6 Vragenuur: Vragen Aartsen

Vragen van het lid Aartsen aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de wurgcontracten vanuit de NTR waardoor kwetsbare jongeren boetes à €1.000 opgelegd krijgen wanneer zij het tv-programma Dream School willen verlaten of hun mening willen geven.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Aartsen voor zijn vragen aan de minister voor Basis- en Voortgezet onderwijs en Media over wurgcontracten bij het tv-programma Dream School.

De heer Aartsen (VVD):

Voorzitter. Afgelopen dagen is er gedoe ontstaan over een programma van de publieke omroep. Dat betreft Dream School, dat wordt geproduceerd door producent No Pictures Please in opdracht van de NTR, een taakomroep. In dit programma worden kwetsbare jongeren tussen de 16 en de 23 jaar geholpen om hun leven weer op de rit te krijgen op momenten dat zij zijn uitgevallen op school. Een aantal van de oud-deelnemers heeft echter behoorlijke kritiek op de NTR. Ze hebben niet zozeer kritiek op de inhoud van het programma, maar op de contracten die zijn getekend rondom dit programma.

De VVD is inmiddels in het bezit van een van die contracten. Wij zijn behoorlijk geschokt door wat er allemaal in staat. Wanneer deelnemers — nogmaals deelnemers met een leeftijd van tussen de 16 en 23 jaar — zich niet prettig of veilig voelen tijdens de opnames en besluiten dat ze zich graag willen terugtrekken van die opnames, krijgen zij een boete van €1.000 van de NTR. Dit voelt extra cru, omdat die jongeren juist deelnemen op grond van hun kwetsbare positie en omdat zij juist deelnemen om door dit programma geholpen te worden.

Voorzitter. Het is schandalig. Het betreft een kwetsbare groep jongeren waarvan sommigen nog minderjarig zijn. Die worden door onze publieke omroep met een fikse boete onder druk gezet om deel te blijven nemen aan dit programma. Mijn vraag aan de minister is vrij simpel: wat vindt de minister van deze situatie? Is hij bereid om de NPO en de NTR aan te spreken op deze contracten?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Slob:

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de heer Aartsen voor zijn vraag. We hebben uiteraard even wat navraag gedaan naar de situatie waar in de media aandacht voor was. Het is duidelijk dat onze Mediawet 2008, die we vorige week overigens uitvoerig in de Kamer hebben besproken, geen regels bevat over de omgang met deelnemers aan programma's. Dat laat onverlet dat we ervan uit mogen gaan dat omroepen en programmamakers zorgvuldig omgaan met mensen die deelnemen aan programma's, zeker als daar minderjarigen tussen zitten. We hebben over deze concrete casus ook aan de NTR, want dat was de betreffende taakomroep waar het om gaat die dit heeft uitgezonden, gevraagd: wat is hier aan de hand? Ze hebben toegegeven dat er boeteclausules in de contracten van de deelnemers stonden, waarvan — het is het derde seizoen — nog nooit gebruik is gemaakt in de afgelopen jaren en die wat hen betreft vooral ook bedoeld zijn om het commitment aan het programma bij de deelnemers te onderstrepen, zodat men doorheeft dat de deelname niet vrijblijvend is. Wij kunnen er kennis van nemen dat men dat op deze manier onderstreept. Wij vinden dat dit soort commotie niet moet ontstaan en dat het in het belang is van de deelnemers en ook van de omroepen en de programmamakers dat we er alles aan doen om dit te voorkomen.

Nu weet u dat er een aantal maanden geleden een soortgelijke situatie is geweest, waarin er ook commotie was over contracten en deelname aan een programma. Toen hebben we de Kamer toegezegd dat we in gesprek zouden gaan met de omroepen, ook met de NPO, om te zorgen dat hierover, bijvoorbeeld in de governancecode of de programmastatuten van de omroepen, duidelijke afspraken worden gemaakt. We zijn nu bezig deze afspraken ook met elkaar vast te leggen en we hopen de Kamer daar voor de zomer over te informeren. Deze voorbeelden onderstrepen het belang om dat ook op een zorgvuldige wijze te doen.

De heer Aartsen (VVD):

Dank aan de minister voor zijn beantwoording. De minister geeft aan dat er inderdaad nog geen enkele keer gebruik is gemaakt van de boeteclausule. Volgens mij is dat nou juist het probleem ten aanzien van die commitments, want volgens mij zou juist het belang van die jongeren boven het belang van commitment aan een televisieprogramma en boven het belang van kijkcijfers moeten gaan, helemáál bij de publieke omroep.

Kan de minister garanderen dat dit in de toekomst niet meer gaat gebeuren? Hij gaf iets aan over de governancecodes, maar ik wil hier gewoon een harde toezegging van de minister dat dit niet meer gaat gebeuren en ik ben best benieuwd of er nog andere programma's bij de publieke omroep zijn die dezelfde contracten hanteren.

Minister Slob:

Voorzitter. Ik heb net verwezen naar onze Mediawet 2008, die geen wettelijke bepalingen geeft voor hoe dergelijke afspraken gemaakt moeten worden. De omroepinstellingen en ook de programmamakers moeten zelf ook vorm en inhoud geven aan het media-aanbod en er is ook geen voorafgaand toezicht op de inhoud van dergelijke programma's en de vormgeving. Maar dat laat onverlet, zoals ik net ook aangaf, dat wij wel vinden dat dit zorgvuldig geregeld moet worden. Daar zijn wij nu mee aan het werk. Op de vraag of we daarmee kunnen voorkomen dat er ooit nog eens een keer situaties voorkomen die commotie oproepen en waar onvrede is over gemaakte afspraken, kan ik natuurlijk niet zo onbekommerd "ja" zeggen, maar wel is alles erop gericht om dat te voorkomen. En we zullen u, conform eerdere toezegging, daar ook vóór de zomer over informeren. Dan kunt u zelf ook kennisnemen van de gemaakte afspraken en beoordelen of dat afdoende is.

De heer Aartsen (VVD):

Wij maken een aantal afspraken met de Nederlandse Publieke Omroep en de omroepen die daaronder vallen. Een van die afspraken zijn de prestatieafspraken die wij maken met de NPO. Ik zou graag van de minister willen horen of hij bereid is om in die afspraken ook hard vast te leggen dat dit soort contracten niet alleen maar niet meer moeten voorkomen, maar ook zeer onwenselijk zijn en dat we dit soort contracten met boeteclausules, juist als het gaat om minderjarigen, specifiek ook bij het genre waar deze programma's zich op richten, niet zouden moeten hebben. Ik hoor graag van de minister hoe hij dit gaat vastleggen in de afspraken met de NPO.

Minister Slob:

Ik heb aangegeven dat wij nu in overleg zijn om te kijken wat de geëigende manier is om dergelijke afspraken vast te leggen. Dat zou eventueel ook de prestatieafspraak kunnen zijn, waarover de Kamer zich zelf overigens ook altijd uitspreekt en waarover zij ook wensen kan inbrengen. Dus laten we even het moment afwachten dat de afspraken vastliggen en we de Kamer geïnformeerd hebben. Dan kunnen we daar op een ordentelijke wijze met elkaar over spreken.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Sneller namens D66.

De heer Sneller (D66):

De minister had het al even over de toezeggingen van een aantal maanden geleden. Dat is inmiddels tien maanden geleden. Dat ging over een soortgelijk verhaal namelijk, toen een programma van BNNVARA. De toezeggingen om het vast te leggen in de governancecode, de programmastatuten, en om de NPO Ombudsman er iets over te laten zeggen, liggen er al een hele tijd. Is de minister er nou van overtuigd dat het de omroepen ook menens is, dat het ook echt geregeld wordt? Of zegt hij: we zouden toch naar de Mediawet 2008 moeten kijken?

Minister Slob:

Ik denk dat we de afspraken nu wel langzaam maar zeker kunnen gaan afronden. Het wordt inderdaad ook een keer tijd dat dat gebeurt. Het is vervelend als dit soort situaties zich voordoen, waarvan overigens de NTR zegt dat zij zich niet herkennen in het geschetste beeld. Het is dus ook vervelend als er commotie over is. We moeten ook echt zien te voorkomen dat dat gebeurt. Het zou mij een lief ding waard zijn als we dat gewoon in ordentelijke afspraken kunnen doen, zonder dat het wettelijk vastgelegd moet worden. Je kunt het in de wet natuurlijk in een algemene regel vatten, maar dan moet je het daarna ook weer gaan uitwerken. Dus laten we hopen dat we hier voor de zomer met elkaar duidelijke afspraken over kunnen maken.

De voorzitter:

Dus voor de zomer krijgt de Kamer informatie over ...

Minister Slob:

Dat was al toegezegd en dat zijn we nu aan het uitwerken. Daar past dit voorbeeld ook in.

De voorzitter:

Goed. Dan is dat afgesproken. Dank u wel.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het vragenuur.

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken en daarna gaan we stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven