7 JBZ-Raad d.d. 8 en 9 juni 2017 (deel vreemdelingen- en asielbeleid)

Aan de orde is het VAO JBZ-Raad d.d. 8 en 9 juni 2017 (deel vreemdelingen- en asielbeleid) (AO d.d. 07/06). 

De voorzitter:

Ik zie dat alleen de heer Voordewind zich heeft gemeld. Klopt dat? Ja, dat is het geval. Het woord is aan de heer Voordewind. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Dank dat dit zo snel kon worden ingevoegd. De motie luidt als volgt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering, niet aan te dringen bij de Europese Commissie om de uitleg van het "vooropstaand belang van het kind" in de toelatingsprocedure ten aanzien van het verlenen van verblijf te verbreden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Buitenweg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 472 (32317). 

De staatssecretaris krijgt de motie uitgereikt. Daar wachten we even op. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. De motie lijkt een beetje tegenstrijdig aan hetgeen de heer Voordewind in het AO heeft gezegd. In de motie wordt opgeroepen om niet aan te dringen op een verbreding. Daar heb ik bij de Commissie ook op aangedrongen. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De staatssecretaris heeft in zijn slotzin gezegd dat hij er bij de Europese Commissie op gaat aandringen om duidelijkheid te krijgen over het begrip "vooropstaand belang van het kind". Dat was voor mij de trigger om de motie in te dienen, want de ChristenUnie zit niet te wachten op die verbreding. De motie is een aanmoediging om het begrip "vooropstaand" niet te verbreden. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

In die zin is de motie dan overbodig, omdat ik er bij de Commissie op heb aangedrongen om het begrip niet te verbreden. Dat is nog een stapje verder dan er niet op aandringen om het wel te verbreden. Dan is de motie overbodig en ontraad ik de motie. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Met alle respect, maar ik denk dat de staatssecretaris het dan niet goed begrijpt. Hij heeft net in het AO gezegd dat hij het gesprek nog aangaat met de Europese Commissie. In de onderliggende stukken heeft hij trouwens ook aangegeven dat hij vindt dat de term "vooropstaand belang van het kind" in een brede context moet worden bezien. Dat is een verbreding ten opzichte van de uitleg in de stukken van de Europese Commissie. De inzet van deze motie is de staatssecretaris niet aan te zetten tot die verbreding. Maar ik weet dat de staatssecretaris daar weer tegen is. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik blijf de motie ontraden, maar dan wordt het breder. Zoals ik de motie lees, zou het gaan om een verbreding van het concept zelf. Daar ben ik tegen. Ik ben juist voor het zien van het concept in een bredere context en deze motie wil mij daarvan afbrengen. Daarom ontraad ik de motie. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik stel voor, om 14.15 uur te stemmen over de ingediende motie. 

De vergadering wordt van 14.04 uur tot 14.15 uur geschorst. 

Naar boven