Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 53, item 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 53, item 9 |
Voorzitter: Nijhof-Leeuw
Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Caribisch Nederland
Aan de orde is het tweeminutendebat Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Caribisch Nederland (CD d.d. 29/01).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Caribisch Nederland. Ik heet de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van harte welkom. Aan de orde is de eerste termijn van de Kamer. We beginnen met mevrouw Welzijn van NSC voor haar eerste termijn.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Dank u wel, voorzitter. We hebben een mooi comissiedebat gehad over de volkshuisvesting op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. De hartenkreet van de lokale bestuurders hebben wij luid en duidelijk gehoord tijdens een voorbereidend rondetafelgesprek. We hebben gemerkt dat ook de minister de signalen goed gehoord heeft. Dat is een belangrijk gegeven. Mijn fractie is dan ook erg blij dat de minister op verzoek van NSC in de uitwerking van het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen zal meenemen hoe een evenredig deel van dit budget geoormerkt zou kunnen worden voor de BES-eilanden.
We hebben ook gezien dat de woningcorporaties daar de status van toegelaten instelling dringend nodig hebben om investeringen te kunnen doen in sociale en betaalbare woningbouw. De afgelopen jaren zijn op de drie eilanden tezamen maar 238 woningen gebouwd in deze segmenten. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Woningwet BES naar verwachting per 1 januari 2027 inwerking zal treden;
constaterende dat er op de BES-eilanden grote behoefte is aan betaalbare woningen voor de eilandbewoners;
constaterende dat lokale woningcorporaties de status toegelaten instelling nodig hebben om beter in staat te zijn betaalbare woningen te bouwen;
overwegende dat daarbij een versnelling van de bouwopgave op de BES-eilanden hoog nodig is;
verzoekt de regering perspectief te bieden aan de lokale woningcorporaties door een tijdlijn op te stellen waaruit duidelijk wordt hoe het traject eruitziet om de status toegelaten instelling te krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Welzijn, White, Vijlbrief en Vedder.
Zij krijgt nr. 66 (36600-XXII).
Mevrouw Welzijn (NSC):
Verder wil ik de minister en de collega-woordvoerders bedanken voor het goede debat dat we hebben gehad. Volgens mij zien de mensen op de BES-eilanden ons ergens dit jaar.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we nu verder met de tweede spreker, de heer Meulenkamp van de VVD.
De heer Meulenkamp (VVD):
Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de woningnood op de BES-eilanden groot is;
constaterende dat de bouw van orkaanbestendige flexwoningen kan helpen bij het terugdringen van de woningnood;
verzoekt de regering in gesprek te gaan met de bestuurscolleges van de BES-eilanden en de bouwers van flexwoningen om de mogelijkheden te onderzoeken voor de bouw van orkaanbestendige flexwoningen op de BES-eilanden, zodat het woningtekort spoedig teruggedrongen kan worden;
verzoekt de regering de Kamer in het tweede kwartaal van 2025 over deze gesprekken te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Meulenkamp.
Zij krijgt nr. 67 (36600-XXII).
De heer Meulenkamp (VVD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan komen we bij de laatste spreker, de heer White van GroenLinks-PvdA.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. We hebben een goed debat gehad over een belangrijk onderwerp op de Caraïbische eilanden, namelijk volkshuisvesting. Er zijn twee zaken die echt van belang zijn als je kijkt naar het sociaal minimum: de inkomstenkant en de uitgavenkant. Er is heel duidelijk vastgesteld dat huisvesting een van belangrijkste prioriteiten is aan de uitgavenkant. Vandaar dat ik de volgende twee moties indien.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voor veel huishoudens op de BES-eilanden de hoge woonlasten problematisch zijn;
overwegende dat er verder wordt gewerkt naar een adequaat sociaal minimum, zodat iedereen op de BES-eilanden maandelijks fatsoenlijk rond kan komen;
verzoekt de regering om bij de verdere uitwerking van deze plannen de woonlasten als hoge prioriteit te betrekken en zo nodig aanvullende maatregelen hiervoor te overwegen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid White.
Zij krijgt nr. 68 (36600-XXII).
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het voor veel inwoners van de BES-eilanden, net als voor woningzoekenden in Europees Nederland, lastig is om een betaalbare koopwoning te vinden;
overwegende dat er in Europees Nederland diverse regelingen zijn om mensen die een betaalbare koopwoning zoeken te ondersteunen zoals startersleningen, het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen, de Nationale Hypotheek Garantie, ondersteuning van sociale koop en fiscale voordelen;
verzoekt de regering om te bezien welke regelingen voor kopers die in Europees Nederland beschikbaar zijn, ook zouden kunnen worden ingevoerd voor Caribisch Nederland,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid White.
Zij krijgt nr. 69 (36600-XXII).
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we nu gekomen aan het eind van de tweede termijn van de Kamer. Ik heb begrepen dat de minister graag drie minuten wil schorsen, dus ik schors de vergadering voor drie minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Caribisch Nederland. We zijn aangekomen bij de tweede termijn van de regering. Ik geef de minister het woord.
Minister Keijzer:
Dank u wel, voorzitter. Ik sluit mij graag aan bij de woorden van de eerste spreker, mevrouw Welzijn. Zij zei dat we een goed debat hebben gehad over een belangrijk onderwerp, namelijk de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening op de BES-eilanden. Daaruit is ook de betrokkenheid van de Kamer bij dit onderwerp gebleken.
Als ik naar de moties kijk, dan moet ik, in ieder geval bij de laatste drie moties, aangeven dat ze overbodig zijn. Voor wat betreft de motie van de heer Meulenkamp waarin hij vraagt om de Kamer in het tweede kwartaal over deze gesprekken te informeren, kan ik alleen maar aangeven dat ik dat met min of meer dezelfde woorden al in het commissiedebat heb gezegd. Ik heb daar gezegd: het is ingewikkeld om tijdelijke woningen naar de BES-eilanden te krijgen en de vraag is of het veel goedkoper is, maar ik ga het gesprek aan en zal dat in de voortgangsrapportage delen met de Kamer.
De voorzitter:
Mag ik u even onderbreken voor de interruptie van de heer Meulenkamp?
De heer Meulenkamp (VVD):
Ik heb toch een andere beleving bij het gesprek dat we tijdens het debat hebben gehad. U zei zoiets als: die rekensommen liggen al en het is niet zo kansrijk, maar ik wil wel het gesprek aangaan. Als ik de stukken teruglees, dan gaat het vooral over de gesprekken die in het verleden zijn gevoerd en over rekensommen die in het verleden zijn gemaakt. De laatste tijd zijn er gigantische stappen gezet op het gebied van flexwoningen en het fabrieksmatig bouwen van woningen. Ik zou echt opnieuw die gesprekken willen voeren met de mensen die deze woningen in de fabrieken maken en met de mensen op de BES-eilanden. Ik wil dus niet bestaande rekensommen bekijken, maar opnieuw de boel onder de loep nemen. Dat is eigenlijk waar mijn motie toe oproept.
Minister Keijzer:
Het is uiteraard aan de Kamer om daar moties over in te dienen, maar ik had al toegezegd dat ik naar de eilanden ga en dat dit onderwerp daar zal worden besproken. Vanzelfsprekend heb je dan een gesprek met de bestuurders daar ter plaatse en ga je kijken: kan het uit? Wat blijft, is dat het eilanden zijn en dat het ingewikkeld is om de spullen daar te krijgen. Daarom is deze motie voor mij overbodig. Het is vanzelfsprekend dat je op die manier omgaat met de bestuurders op de eilanden.
Dan de motie van …
De voorzitter:
U hebt nog een interruptie van de heer Meulenkamp.
De heer Meulenkamp (VVD):
Ik snap dat u met mensen op de BES-eilanden gaat praten. Maar gaat u ook met Nederlandse ondernemers praten over de mogelijkheden die zij zien? U geeft aan dat het moeilijk is om op de eilanden te komen, maar gaat u met Nederlandse ondernemers praten om te kijken of zij daar orkaanbestendige flexwoningen naartoe kunnen krijgen? U zegt dat het heel moeilijk is; het is inderdaad niet gemakkelijk. Maar kunt u toezeggen om daar met onze ondernemers over in gesprek te gaan?
Minister Keijzer:
Als er ondernemers zijn die denken dat ze dit kunnen doen en het ook veel goedkoper kunnen doen — dat zou toch zeker als muziek in de oren van de VVD moeten klinken — dan zullen die zich natuurlijk zelf wel melden bij de bestuurders van de eilanden. Dat is niet iets wat ik vanuit Den Haag hoef te regelen. Maar zoals toegezegd ga ik naar de eilanden en ga ik daar het gesprek voeren. Daar is geen motie voor nodig.
Voor de mensen die naar dit debat kijken, lijkt het net of wij tegenover elkaar staan. Nee, wij willen hetzelfde: zo snel als mogelijk goede betaalbare woningen op de eilanden. Maar dat doe ik al. Daarom is de motie overbodig. We zijn het dus eens, maar de motie voegt in die zin niet zo veel toe. Dan moet ik de motie, op grond van de nieuwe afspraken die u zelf als Kamer gemaakt heeft, het oordeel overbodig geven, omdat ik het gevraagde al doe.
Dat geldt ook voor de motie-White. In die motie wordt verzocht om bij de verdere uitwerking van de plannen over een sociaal minimum, waarbij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de trekkende bestuurlijke partner is, de woonlasten als hoge prioriteit mee te nemen. Daarmee is ook deze motie overbodig.
Ik vind het best lastig om ook de laatste motie het oordeel overbodig te geven, maar het gebeurt al. In de commissie heb ik aan mevrouw Welzijn toegezegd om ook expliciet te kijken of er voor de BES-eilanden een plekje binnen het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen gevonden kan worden. Voor de Nationale Hypotheek Garantie gebeurt dat al. Dat zijn de afspraken die u zelf gemaakt heeft met het bestuur van de Kamer. Dan is het oordeel overbodig, omdat het al gebeurt.
Voorzitter, tot slot.
De voorzitter:
Ik onderbreek u even voor een interruptie van de heer White.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
We hebben inderdaad recentelijk een heel goed debat gehad. De minister heeft toen inderdaad een aantal toezeggingen gedaan. Maar ik wilde even helder hebben — vandaar dat ik de motie heb ingediend — dat het niet alleen gaat om het met hoge prioriteit erbij betrekken van de woonlasten, maar ook om het vervolg daarvan, namelijk dat er waar nodig aanvullende maatregelen worden getroffen. Dus als de minister zegt dat bij de toezegging hoort dat dit ook geldt voor eventuele aanvullende maatregelen, dan is dat prima. In dat geval kan ik de motie intrekken.
Minister Keijzer:
De heer White bedoelt nu de motie die verzoekt om bij de uitwerking van de plannen voor een adequaat sociaal minimum de woonlasten te betrekken.
De voorzitter:
Dat is de motie op stuk nr. 68.
Minister Keijzer:
Dank u wel, voorzitter. Zoals gezegd is dat een traject dat loopt. Die kar wordt getrokken door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daar wordt vastgesteld wat het sociaal minimum is. Wat ik doe, is zorgen dat er ter plaatse betaalbare huur- en koopwoningen worden toegevoegd, waarbij ik ook de huurprijzen goed in de gaten zal houden. Maar ik kan hier nu niet zonder dekking een blanco cheque afgeven. Als dat is wat de heer White aan mij vraagt, moet ik de motie ontraden vanwege het ontbreken van een dekking.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Wat zou er volgens de minister dan wel kunnen op dit vlak?
Minister Keijzer:
Dat is wat ik al aan het doen ben: samen met de collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het sociaal minimum in de gaten houden en tegelijkertijd betaalbare huur- en koopwoningen toevoegen.
Het is echt een beetje ongemakkelijk. We hebben allemaal een goed debat gevoerd met elkaar. We vinden het ook belangrijk dat er op de BES-eilanden geleefd en gewoond kan worden. Alleen zijn de moties zoals die hier nu liggen gewoon overbodig, omdat ik het al doe.
De voorzitter:
Tot slot, meneer White.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Inderdaad, tot slot. Het is op zich niet ongemakkelijk. Volgens mij zijn we gewoon heel erg ontspannen binnen het debat aan het spreken. Ervaar dit dus niet als bezwarend. Verder is het prima om akkoord te gaan met deze toezegging. Tot slot zou ik nog wel van de minister willen horen of wij tijdig gebrieft worden omtrent de ontwikkelingen op dit vlak. Dan trek ik bij dezen de motie gewoon in.
De voorzitter:
Aangezien de motie-White (36600-XXII, nr. 68) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
Minister Keijzer:
Dank u, zeg ik tegen de heer White. In de voortgangsrapportage neem ik alle onderwerpen mee die daarin een plek hebben omdat die mijn verantwoordelijkheid zijn.
Tot slot de motie op stuk nr. 66. Daarin vragen mevrouw Welzijn, de heer White en de heer Vijlbrief, die ik nu ook in de ogen kijk, aan de regering om perspectief te bieden aan lokale woningcorporaties door een tijdlijn op te stellen waaruit duidelijk wordt hoe het traject eruitziet om de status toegelaten instelling te krijgen. Als deze motie gericht is op hoe dan ook een woningstichting een toegelaten instelling laten zijn, dan kan ik dat niet doen. Daar gelden allerlei voorwaarden voor. Dan zou ik deze motie dus moeten ontraden. Als aan mij gevraagd wordt om duidelijkheid te geven over de tijdlijn, dan kan ik dat gewoon ter plekke doen. De wet die hierover gaat, wordt as we speak opgesteld. Het is de bedoeling om die in mei in consultatie te brengen. Als dat allemaal vlot verloopt en als de Eerste en Tweede Kamer de wet vlot behandelen, kan die op 1 juli 2026 in werking treden. Als alles dan loopt zoals het moet lopen en als de desbetreffende woningstichtingen voldoen aan de voorwaarden, dan kan de woningstichting die daar het verst mee is — dat is die op Bonaire — op 1 juli 2027 worden toegelaten. Daarmee heb ik eigenlijk al aan deze motie voldaan, want dit is de tijdlijn. Daarmee is deze motie toch ook overbodig.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 66 is overbodig.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Dit is wat mij betreft fantastisch. We hebben ter plekke antwoord gekregen van de minister, dus bij dezen trek ik de motie in. Dank u wel.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Welzijn c.s. (36600-XXII, nr. 66) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
Minister Keijzer:
Heel fijn, dank u wel. Er is namelijk een grote saamhorigheid om de ruimtelijke ordening en volkshuisvesting op de BES-eilanden goed te laten verlopen.
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Caribisch Nederland.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors de vergadering voor een paar minuten. Daarna gaan we verder met het debat over de uitkomsten van de Woontop en de stijging van de huren.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-53-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.