36 023 Voorstel voor een Verordening betreffende de aanpak van instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel (COM(2021)890) | Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (COM(2021)891)

E VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 18 mei 2022

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad1 hebben kennisgenomen van de brief van 15 maart 2022, waarin de door de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk gestelde vragen en de vragen van de fractie van de PVV beantwoord worden naar aanleiding van de voorstellen COM(2021)890, voor een Verordening voor het aanpakken van instrumentaliseringssituaties op het gebied van migratie en asiel, en COM(2021)891, voor een Verordening tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 voor een Uniecode betreffende de regels voor het grensoverschrijdend verkeer van personen.2 De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA wensten de regering naar aanleiding hiervan gezamenlijk nog enkele vragen te stellen.

Naar aanleiding hiervan is op 19 april 2022 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

De Staatssecretaris heeft op 18 mei 2022 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD

Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 19 april 2022

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 15 maart 2022, waarin u de door de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk gestelde vragen en de vragen van de fractie van de PVV beantwoordt naar aanleiding van de voorstellen COM(2021)890, voor een Verordening voor het aanpakken van instrumentaliseringssituaties op het gebied van migratie en asiel, en COM(2021)891, voor een Verordening tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 voor een Uniecode betreffende de regels voor het grensoverschrijdend verkeer van personen.3 De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA wensen de regering naar aanleiding hiervan gezamenlijk nog de volgende vragen te stellen.

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA zijn het met u eens dat het verwerpelijk is dat er misbruik wordt gemaakt van de ellende en nood van vluchtelingen en migranten voor politieke doeleinden, zoals dit door Belarus is gedaan. Dit neemt echter niet weg dat deze mensen zijn gevlucht en dat er sprake is van een humanitair onaanvaardbare situatie aan de grens. Deze leden vragen u waarom u ervoor kiest om in een dergelijke situatie de asielprocedure en de opvangstandaarden aan te passen, waardoor het humanitaire en internationale beschermingsniveau omlaag gaat tot een niveau dat onaanvaardbaar is voor een op waardengemeenschap gebaseerde Europese Unie, als we deze situaties vergelijken met de opvangcapaciteiten van de Europese Unie nu voor Oekraïners. De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA concluderen dat niet de capaciteit het probleem is, maar de politieke wil. Bent u het met deze leden eens dat, ook gezien deze laatste ervaring met Oekraïne, de Europese Unie toch moet blijven vasthouden aan internationaal humanitair vluchtelingenrecht, ook in situaties waarin kwaadwillende landen misbruik maken van de noodsituatie van vluchtelingen? Handelt de regering in lijn met de adviezen van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) in haar rapport «EU-grenzen zijn ook onze grenzen» van 12 januari 2022, zowel in situaties van instrumentalisatie als in andere contexten? Indien niet wordt gehandeld in lijn met bedoelde adviezen, op welke manier worden de adviezen niet dan gevolgd en om welke redenen?

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad zien de beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangt deze graag uiterlijk binnen vijf weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, M.H.M. Faber-van de Klashorst

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2022

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op de gestelde vragen door de Eerste Kamerfracties van GroenLinks en de PvdA inzake instrumentalisering van migratie.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Vragen naar aanleiding van de voorstellen COM(2021)890 en COM(2021)891

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 15 maart 2022, waarin u de door de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk gestelde vragen en de vragen van de fractie van de PVV beantwoordt naar aanleiding van de voorstellen COM(2021)890, voor een Verordening voor het aanpakken van instrumentaliseringssituaties op het gebied van migratie en asiel, en COM(2021)891, voor een Verordening tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 voor een Uniecode betreffende de regels voor het grensoverschrijdend verkeer van personen. De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA wensen de regering naar aanleiding hiervan gezamenlijk nog de volgende vragen te stellen.

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA zijn het met u eens dat het verwerpelijk is dat er misbruik wordt gemaakt van de ellende en nood van vluchtelingen en migranten voor politieke doeleinden, zoals dit door Belarus is gedaan. Dit neemt echter niet weg dat deze mensen zijn gevlucht en dat er sprake is van een humanitair onaanvaardbare situatie aan de grens. Deze leden vragen u waarom u ervoor kiest om in een dergelijke situatie de asielprocedure en de opvangstandaarden aan te passen, waardoor het humanitaire en internationale beschermingsniveau omlaag gaat tot een niveau dat onaanvaardbaar is voor een op waardengemeenschap gebaseerde Europese Unie, als we deze situaties vergelijken met de opvangcapaciteiten van de Europese Unie nu voor Oekraïners. De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA concluderen dat niet de capaciteit het probleem is, maar de politieke wil. Bent u het met deze leden eens dat, ook gezien deze laatste ervaring met Oekraïne, de Europese Unie toch moet blijven vasthouden aan internationaal humanitair vluchtelingenrecht, ook in situaties waarin kwaadwillende landen misbruik maken van de noodsituatie van vluchtelingen?

Vanzelfsprekend is het kabinet van mening dat ook in geval van instrumentalisering asielverzoeken zorgvuldig worden afgedaan en daarbij de internationaalrechtelijk geldende regels worden gerespecteerd.

In het BNC-fiche betreffende de Verordening aanpak instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel,4 is het kabinet ingegaan op het betreffende voorstel en de proportionaliteit ervan. Daarin is toegelicht dat de noodmaatregelen alleen kunnen worden toegepast in een geval van instrumentalisering van migranten. Het voorstel dient er toe lidstaten in deze complexe situatie te ondersteunen. Het voorstel helpt lidstaten hierbij om asielverzoeken versneld maar zorgvuldig af te doen en daarbij ongewilde secundaire migratie te voorkomen. Zoals gesteld staat voor het kabinet voorop dat de betrokken lidstaten het recht op asiel en respect voor het principe van non-refoulement zoals verankerd in het Vluchtelingenverdrag dienen na te leven.

Het kabinet is verder van mening dat de voorstellen, grotendeels geijkt op bestaande uitzonderingsclausules dan wel op de voorstellen uit het Migratie- en asielpact, al met al niet verder gaan dan wat noodzakelijk is om de doelstelling van het optreden te bereiken, mede omdat het noodmaatregelen betreft en deze in tijd beperkt zijn.

Handelt de regering in lijn met de adviezen van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) in haar rapport «EU-grenzen zijn ook onze grenzen» van 12 januari 2022, zowel in situaties van instrumentalisatie als in andere contexten? Indien niet wordt gehandeld in lijn met bedoelde adviezen, op welke manier worden de adviezen niet dan gevolgd en om welke redenen?

Uw Kamer heeft recent de kabinetsreactie op het ACVZ rapport ontvangen5. In deze reactie heeft het kabinet de diverse aanbevelingen geapprecieerd en toegelicht in hoeverre reeds gehandeld wordt in lijn met het advies.


X Noot
1

Samenstelling:

Kox (SP), Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV) (voorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66) (ondervoorzitter), Van Rooijen (50PLUS), Van den Berg (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Doornhof (CDA), Karimi (GL), Veldhoen (GL), Vos (PvdA), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Dittrich (D66), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).

X Noot
2

Kamerstukken I 2021/22, 36 023, D; Zie ook E-dossier E210032 op www.europapoort.nl.

X Noot
3

Kamerstukken I 2021/22, 36 023, D; Zie ook E-dossier E210032 op www.europapoort.nl.

X Noot
4

Fiche: Verordening aanpak instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel, 11 februari 2022, Kamerstuknummer 22 112, nr. 3313/.

X Noot
5

Kabinetsreactie op de policy brief «EU-grenzen zijn ook onze grenzen» van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ), 30 maart 2022, Kst. 32 317 nr. 756.

Naar boven