Aan de orde is de behandeling van het verslag van een algemeen overleg op 24 april 2008 over de uitvoering van de Nota Ruimte (29435, nr. 208).

De beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Voor dit VAO hebben zich vier sprekers aangemeld. Ik wil met u afspreken dat u, als u een interruptie wilt plegen, dit alleen doet over uw eigen motie en zich uitsluitend richt tot de minister.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter. Het algemeen overleg over de Nota Ruimte is al weer meer dan een maand geleden gevoerd. Het is goed dat wij nu nog een voortgezet overleg kunnen voeren. De minister heeft tijdens het algemeen overleg aangekondigd dat zij deze maand, dus in juni, met een uitgebreid pakket maatregelen zal komen om orde te scheppen in de Nederlandse ruimtelijke ordening. Wij wachten daarom af waarmee de minister komt, maar er was een springend punt in het debat, namelijk de Centrale As, een nieuw aan te leggen vierbaans snelweg in het noorden van Friesland door een nationaal landschap. Mijn fractie heeft hier grote problemen mee en daarom wil ik de Kamer om een uitspraak vragen. Ik heb hiertoe twee moties voorbereid. De eerste luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Nota Ruimte grote infrastructurele ingrepen in nationale landschappen expliciet verbiedt, tenzij deze vanwege een groot openbaar belang onvermijdelijk zijn;Duyvendak

overwegende dat bij de Centrale As een groot openbaar belang niet aan de orde is en deze vierbaansweg in strijd is met de kernkwaliteiten van het nationaal landschap Noordelijke Wouden;

verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling van de Centrale As wordt stopgezet vanwege strijdigheid met de Nota Ruimte,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 209(29435).

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik wil nog, zoals dat in juridische termen heet, subsidiair een volgende motie indienen. Als de eerste motie het niet haalt, zou mijn fractie het zeer waarderen als de Kamer deze tweede motie in meerderheid zou steunen voor de situatie die dan ontstaat. Deze motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister aangeeft zwaar te hechten aan een goede landschappelijke inpassing van de Centrale As in nationaal landschap Noordelijke Wouden en deze zelfs heeft bestempeld als "een ultieme ontwerpopgave";

overwegende dat de minister heeft toegezegd, het College van Rijksadviseurs om advies te vragen over de landschappelijke inpassing van de Centrale As;

verzoekt de regering om, indien het College van Rijksadviseurs in zijn advies constateert dat een landschappelijke inpassing van de nieuwe weg, die recht doet aan de kernkwaliteiten van het nationaal landschap, niet of onvoldoende gerealiseerd kan worden, dit advies samen met de conclusies die het kabinet daaruit trekt naar de Kamer te sturen opdat de Kamer daarover desgewenst een debat kan voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 210(29435).

De heer Van Leeuwen (SP):

Mevrouw de voorzitter. Wij gaan in de Tweede Kamer niet over Schagen, om de minister maar even te citeren. De SP-fractie is echter van mening dat de Kamer wel een verantwoordelijkheid heeft als er grootschalige ruimtelijke ingrepen in ons land worden voorbereid. Ik verwijs naar de motie die de Kamer eerder heeft aangenomen over de structurele rol van het College van Rijksadviseurs bij grote ruimtelijke ontwikkelingen. Daarom heb ik de volgende motie opgesteld.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ontwikkeling van het Wieringerrandmeer weinig lokaal draagvlak heeft;

constaterende dat het project een grote invloed heeft op de cultuurhistorische waarde van het landschap;

constaterende dat er vanwege een kostendrager voor het project sprake is van aanzienlijke verstedelijking;

van mening dat de voorgestelde ontwikkeling van het Wieringerrandmeer niet bijdraagt aan een mooier Nederland;

verzoekt de regering, het College van Rijksadviseurs te laten onderzoeken welke meerwaarde voor natuur, landschap en beleving de ontwikkelingen inzake het Wieringerrandmeer op langere termijn opleveren en de Kamer over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren;

verzoekt de regering tevens, de besluitvorming over het ontwikkelen van het Wieringerrandmeer aan te houden tot na het onderzoek van het College van Rijksadviseurs,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Leeuwen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 211(29435).

De heer Van Heugten (CDA):

Voorzitter. De Nota Ruimte zit in de uitvoeringsfase. Wij hebben 1 mld. vrijgemaakt om tot 2014 te laten zien dat onze papieren bedoelingen in de praktijk werkelijkheid kunnen worden. Bij de besteding van dit budget is een zorgvuldige besluitvorming vereist. Samen met de fracties van PvdA en ChristenUnie wil de CDA-fractie per motie oproepen om de besluitvorming over de rijksbijdrage in de diverse gebiedsontwikkelingen vanuit het budget van de Nota Ruimte, voortvarend af te ronden. Dit budget is versnellingsgeld en moet zo ook ervaren worden. Van de 23 projecten is pas over 3 besloten. Gelukkig is recent de bijdrage voor Klavertje 4 Venlo bekend geworden. Door ingewikkelde maatschappelijk kosten-batenanalyses en vooral de wetenschappelijke discussies die zich daaromtrent soms kunnen afspelen, dreigt de versnelling echter snel om te slaan in een vertraging. Er is in dit geval geen commissie-Elverding nodig; hierbij gaat het om interne procedures die wij zelf hebben besloten. In het AO was de eerste reactie van de minister dat alles vooral zorgvuldig moet gaan. Dat is herkenbaar en verklaarbaar. Daarmee zijn wij het ook eens. Als de zorgvuldigheid echter verzandt in oeverloos doorrekenen, dan moet de minister als bestuurder bijtijds knopen doorhakken. Vandaar deze oproep per motie, die vooral ook bedoeld is als signaal voor het land, om aan te geven dat ook daar voortvarend het huiswerk gedaan moet worden.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Nota Ruimte-budget is bedoeld om de besluitvorming over en de uitvoering van 23 geselecteerde projecten en gebiedsontwikkelingen in diverse regio's in Nederland te versnellen;

overwegende dat nog bij 20 projecten een besluit over de rijksbijdrage uit het Nota Ruimte-budget moet worden genomen;

roept de regering op om zo snel als mogelijk te besluiten over de rijksbijdrage uit het Nota Ruimte-budget;

roept tevens de regering op om alles in het werk te stellen om voor het einde van 2008 voor de projecten Bossche Spoorzone, Apeldoorn Kanaalzone, Scheveningen Boulevard, Greenport Aalsmeer, Eindhoven A2-zone, IJsseldelta Zuid en het alternatief voor de Hoeksche Waard, over de rijksbijdrage te besluiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Heugten, Vermeij en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 212(29435).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Cramer:

Voorzitter. De heer Duyvendak verzoekt de regering in zijn motie om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling van de Centrale As wordt stopgezet, vanwege strijdigheid met de Nota Ruimte. In het AO van 24 april hebben wij uitgebreid met elkaar gesproken over de Centrale As in het Friese nationale landschap Noordelijke Wouden. Ik heb toen gezegd dat ik akkoord ben gegaan met de aanleg onder de voorwaarde dat de as optimaal wordt ingepast.

Ik ben dus akkoord gegaan, ondanks het feit dat Noordelijke Wouden een nationaal landschap is. Ik heb dat gedaan met het oog op de continuïteit van bestuur. De besluitvorming was al zover gevorderd dat het onfatsoenlijk zou zijn om de aanleg terug te draaien. Een en ander betekent dat ik de aanneming van de eerste motie-Duyvendak ontraad.

In zijn tweede motie verzoekt de heer Duyvendak de regering om het advies van het College van Rijksadviseurs, voorzien van een kabinetsreactie, naar de Kamer te sturen, opdat de Kamer daarover desgewenst kan debatteren. Deze motie zie ik als ondersteuning van mijn beleid. In het algemeen overleg hebben wij namelijk afgesproken om een vervolgtraject in gang te zetten met de betrokken overheden in Friesland. Het belangrijkste element in dat traject is het inwinnen van een advies van het College van Rijksadviseurs over de inpassing van de weg. Dat traject is inmiddels in gang gezet. Ik zal het advies na de zomer, voorzien van een kabinetsstandpunt, naar de Kamer sturen, opdat u daarover desgewenst met mij in debat kunt gaan.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Als dat betekent dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet, totdat de Kamer het debat over het advies heeft afgerond, kan ik mijn motie intrekken.

De voorzitter:

"Intrekken" hoorde ik u zeggen?

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ja.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Duyvendak (29435, nr. 210) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Cramer:

Akkoord.

Voorzitter. De heer Van Leeuwen verzoekt de regering in zijn motie om de besluitvorming over de ontwikkeling van het Wieringerrandmeer aan te houden tot na het onderzoek van het College van Rijksadviseurs. Ik moet de aanneming van deze motie ontraden en wel om de redenen die ik al eerder met de heer Van Leeuwen schriftelijk heb gewisseld. Deze casus betreft een regionale afweging. Bovendien is er geen sprake van betrokkenheid van het Rijk. Om die redenen wil ik mij op dit moment niet in het debat mengen. Het is aan de lokale partijen om tot een goede afweging te komen.

De heer Van Leeuwen (SP):

De minister is een voorstander van stevige regie door de rijksoverheid. Dat is nog niet zover, want de minister werkt nog aan de invulling van het tweede deel van het adagium van de Nota Ruimte. Als die invulling gereed zou zijn, zou er zeker betrokkenheid van het Rijk zijn geweest. Is het met het oog daarop niet te overwegen om het College van Rijksadviseurs toch om advies te vragen?

Minister Cramer:

Nee. Deze casus vergt namelijk geen rijksbetrokkenheid. Het College van Rijksadviseurs wordt in de meeste gevallen alleen om advies over rijksprojecten gevraagd. Daarvan wordt een enkele keer afgeweken, maar in dit geval hebben wij daartoe niet besloten. Verder zal ik de Kamer binnenkort informeren over de realisatieparagraaf van de Nota Ruimte. Daarbij zal ik ingaan op de vraag welke zaken de regering van nationaal belang acht voor de ruimtelijke ontwikkeling. Vervolgens zullen daarvoor AMvB's worden ontwikkeld. Ik zal de Kamer nog voor de zomer berichten en dan weet u of het Wieringerrandmeer wel of niet onder een AMvB valt. Ik kan nu echter al verklappen dat dit niet het geval zal zijn.

De vierde motie, de motie van de heer Van Heugten, mevrouw Vermeij en mevrouw Wiegman gaat over het Nota Ruimte-budget. In deze motie wordt de regering opgeroepen om alles in het werk te stellen om voor het einde van 2008 te besluiten over de rijksbijdrage voor een aantal projecten die in de motie worden genoemd. Mijn antwoord hierop is dat ik de motie zal uitvoeren. Dat is in overeenstemming met de huidige praktijk, mijnheer Van Heugten. Ik heb u op 22 april over de voortgang van het Nota Ruimte-budget geïnformeerd. Wat de budgetten betreft blijkt uit die rapportage dat het werk voorspoedig en volgens planning verloopt. Naar verwachting zullen nog dit jaar voor praktisch alle projecten de maatschappelijke kosten-batenanalyses zijn opgesteld. Voorts verwacht de ministerraad dat zij voor het overgrote deel van de projecten de bijdrage uit het Nota Ruimte-budget uiterlijk volgend jaar zal hebben vastgesteld, dus voor 2010.

Als wij het rijtje dat u in uw motie hebt opgesomd leggen naast onze eigen planning, dan is dit de stand van zaken. De ministerraad heeft onlangs een besluit genomen over Klavertje Vier, een project in Venlo. Daarvoor is 22,9 mln. uitgetrokken. Dat betekent dat nu het totale reeds uitgegeven budget 80 mln. bedraagt. Voorts is er een aantal deelprojecten dat bijna is afgerond en waarover wij binnenkort nog gaan besluiten. Dat is in de eerste plaats het deelproject Scheveningen Boulevard, waarover de Kamer binnenkort zal worden geïnformeerd. Verder zijn er de projecten Bossche spoorzone en Greenport Aalsmeer. De besluitvorming over deze projecten zal naar verwachting voor de zomer ook nog worden afgerond. Voor die projecten zal binnenkort dus ook het budget worden vastgesteld en dan zal er uiteraard ook meer informatie komen over de toekenning van de uiteindelijke budgetten in de komende tijd, dus in het najaar en begin volgend jaar. Onzes inziens ligt het verstrekken van de gelden voor de diverse Nota Ruimte-projecten dus op schema. Wij hopen alles op tijd, voor 2010, te hebben afgerond.

De heer Van Heugten (CDA):

Ik hoor de minister zeggen dat ook het maken van de maatschappelijke kosten-batenanalyses en de discussie over de vraag of deze op een goede manier kunnen worden toegepast op de projecten, op schema liggen. Betekent dit ook dat de rapportage die u daarover hebt toegezegd voor eind dit jaar, eerder naar de Kamer komt? Ik neem aan dat deze rapportage bij veel van deze besluitvorming een rol heeft gespeeld.

Minister Cramer:

Misschien kan het iets worden vervroegd, maar dan gaat het om weken en niet om maanden. Wij zullen ons uiterste best doen om, zo snel mogelijk nadat wij de maatschappelijke kosten-batenanalyse hebben afgerond, een en ander aan de Kamer mee te delen, zodat de Kamer goed geïnformeerd blijft over de planning en over een goede handhaving van de planning met betrekking tot de budgetten in het kader van de nota Ruimte.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven