Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2023
Ter uitvoering van het voorstel Wet digitale overheid (Wdo) (Kamerstukken 34.972,
novelle Kamerstukken 35.868), zijn op dit moment het ontwerpbesluit verwerking persoonsgegevens
generieke digitale infrastructuur in verband met het stellen van de kaders voor informatieveiligheid
en persoonsgegevensverwerking (besluit DO), het ontwerpbesluit bedrijfs- en organisatiemiddelen
en het ontwerpbesluit identificatiemiddelen voor natuurlijke personen Wdo bij Uw Kamer
in voorhang. Deze AMvB’s bevatten uitvoeringsregels over belangrijke onderdelen van
het wetsvoorstel. Uw Kamer heeft de voorhang van de besluiten gestuit tot het moment
van plenaire behandeling van het wetsvoorstel.
Op 16 december jl. heb ik uw Kamer verzocht om deze stuiting op te heffen. De reden
voor dit verzoek was om mij in staat te stellen deze AMvB's verder in procedure te
brengen (ter advisering voorleggen bij de Raad van State). Dit zou ervoor kunnen zorgen
dat de bij het wetsvoorstel behorende uitvoeringsregels, bij gehoopte instemming met
het wetsvoorstel door uw Kamer, kort na inwerkingtreding van de Wdo, ook in werking
zouden kunnen treden. Hiermee zou snel duidelijkheid aan de uitvoeringspraktijk kunnen
worden geboden. U heeft dit verzoek afgewezen.
Ik verzoek u om dit besluit te heroverwegen.
Zoals ik in mijn brief van 16 december jl. heb aangeven is het belangrijk dat we in
Nederland een veilige en betrouwbare digitale overheid hebben met betrouwbare inlogmiddelen
en goede bescherming van persoonsgegevens. De Wdo en de onderhavige besluiten zijn
daarbij van groot belang. Daarmee worden verschillende belangrijke maatschappelijke
doelen gediend.
Zo is het voor de zorg bijvoorbeeld belangrijk dat er snel veilige en betrouwbare
inlogmiddelen op hogere betrouwbaarheidsniveaus beschikbaar komen. Deze dragen eraan
bij om zowel de huidige dienstverlening in de zorg veilig te kunnen blijven aanbieden
en nieuwe dienstverlening mogelijk te maken. Ook worden met de beschikbaarheid van
inlogmiddelen op hogere betrouwbaarheidsniveaus de mogelijkheden vergroot om onderwijs
op afstand beter mogelijk te maken.
Daarnaast is het belangrijk om de digitale overheid snel van goede en toekomstvaste
grondslagen te voorzien. De Wdo biedt een stevige basis voor de voorzieningen voor
toegang tot publieke dienstverlening en is ook nodig voor de ontwikkeling van nieuwe
voorzieningen (bijvoorbeeld het publiek middel voor bedrijven) en de doorontwikkeling
van bestaande voorzieningen zoals DigiD en MijnOverheid. De Wdo en het besluit DO
regelen dat de grondslagen voor gegevensverwerking, en daarmee de privacybescherming
van burgers geborgd wordt. Zo geven we binnen de digitale overheid het goede voorbeeld.
Gelet hierop verzoek ik Uw Kamer in te stemmen met het vragen van advies aan de Raad
van State over deze conceptbesluiten.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – Digitalisering
en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen