35 873 Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet inkomstenbelasting 2001 tot intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting

B MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 26 november 2021

Algemeen

De leden van de fractie van het CDA vragen hoe reëel de kans was dat de Europese Commissie (EC) de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) als verboden staatssteun zou kwalificeren daarbij mede in ogenschouw nemende dat de BIK bedoeld was als coronacrisismaatregel. De leden van de fractie van de VVD vragen naar de reactie van de EC die heeft geleid tot de intrekkingswet van de BIK. De vraag die bij de EC is neergelegd is of de EC ermee instemt dat de in de BIK voorgenomen regeling voor fiscale eenheden als geoorloofde staatssteun kan worden beschouwd. Daarbij ging het kabinet ervan uit dat de BIK als geheel in de huidige vorm geen ongeoorloofde staatssteun betreft en derhalve bij de EC niet tot staatssteunbezwaren zou leiden. De EC heeft die vraag welwillend in behandeling genomen. Uit het informele overleg met de EC kwam naar voren dat zij de gehele BIK in ogenschouw heeft genomen en zij geen garantie kon geven dat de BIK geoorloofde staatssteun betreft. Het kabinet is van mening dat de BIK als geheel geen staatssteun is. Desondanks werd het gaandeweg het informele overleg met de EC voor het kabinet duidelijk dat de onzekerheid over de vraag of de BIK in den brede staatssteun is, niet op korte termijn kon worden weggenomen. Dat kan ook niet met behulp van het Tijdelijk staatssteunkader Covid-19 op basis waarvan veel maatregelen die tijdens de coronacrisis zijn genomen zijn gebaseerd. Dit steunkader is vooral gericht op de acute (liquiditeits-)problemen van ondernemingen veroorzaakt door Covid-19 en komt daarmee niet overeen met het doel van de BIK, namelijk een generieke maatregel om (het naar voren halen van) investeringen te stimuleren om zo snel mogelijk uit de crisis te komen. Het in stand houden van de BIK leidt tot een reëel risico dat ondernemers de BIK-tegemoetkoming op een later moment mét rente moeten terugbetalen. Gelet op deze situatie vindt het kabinet het verstandig om de BIK stop te zetten.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, J.A. Vijlbrief

Naar boven