers die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, maar wel (desondanks) arbeid verrichten in een dienstbetrekking, tot de doelgroep van de banenafspraak gaan behoren. Deze groep heeft nu ook al recht op het LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden. Door de gelijktrekking in het wetsvoorstel van de doelgroep voor het LKV met de doelgroep voor de banenafspraak zou deze groep, zonder deze nota van wijziging, na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel niet langer recht hebben op het LKV doelgroep banenafspraak.13 Door deze wijziging gaat deze groep tot de doelgroep banenafspraak behoren en behoudt deze groep daardoor ook na inwerkingtreding van het wetsvoorstel het recht op het LKV doelgroep banenafspraak. Het gaat bij deze nieuwe groep mensen die aan de doelgroep banenafspraak wordt toegevoegd steeds om mensen die arbeid verrichten bij een reguliere werkgever. Voor zover mensen in de Wajong met duurzaam geen arbeidsvermogen arbeid verrichten in het kader van Wsw-beschut werk, behoren ze namelijk al tot de doelgroep banenafspraak op grond van artikel 38b, eerste lid, onderdeel b, van de Wfsv (zie ook artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van dit wetsvoorstel). Dienstverbanden in het kader van beschut werk als bedoeld in de Participatiewet vallen juist niet onder de doelgroep banenafspraak, op grond van artikel 38b, eerste lid, aanhef, van de Wfsv (zie artikel 2, derde lid, van dit wetsvoorstel). Dus voor zover mensen in de Wajong met duurzaam geen arbeidsvermogen arbeid verrichten in het kader van beschut werk als bedoeld in de Participatiewet, gaan ze ook niet op grond van het nieuwe onderdeel c tot de doelgroep banenafspraak behoren. In onderdeel c is verder ter verduidelijking een verwijzing naar de artikelen 2:4 en 3:8a van de Wajong toegevoegd.

In artikel 2 zijn corresponderende wijzigingen gemaakt voor het toevoegen van de Wajong DGA-groep aan de doelgroep van de banenafspraak in de Wet banenafspraak.

Daarnaast is aan de wijziging van artikel 38b van de Wfsv een nieuw onderdeel g toegevoegd. Onderdeel g regelt dat mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, als bedoeld in hoofdstuk 6 van de WIA, tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren indien ten behoeve van hen loondispensatie is ingezet. Dit is een instrument dat kan worden ingezet op grond van de Wajong, en niet op grond van de WIA. Vanwege het Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re-integratie-instrumenten kan dit instrument tijdelijk ook worden ingezet voor deze groep mensen. Mensen die op grond van dit nieuwe onderdeel g tot de doelgroep banenafspraak gaan behoren, zijn dus deelnemers aan dit experiment.

De onderdelen d en e van het nieuwe onderdeel 1 van artikel 7, onderdeel F, bevatten een horizonbepaling. Deze bepaling laat onderdeel g van artikel 38b weer vervallen. Hierdoor zullen per de datum van inwerkingtreding van deze onderdelen d en e geen nieuwe personen in de WIA die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt (IVA) zijn en voor wie loondispensatie is ingezet worden toegevoegd aan de doelgroep banenafspraak. Er zullen dan ook geen nieuwe mensen in de WIA IVA met loondispensatie zijn, aangezien de inzet van loondispensatie voor deze groep niet meer zal plaatsvinden. Mensen die al op deze manier tot de doelgroep banenafspraak zijn gaan behoren, blijven daar uiteraard toe behoren, behalve indien zij zich laten uitschrijven uit het doelgroepregister. De beoogde datum van inwerkingtreding van deze onderdelen is de datum waarop het Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re-integratie-instrumenten eindigt. Volgens het wettelijk stelsel is die datum 22 april 2028.14 Aangezien deze datum per AMvB kan worden vervroegd, is de datum niet genoemd in dit artikel. Deze onderdelen zullen bij koninklijk besluit op de juiste datum in werking treden.

Het tweede lid van artikel 38b van de Wfsv is om wetstechnische redenen opnieuw vastgesteld. Deze wijziging stond al in het wetsvoorstel en is toegelicht in de memorie van toelichting. Deze wijziging behoeft hier dus niet te worden toegelicht.

Onderdeel C

In onderdeel C regelt het nieuwe artikel 12a het toevoegen van de hiervoor genoemde IVA-groep aan de doelgroep banenafspraak in de Wet banenafspraak. Dit artikel hoeft alleen in werking te treden indien artikel 2 van dit wetsvoorstel in werking treedt vóór de datum waarop het experiment als geregeld in het Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re-integratie-instrumenten eindigt. Daarna kan deze groep immers niet meer toetreden tot de doelgroep, aangezien de inzet van loondispensatie voor deze groep niet meer zal plaatsvinden. Het nieuwe artikel 12b, ook in onderdeel C, bevat een horizonbepaling voor de wijzigingen van artikel 2 die artikel 12a maakt. Dit artikel 12b hoeft alleen in werking te treden indien artikel 12a in werking is getreden. De beoogde datum van inwerkingtreding van dit artikel 12b is de datum waarop het Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re-integratie-instrumenten eindigt. Indien artikel 2 op dat moment nog niet in werking is getreden, dienen de artikelen 12a en 12b allebei in het geheel niet in werking te treden. Dit heeft tot gevolg dat het voorgestelde onderdeel h van artikel 2 niet in werking treedt.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstukken II 2022/23, 34 352, nr. 281.

X Noot
2

Kamerstukken II 2022/23, 34 352, nr. 281.

X Noot
3

Kamerstukken II 2023/24, 34 352, nr. 310.

X Noot
4

Kamerstukken II 2021/22, 34 352, nr. 255.

X Noot
5

Het gaat om werk bij een reguliere werkgever en dus niet om werk op een beschutte werkplek.

X Noot
6

Het gaat om een voorlopige inschatting. Dat een deel al werkt betekent niet dat de mensen die al werken gaan meetellen voor extra banen, de gevolgen voor de metingen worden meegenomen in de nadere uitwerking.

X Noot
7

Op basis van kwantitatieve informatie UWV.

X Noot
8

Dienstverbanden in het kader van Wsw begeleid werk en Wsw detacheringen bij een reguliere werkgever worden gezien als regulier werk. Door deze voorwaarden te gebruiken wordt aangesloten bij het huidige uitgangspunt van de banenafspraak, waarbij alleen werk bij een reguliere werkgever meetelt voor de banenafspraak.

X Noot
9

Mensen in de WIA kunnen tot de doelgroep banenafspraak behoren indien zij aan bepaalde criteria voldoen. Bijvoorbeeld op grond van artikel 38b, eerste lid, onderdeel e, of artikel 38b, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen. In deze gevallen behoren ze niet tot de doelgroep omdat zij niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, maar om andere redenen.

X Noot
11

In het wetsvoorstel vereenvoudigde banenafspraak is nu opgenomen dat de groep Wajong DGA uit de doelgroep van het LKV banenafspraak valt om het in overeenstemming te brengen met de doelgroep banenafspraak. In het wetsvoorstel is opgenomen dat de budgettaire effecten naar verwachting nihil zijn.

X Noot
12

Tevens ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
13

Zie het artikelsgewijs deel van de memorie van toelichting bij dit wetsvoorstel bij artikel 8, onderdeel K.

X Noot
14

Zie hiertoe artikel 82a, derde lid, van de Wet SUWI.

Naar boven