Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 89, item 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 89, item 10 |
Nationale veiligheid en weerbaarheid
Aan de orde is het tweeminutendebat Nationale veiligheid en weerbaarheid (CD d.d. 15/05).
De voorzitter:
We gaan met hetzelfde gezelschap verder bij het tweeminutendebat Nationale veiligheid en weerbaarheid. De heer Eerdmans van JA21 is de eerste spreker van de zijde van de Kamer. Ik geef hem het woord.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, u houdt het tempo erin. Dat is altijd goed, dan komen we vanavond nog ergens.
Ik heb drie moties op dit terrein. De eerste.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Duitsland werkt aan een schuilruimteplan vanwege de toenemende internationale spanningen;
verzoekt het kabinet in samenspraak met de veiligheidsregio's en gemeenten een nationaal schuilruimteplan te ontwikkelen voor het einde van 2026,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Spanje en Portugal in april te maken hebben gehad met een gigantische stroomstoring;
constaterende dat een te grote afhankelijkheid van zon- en windenergie de nationale veiligheid onder druk kan zetten;
verzoekt het kabinet te garanderen dat een stabiele energiemix in Nederland altijd prevaleert boven duurzaamheidsambities,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik hoor het wel als er liefhebbers zijn, dan zetten we hun namen er graag onder, geen probleem.
De voorzitter:
Het is net de markt.
De heer Eerdmans (JA21):
Geen punt. Misschien voor deze?
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat snelwegen al meer dan 50 keer geblokkeerd zijn door activisten;
overwegende dat de NAVO-top in juni in Den Haag voor enorme veiligheidsrisico's zorgt;
verzoekt het kabinet rondom de NAVO-top alle demonstraties buiten het gezichtsveld van deze top te laten plaatsen zodat de veiligheid van de top gewaarborgd is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank u zeer.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Wijen-Nass, BBB.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, meneer de voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de AIVD recent heeft vastgesteld dat de terroristische dreiging in toenemende mate van binnenuit komt, onder meer via onlineradicalisering van minderjarigen;
overwegende dat het internet een broedplaats vormt voor zowel jihadistisch als rechts-extremistisch gedachtegoed;
van mening dat verheerlijking van terrorisme in de onlinewereld actief en preventief moet worden tegengegaan;
verzoekt de regering om in het wetsvoorstel Strafbaarstelling van de verheerlijking van terrorisme een wettelijke grondslag op te nemen die het mogelijk maakt om preventief op te treden tegen online-uitlatingen die terrorisme verheerlijken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan … O! Er komt nog een interruptie van mevrouw Michon-Derkzen, dus als u nog even naar het spreekgestoelte zou kunnen komen …
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Online-uitingen over terrorisme zijn zeer kwalijk. Die hebben we ook verboden. We hebben zelfs een Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal daarvoor in het leven geroepen, opdat zij die plaatjes of die teksten — dat zijn het in dit geval vaak — daar zo snel mogelijk vanaf gaat halen. Hoe verhouden deze wet en de ATKM zich met de motie van mevrouw Wijen-Nass?
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Waar het mij vooral om gaat, is dat er de laatste tijd best wel flinke ontwikkeling zijn op het gebied van onlinehaat. In het commissiedebat hebben we het daar heel specifiek over gehad. Ik denk dat daar nog heel veel aan preventie kan worden gedaan, zeker specifiek bij de twee dingen die ik heb genoemd. Daar ziet mijn motie op.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de heer Van Nispen, Socialistische Partij. Meneer Six Dijkstra.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Even om het scherp te krijgen: wat betekent in dit geval dan "preventief optreden"?
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dat betekent dat het voor de politie et cetera makkelijker wordt om sneller in te grijpen. Wij hebben meer wetten waardoor dat ook kan. Die wet komt eraan. Ik denk dat het goed is dat de minister nagaat hoe we dit beter kunnen aanpakken en hoe we meer handvaten kunnen bieden. In dat kader is dit zo ingestoken.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Van Nispen, Socialistische Partij.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Drie moties van mijn kant.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat kinderen een kwetsbare groep vormen die disproportioneel geraakt kan worden door crises, maar dat de belangen van kinderen niet of nauwelijks expliciet benoemd worden in het nationale crisisbeleid;
verzoekt de regering te zorgen voor structurele aandacht voor de bescherming van kinderen in het nationale crisisbeleid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de minister burgers oproept om een noodpakket aan te leggen en €500 contant geld in huis te hebben;
overwegende dat deze oproep voor veel mensen financieel niet haalbaar is en ongelijkheid vergroot;
verzoekt de regering met een plan te komen om noodpakketten en contant geld in huis voor iedereen toegankelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Sociaal en Cultureel Planbureau aangeeft dat sociale samenhang, onderling vertrouwen en bereidheid om elkaar te helpen cruciaal zijn om een samenleving weerbaar te maken in tijden van crisis;
verzoekt de regering sociale samenhang actief te betrekken in het beleid voor nationale weerbaarheid en met plannen te komen die investeren in de sociale samenhang van gemeenschappen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
Dan nog één korte opmerking. Mevrouw Mutluer zal mede namens mij een motie indienen over de door ons toch wel verafschuwde bezuiniging op de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding. Er wordt nu wel vanaf 2027 extra geïnvesteerd in nationale veiligheid en weerbaarheid, onder andere in landelijke crisispunten, maar die zouden zich in kazernes kunnen bevinden en dat verhoudt zich vrij slecht met vanaf volgend jaar bezuinigen op onder andere de brandweer en de kazernes. Daarom doen wij een uiterste inspanning om de regering ertoe te bewegen daar bij de begroting een oplossing voor te vinden. Die motie zal zo worden ingediend.
De voorzitter:
Dan geven wij haar daarvoor nu het woord. Mevrouw Mutluer van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik denk dat het heel goed is dat wij met de minister het debat hebben gevoerd over nationale veiligheid en weerbaarheid. Maar ons bekruipt wel het gevoel dat als je daar ontzettend veel aandacht aan wil schenken, je ook iets moet doen aan de BDuR-korting, aan de korting op de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding. Want die kan ertoe leiden dat allerlei brandweerposten wel kunnen sluiten. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet vanaf 2027 70 miljoen euro investeert in nationale veiligheid en weerbaarheid en tegelijkertijd nu bezuinigt op de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR), waardoor het adequaat functioneren van de brandweer in tijden van crisis in gevaar komt;
overwegende dat de brandweer een cruciale rol speelt in crisisstructuren en dat er plannen liggen om brandweerkazernes als noodsteunpunten in te richten, terwijl diezelfde kazernes nu dreigen te moeten sluiten;
verzoekt de regering alle inspanningen te plegen richting de begroting 2026 om de korting op de BDuR terug te draaien, en dit in relatie te zien met de plannen voor de versterking van de weerbaarheid en de nationale veiligheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
En nog een motie over collectieve weerbaarheid en over vrijwilligers.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in extreme noodsituaties in aanvulling op professionele organisaties ook de inzet van burgers nodig kan zijn;
overwegende dat de burgerhulpverlening binnen het huidige stelsel van nationale veiligheid en weerbaarheid nog niet uitgewerkt is;
van mening dat een versterkte samenwerking tussen reguliere hulpverleningsdiensten en georganiseerde burgers nodig is;
van mening dat een specifieke organisatie burgerbescherming nodig kan zijn;
verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre een organisatie burgerbescherming kan bijdragen aan het vergroten van de nationale veiligheid en weerbaarheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Het woord is aan de heer Six Dijkstra, Nieuw Sociaal Contract.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Twee moties van mijn hand.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bijna alle zonnepanelen en omvormers in Europa zijn voorzien van een centrale aan- en uitknop bij de leverancier en dat veel van deze leveranciers zich in China bevinden;
overwegende dat één hack of politiek decreet daarom mogelijk voor grote problemen voor de leveringszekerheid van energie in Nederland en de ons omringende landen kan zorgen;
overwegende dat onder andere de aankomende Wet weerbaarheid kritieke entiteiten bedoeld is om zowel onze fysieke als digitale weerbaarheid te vergroten, maar dat nog onvoldoende duidelijk is in welke mate dit effect zal hebben op eisen aan bepaalde (consumenten)apparatuur;
verzoekt de regering om in wetgeving, bijvoorbeeld binnen de Aanpak vitaal, expliciet op te nemen dat zonnepanelen, omvormers, laadpalen, warmtepompen en vergelijkbare (consumenten)apparatuur niet door leveranciers uit het buitenland aan- en uitgezet mogen kunnen worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat weerbaarheid als vraagstuk voor de hele samenleving benaderd moet worden;
van mening dat het geven van verantwoordelijkheden aan jongeren zal helpen om sociale cohesie te bevorderen en de samenleving weerbaar te maken tegen polarisatie en verdeeldheid;
constaterende dat landen als Estland werken met systemen waarbij burgers een duidelijke rol toebedeeld kunnen krijgen omtrent crisishulp;
overwegende dat het kabinet in de weerbaarheidsbrief aangeeft dat jongerenparticipatie bij het weerbaarheidsvraagstuk een blijvende uitdaging is;
overwegende dat veel jongeren naar verwachting bereid zullen zijn om zich op vrijwillige basis voor de samenleving in te zetten met taken rondom crisiscommunicatie, noodsteunpunten en zorgverlening, maar er geen duidelijke en toegankelijke structuren ingericht zijn waarbij jongeren zich kunnen aanmelden;
verzoekt de regering om in gesprek met lokale besturen te verkennen hoe jongeren structureel en formeel een actievere rol kunnen krijgen omtrent civiele weerbaarheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank. Tot slot mevrouw Michon-Derkzen van de VVD. Nee, zij ziet af van haar spreektijd. Ik zal voor vijf minuten schorsen. Wij zien elkaar terug om 15.30 uur.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de minister van Justitie en Veiligheid voor de appreciatie van de moties.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Ik zal meteen beginnen met de moties.
Ik begin bij de motie op stuk nr. 279, over het schuilruimteplan. Ik ben bereid om die oordeel Kamer te geven, zeg ik tegen de heer Eerdmans, als ik 'm zo mag lezen dat één, ik TNO vraag om te onderzoeken waaraan schuilruimtes moeten voldoen, twee, ik met die informatie naar de regio's en de gemeenten ga om te vragen om in kaart te brengen welke schuilmogelijkheden zij zien binnen hun verantwoordelijkheidsgebied, en drie, ik u daar dan op hoofdlijnen over informeer. Als ik 'm zo mag lezen, dan geef ik 'm oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik zie hem knikken, dus dan wordt dat oordeel Kamer. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 280.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 280 geef ik oordeel Kamer. Dat is makkelijk als het niet binnen je eigen beleidsterrein valt. Het is in eerste instantie aan het ministerie van Klimaat en Groene Groei om ons energiesysteem te beschermen, maar weet dat daar altijd een robuust ontwerp onder zal liggen, waardoor in de energiemix het risico op wat er is gebeurd in bijvoorbeeld Spanje en Portugal minimaal dan wel nul is.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 280 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 281.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 281 moet ik ontraden. Dat gaat over demonstraties rondom de NAVO-top. Ik heb heel wat NAVO-toppen meegemaakt en ik heb ook heel wat demonstraties gezien. Zolang dat vreedzaam gebeurt, is daar niks mee aan de hand. Er zijn vele groepen mensen die zo'n NAVO-top willen aangrijpen om hun boodschap kenbaar te maken. Dat moet kunnen binnen de grenzen van de wet en mits toegestaan door de burgemeester op bepaalde locaties. Daar zal hij op toezien.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 281 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 282.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 282 moet ik ontraden. Die gaat over de onlineverheerlijking. Dat doe ik maar om één reden. Dat komt door het woord "preventief" dat is opgenomen in de motie. Als mevrouw Wijen-Nass dat achterwege zou laten, dan kan ik er wel wat mee en dan kan ik 'm oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Ze zegt daartoe bereid te zijn. Dan verzoeken we haar de wijziging in orde te maken. Dan zullen we bij de stemmingen zien of dat is gebeurd en dan krijgt zij oordeel Kamer.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 283 van de heer Van Nispen, over de bescherming van kinderen in het crisisbeleid, geef ik oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 283 krijgt het oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 284.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 284 gaat over toegankelijkheid van noodpakketten en contant geld. Ik ben bereid om 'm oordeel Kamer te geven. Ik zeg daar dan wel bij dat dat niet betekent dat er van overheidswege noodpakketten dan wel geld verstrekt gaan worden, maar dat ik wel aan de lokale en regionale overheden zal vragen om aandacht te besteden aan de zwaksten en minst draagkrachtigen in onze samenleving voor het geval dat nodig zal zijn. Als ik 'm zo mag lezen, dan is het oordeel Kamer.
De voorzitter:
De heer Van Nispen kan zich vinden in de interpretatie. Daarmee krijgt zij oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 285.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 285, over investeren in sociale samenhang, krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 285 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 286.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 286 van mevrouw Mutluer en de heer Van Nispen, over de korting op de BDuR, moet ik ontraden. Ik heb dat ook in het debat gezegd. Deze korting kunnen wij niet ongedaan maken. Wij maken wel 70 miljoen beschikbaar. Dat gaat voor het over-, over-, overgrote deel naar de veiligheidsregio's. Daar zullen we in overleg treden over wat ze daarmee kunnen doen in het kader van weerbaarheid. Om die kloof te overbruggen in 2026 maak ik ook dit jaar en volgend jaar daar al geld voor vrij.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 286 is ontraden. De motie op stuk nr. 287.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 287 van mevrouw Mutluer gaat over burgerbescherming. Als ik 'm zo mag lezen dat we niet een nieuwe burgerbescherming gaan opbouwen, maar dat u vraagt hoe we vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties kunnen betrekken bij de opgave om ons weerbaar te maken op het moment dat het nodig is, geef ik 'm graag oordeel Kamer.
De voorzitter:
Mevrouw Mutluer kan zich vinden in de interpretatie. Daarmee krijgt zij oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 288.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 288 van de heer Six Dijkstra, over de kill switches, geef ik oordeel Kamer. Het valt niet zozeer binnen Aanpak vitaal, maar meer binnen de verantwoordelijkheid van de collega's van Economische Zaken en Klimaat en Groene Groei om te kijken naar consumentenproducten en veiligheidseisen, maar daarmee geef ik 'm oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 288 krijgt oordeel Kamer. Tot slot de motie op stuk nr. 289.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 289 geef ik graag oordeel Kamer. Ik was afgelopen weekend bij de alv van de Reddingsbrigade en zag daar hoe jongeren bereid zijn om diensten te draaien, om mensen te redden en om opleidingen te volgen, allemaal om ons weerbaar en veilig te houden. Ik denk dat daar een heleboel potentie in zit, dus oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dank u wel. Zijn er nog vragen die u dient te beantwoorden, of bent u hiermee aan het einde gekomen van uw termijn? Dat is het geval. Dan dank ik de minister voor de beantwoording in dit tweeminutendebat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors enkele ogenblikken voor het debat over de parlementaire verkenning Verward/onbegrepen gedrag en veiligheid.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-89-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.