20 Stemming motie Begroting Justitie en Veiligheid 2019

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019,

te weten:

  • -de motie-Van Dam c.s. over verkeersveiligheid opnemen in de veiligheidsagenda (35000-VI, nr. 46).

(Zie vergadering van 22 november 2018.)

De voorzitter:

De motie-Van Dam c.s. (35000-VI, nr. 46) is in die zin gewijzigd (nr. 81) en nader gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Van Dam, Van Toorenburg, Laan-Geselschap en Van der Graaf, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de laatste jaren sprake is van een zeer grote stijging van het aantal zwaargewonde verkeersdeelnemers, waarvan een substantieel deel veroorzaakt wordt door recidiverende daders die onder invloed achter het stuur zaten;

constaterende dat per 1 januari 2019 door de minister van Justitie en Veiligheid de nieuwe veiligheidsagenda met daarin de landelijke beleidsdoelstellingen ten aanzien van de politie voor de komende vier jaren wordt vastgelegd;

constaterende dat in de nieuwe veiligheidsagenda verkeershandhaving niet als beleidsdoelstelling staat opgenomen, terwijl verkeershandhaving het sluitstuk van het algemene verkeersveiligheidsbeleid is en tot de kerntaken van onze politie behoort;

constaterende dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat op 5 december het Strategisch plan verkeersveiligheid 2030 en het Landelijk uitvoeringsplan 2019-2021 aan de Kamer heeft toegezonden;

overwegende dat in het Landelijk uitvoeringsplan vele belangwekkende maatregelen staan opgenomen, maar dat dit weinig zicht geeft op de handhavings- en opsporingsmaatregelen die de politie in de periode 2019-2021 zal nemen;

verzoekt de regering om ter specificatie en ter ondersteuning van het Landelijk uitvoeringsplan de Kamer inzicht te geven over de inzet van de politie op het vlak van verkeershandhaving in de periode 2019-2021,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 82, was nr. 81 (35000-VI).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de nader gewijzigde motie-Van Dam c.s. (35000-VI, nr. 82, was nr. 81).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze nader gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven