4 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Lahlah

Vragen van het lid Lahlah aan de staatssecretaris Participatie en Integratie over het bericht "Kinderhulp: stijging aantal aanvragen, steeds vaker basale producten".

De voorzitter:

We heten de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom. Hij heeft een vraag van mevrouw Lahlah van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.

Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen donderdag, op de Dag van de Kinderarmoede, kreeg ik dit rapport overhandigd van drie krachtige meiden. Zij zijn geen beleidsadviseurs of lobbyisten, maar jongeren die zelf weten hoe het is om op te groeien zonder basis. Het rapport heet "Armoedestress voor kinderen en jongeren in Nederland: basisvoorzieningen onder druk", van het Nationaal Fonds Kinderhulp. Wat bedoelen we met "basisvoorzieningen"? Laat ik het heel concreet maken: een goed bed om in te slapen, want zonder nachtrust kun je niet leren, een bril, zodat je op school het bord kunt lezen in plaats van achter te raken, menstruatieproducten, zodat je niet dagenlang thuis hoeft te blijven van school, schoolspullen, zoals pennen, schriftjes en een rekenmachine, een warme winterjas, een werkende wasmachine en een stevige eettafel, waar je je huiswerk aan kunt maken. Dát is de basis. Het gaat om dingen die kinderen nodig hebben om gezond, veilig en met waardigheid op te groeien. Juist daarin ziet het Nationaal Fonds Kinderhulp een enorme stijging van hulpvragen van meer dan 40%. Dan komt deze Voorjaarsnota, waarin dit kabinet bezuinigt op het kindpakket én bezuinigt op een regeling voor gelijke kansen op scholen in arme buurten — juist nu, terwijl gezinnen steeds vaker afhaken, hulp niet meer kunnen vinden en kinderen letterlijk met slaapgebrek, pijnlijke ogen of honger in de klas zitten. Ouders kunnen niet meer voorzien in de basisbehoeften van hun kinderen en dit kabinet bezuinigt verder. Ouders komen voor onmogelijke keuzes te staan. Wat raadt de staatssecretaris deze ouders aan: kiezen voor een bril voor hun zoon of voor maandverband voor hun dochter?

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Nobel:

Voorzitter, dank u wel. Laat ik vooropstellen dat mevrouw Lahlah niet de enige is bij wie de drie dames zijn geweest. Ik heb het rapport ook in ontvangst mogen nemen. Allereerst ook vanaf deze plaats dank daarvoor. Ik denk dat het goed is dat we het vandaag hebben over kinderen die in armoede opgroeien, want ieder kind dat in armoede opgroeit, is er een te veel. Aan mij vragen om een keuze te maken: dat wil ik eigenlijk helemaal niet. Ik denk dat iedereen hier vandaag aanwezig niet wil dat kinderen in hun kansen of hun schoolprestaties worden belemmerd doordat ze het thuis financieel zwaar hebben.

Voorzitter. Tegelijkertijd is het niet mogelijk om armoede in zijn geheel de wereld uit te helpen; daar moeten we, denk ik, ook eerlijk over zijn. In 2018 lag het percentage op 8,6% en in 2025 — het is nog een raming — zitten we op 3,2%. Dat betekent dat de kinderarmoede de afgelopen jaren meer dan gehalveerd is. Dat is toch iets waar we best trots op mogen zijn. Dat is ook de reden dat het kabinet heeft gezegd niet te willen dat de armoede verder stijgt, ook omdat het heel ingewikkeld wordt om de armoede nog veel verder te laten afnemen.

De afgelopen periode heeft dit kabinet een behoorlijk aantal stappen gezet om kinderarmoede niet verder te laten stijgen. Denk aan de verhoging van het kindgebonden budget, denk aan de verhoging van de huurtoeslag, maar denk ook aan de structurele voortzetting van de schoolmaaltijden. En daarnaast — dat kwam ook al terug in de bijdrage van mevrouw Lahlah — steunt dit kabinet een heel aantal organisaties die kinderen die in armoede zitten of ouders die in armoede verkeren, uit die situatie te halen. Vanaf 2023 is dit bedrag verhoogd naar 15 miljoen euro. De toename die mevrouw Lahlah beschrijft, wijd ik aan het feit dat dit kabinet er heel veel aan doet om de voorzieningen die er zijn, bij mensen onder de aandacht te brengen. Ik constateer dus dat steeds meer mensen, gelukkig, gebruikmaken van de regelingen die we als rijksoverheid hebben ingericht voor mensen die in armoede verkeren.

Voorzitter. Helaas zien we achter de cijfers dat er een verschuiving plaatsvindt. Steeds meer mensen die werken, zitten net boven de armoedegrens. Dat baart me wel zorgen. Ik zal begin juni hierop specifieker ingaan in het nieuwe Nationaal Programma Armoede en Schulden.

Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):

De staatssecretaris geeft terecht aan dat het pijnlijk is als je moet kiezen tussen een bril voor je zoon of maandverband voor je dochter. Toch is dit wel de keuze waar duizenden ouders voor staan. Een van de doelen die zijn opgesteld in het regeerprogramma, is het niet laten oplopen van kinderarmoede ten opzichte van 2024; de staatssecretaris refereerde er al aan. De staatssecretaris is hier ook heel eerlijk over geweest: hij wil de situatie niet verbeteren, het moet alleen niet slechter worden dan het jaar ervoor. Ze zeggen: als je de lat maar laag genoeg legt, kom je er altijd overheen. Maar zelfs dat lijkt de staatssecretaris niet te lukken. Hoe kijkt hij zelf naar dit falen? Erkent het kabinet de stijging van 40% in hulpvraag, zoals gemeld door het Nationaal Fonds Kinderhulp? Gaat dit kabinet ook met concrete maatregelen reageren op dit alarmsignaal?

Staatssecretaris Nobel:

Ik denk dat er een verschil van inzicht is over of er nu wel of niet een positieve ontwikkeling is. Ik heb geschetst dat in 2018 de cijfers van armoede en ook kinderarmoede vele malen hoger waren. In 2025 is dat getal bijna gehalveerd. Dat is iets waar we trots op kunnen zijn. Dat is een positieve ontwikkeling. Tegelijkertijd, ieder kind dat in armoede verkeert, is er een te veel. Maar dit kabinet zet ontzettend veel stappen om in ieder geval dat aantal niet weer toe te laten nemen. Ik heb ze zojuist ook genoemd: de verhoging van de huurtoeslag, de verhoging van het kindgebonden budget en de schoolmaaltijden. Maar denk ook aan al die maatregelen die we op dit moment in Nederland al hebben, veelal ook bij gemeenten, waarmee we kinderen, maar vooral ook hun ouders, in de gelegenheid stellen om een aanvraag te doen. Daar maakt dit kabinet ook structureel geld voor vrij, zodat ouders de weg ook weten te vinden. Het feit dat ouders de weg weten te vinden naar die regelingen verklaart volgens mij die enorme stijging, die 40% die uit het rapport van Kinderhulp naar voren komt.

Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):

We hebben het niet over 2018 of 2019. We hebben het over nu. Afgelopen week is het rapport overhandigd met daarin die stijging van 40% in de afgelopen drie jaar. Dit kabinet heeft de envelop Groepen in de knel, met geld om mensen die in de knel zitten te helpen. Waarom geeft het kabinet dit geld dan uit aan regulering van buy now, pay later en aan aanmaningskosten voor mensen die al diep in de schulden zitten? Hoe kan het zijn dat er wel geld is voor controle en boetes, maar dat we bezuinigen op de basisvoorzieningen die kinderen nodig hebben om überhaupt mee te kunnen doen? Wat zegt dat over je ambities?

Staatssecretaris Nobel:

Ik heb zojuist ook aangegeven dat dit kabinet zich structureel inzet om ervoor te zorgen dat dat cijfer niet verder toeneemt. Als je de middelen ziet die we beschikbaar stellen om te zorgen dat mensen de organisaties weten te vinden waar ze geholpen kunnen worden en om tegen te gaan dat deze middelen niet gebruikt worden, dan ben ik eigenlijk ontzettend trots dat het toch lukt om deze ambitie overeind te houden, zeker in tijden waarin we toch weer forse ombuigingen zien met elkaar.

Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):

Tot slot. Ik zei het net al: dit kabinet heeft bij de Voorjaarsnota aangekondigd de onderwijskansenregeling te schrappen. Dat is echt ongekend, zeker in het licht van dit rapport. Kan de staatssecretaris dan ten minste aangeven welke concrete alternatieven zijn onderzocht voor het besluit te bezuinigen op deze zeer waardevolle regeling?

Staatssecretaris Nobel:

Ik snap dat als de Voorjaarsnota er op een gegeven moment ligt, het makkelijk is om er een of twee dingen uit te halen die negatief uitpakken, helemaal als het gaat om de allerkwetsbaarsten in de samenleving, namelijk kinderen. Tegelijkertijd blijf ik hier toch ook herhalen dat dit kabinet ontzettend veel in het werk stelt om er ook juist voor die groep te zijn. Denk hierbij aan het kindgebonden budget, de verhoging van de huurtoeslag, het voortzetten van de schoolmaaltijden en het feit dat dit kabinet structureel middelen opzijzet om ervoor te zorgen dat de meest kwetsbaren uiteindelijk ook de route weten te vinden naar regelingen die er allang zijn. Dit kabinet doet dus ontzettend veel.

De voorzitter:

"Te weinig" roept mevrouw Lahlah nog even. Dan de heer Dijk van de SP.

De heer Dijk (SP):

Het is toch gênant dat er hier een staatssecretaris staat die een rapport heeft gekregen waarin overduidelijk staat dat een groot aantal kinderen niet in hun basale behoeften zijn voorzien? Dan zegt hij hier trots te zijn dat 3,2% van alle kinderen in Nederland in armoede leeft. Hij zegt gewoon trots te zijn dat dat is gelukt. 3,2% van alle kinderen in Nederland leeft in armoede. Dat zijn tienduizenden, honderdduizenden kinderen in armoede! Daar is dit kabinet trots op. Deze staatssecretaris is er ook trots op dat het kabinet dat in stand weet te houden. Hoe harteloos kunt u eigenlijk zijn?

Staatssecretaris Nobel:

Ik denk dat dit enigszins selectief luisteren is van de heer Dijk. Waar ik, denk ik, best trots op mag zijn, ook namens dit kabinet — dat is niet alleen te danken aan dit kabinet, maar ook aan het vorige kabinet — is dat dat cijfer sinds 2018 gehalveerd is. Ik zeg nog steeds dat ieder kind dat in armoede leeft er een te veel is. Maar ik denk wel dat dat iets is waar we trots op mogen zijn. Dat is ook niet vanzelf gegaan. Dat is ook de reden dat dit kabinet maatregelen zal treffen om dat cijfer niet toe te laten nemen. Het zou ontzettend mooi zijn als dat verder afneemt, maar ik denk ook dat we realistisch moeten zijn. Uiteindelijk ga je armoede niet helemaal de wereld uit krijgen. We zullen ons als kabinet ook in blijven zetten om dat cijfer in ieder geval zo laag mogelijk te houden, zeker onder kinderen.

De heer Dijk (SP):

Het is een grove schande. Het is een aanslag op al die kinderen. Het is een aanslag op hun bestaan. Er staat hier iemand die zegt het op te nemen voor die kinderen, die zegt dat hij ook graag wil dat de armoede de wereld uit gaat, ook voor de kinderen. Maar hij zegt dat dat wel heel erg moeilijk is en hij hoopt dat het toch lukt. Het is echt een aanslag op die kinderen. Weet u wat het is? Het meest gênante is dat hier een stoere man staat die donders goed weet dat er ieder jaar, keer op keer op keer, recordwinsten zijn gemaakt door grote bedrijven en dat die kinderen, die in hun bestaan bedreigd worden, maar zo'n klein beetje nodig hebben: een gum of een pen.

Staatssecretaris Nobel:

Ik hoorde geen vraag, maar dit stelt me wel in de gelegenheid om aan te geven dat veel minima gelukkig ook de mogelijkheid hebben om via gemeenten bijvoorbeeld een gemeentepolis af te sluiten, zodat de bril waar zojuist naar werd verwezen ook in het pakket valt.

De heer Esser (PVV):

Wat de PVV betreft mogen kinderen nooit de dupe worden van armoede. Dat is afgesproken in het hoofdlijnenakkoord. Uit het rapport van de stichting Kinderhulp blijkt dat er een stijging te zien is. Mijn vraag is of bepaalde basisvoorzieningen uit dat rapport worden ondersteund door het huidige kabinetsbeleid, en zo ja, welke.

Staatssecretaris Nobel:

Ik denk dat de heer Esser namens de PVV terecht aansnijdt dat we met elkaar hebben afgesproken dat dat cijfer niet verder mag stijgen. Toen ik het rapport ontving en daarbij ook de persoonlijke verhalen hoorde van de jeugdambassadeurs, deed dat ook echt wel iets met me. Maar ik verwees zojuist al naar de bril, die niet in het zorgpakket zit, maar die minima via het afsluiten van een gemeentepolis toch vaak kunnen krijgen. Ik denk dat dat zaken zijn waar dit kabinet oog voor houdt. Ik weet dat het ministerie van VWS op dit moment ook aan het kijken is wat het zou kunnen doen met een aantal zaken die in het rapport genoemd zijn.

Mevrouw Rooderkerk (D66):

Ik wil graag nog even doorvragen op de onderwijskansenregeling. De staatssecretaris ging daar zojuist eigenlijk niet op in. Waar hebben we het over? We hebben het over de kinderen met de minste kansen, de armste kinderen van het land. Zij worden geraakt door deze bezuiniging van 180 miljoen. Het gaat in de praktijk om kinderen van ouders die in de schuldsanering zitten, zelf geen opleiding hebben gevolgd of de taal niet spreken. Met dit geld kunnen zij via scholen een laptop krijgen om überhaupt opdrachten te kunnen maken, en kunnen zij kleinere klassen, meer begeleiding en extra lesuren krijgen. Dit geld wordt volledig wegbezuinigd. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: wat zegt hij tegen deze kinderen?

Staatssecretaris Nobel:

Wat ik wil zeggen, is dat dit kabinet ook ontzettend veel doet. U haalt er nu één maatregel uit. Tegelijkertijd zet dit kabinet in op financiële educatie. Dit kabinet verhoogt het kindgebonden budget. Dit kabinet verhoogt de huurtoeslag. Dit kabinet zorgt ervoor dat de schoolmaaltijden in stand blijven. Daarnaast proberen we er natuurlijk, ook met de medeoverheden, voor te zorgen dat de weg naar al die regelingen die er zijn, uiteindelijk gevonden wordt door ouders. Sociale Zaken investeert 15 miljoen euro per jaar om ervoor te zorgen dat mensen die regelingen weten te vinden en dat het niet-gebruik omlaaggaat. Dat is ook de reden dat het percentage zo toeneemt in het rapport dat recent is overhandigd. Dat is omdat — gelukkig, zeg ik daarbij — de schaamte en het taboe rondom armoede afnemen en dat mensen de weg weten te vinden naar de hulp die hen geboden wordt namens dit kabinet.

Mevrouw Rooderkerk (D66):

Dat is opnieuw geen antwoord op de vraag. De staatssecretaris begint nu over allerlei andere zaken, maar mijn vraag was wat hij zegt tegen deze kinderen. Over schaamte gesproken: dit kabinet moet zich schamen! Er wordt gewoon bezuinigd op de armste kinderen met de minste kansen. Geef dat dan ook eerlijk toe. Ik hoor een staatssecretaris Onderwijs in het nieuws zeggen: "We gaan in gesprek met scholen over wat dit betekent." Scholen zeggen: "Wij hoeven niet in gesprek. Dit is vreselijk! Dit is gewoon iets wat je niet doet. Dit kan je niet doen." Dus nogmaals de vraag: wat zegt hij tegen de kinderen die hierdoor geraakt worden? Ik heb het dus niet over die andere maatregelen waar hij net naar verwees, maar over déze maatregel.

Staatssecretaris Nobel:

Ik weet dat mevrouw Rooderkerk ook woordvoerder Onderwijs is, maar ik sta hier om namens dit hele kabinet een reactie te geven. Ik constateer dat er niet wordt bezuinigd op armoede, dat er niet wordt bezuinigd op kinderen die in moeilijke omstandigheden zitten, maar dat het kabinet juist heel veel actie onderneemt. Dan kunt u er wel één maatregel uit halen, maar daar zet ik een veelvoud aan maatregelen tegenover, die ik zojuist heb benoemd.

De voorzitter:

Dank aan de staatssecretaris. Fijn dat u bij ons was, of bent, want u blijft ook nog even voor de stemmingen, stel ik vast. Tot zover het mondelinge vragenuurtje. Ik schors een paar minuten, en dan gaan we stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven