De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat het lid Verdonk met ingang van 14 september
jongstleden geen deel meer uitmaakt van de VVD-fractie. Mevrouw Verdonk zal
worden aangeduid als "het lid Verdonk". Conform artikel 51, eerste
lid, van het Reglement van Orde heeft het Presidium haar een andere zitplaats
toegewezen.
Ik stel voor, als commissies, bedoeld in artikel 32, tweede lid, en artikel
37, eerste lid, van het Reglement van Orde aan te wijzen:
- de
commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten;
- de commissie
voor de Werkwijze;
- de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven;
- de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.
Ik stel voor, de Miljoenennota, de Najaarsnota en de Voorjaarsnota in
handen te stellen van de vaste commissie voor Financiën. Voorts stel
ik voor, de voorstellen van begrotingswetten, alsmede de ontwerpslotwetten
met de rapporten bij de rekening van de Algemene Rekenkamer en de suppletoire
begrotingsvoorstellen naar aanleiding van de Voorjaarsnota en de Najaarsnota
in handen van de desbetreffende vaste commissies te stellen.
Ik stel voor dat:
- de begrotingshoofdstukken I, II en III
en de begrotingen van het Gemeentefonds en het Provinciefonds in handen worden
gesteld van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
- de begroting van het Infrastructuurfonds in handen wordt gesteld
van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat;
- de begroting
van het Diergezondheidsfonds in handen wordt gesteld van de vaste commissie
voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
- de begroting van het
Spaarfonds AOW in handen wordt gesteld van de vaste commissie voor Sociale
Zaken en Werkgelegenheid;
- de begroting van het Fonds Economische
Structuurversterking in handen wordt gesteld van de vaste commissie voor Economische
Zaken;
- de begroting van het BTW-compensatiefonds in handen wordt
gesteld van de vaste commissie voor Financiën.
Ik stel voor dat de vaste commissies, in afwijking van artikel 32 van
het Reglement van Orde, omtrent de in hun handen gestelde voorstellen van
begrotingswetten bij wijze van voorbereidend onderzoek, naast het eventuele
overleg met de regering in het kader van de procedure voor het begrotingsonderzoek,
kunnen volstaan met het uitbrengen van een verslag, houdende een lijst van
vragen.
Voor wat betreft de plenaire behandeling van de begrotingen stel ik voor,
de spreektijden voor de begrotingsbehandelingen, inclusief de algemene financiële
beschouwingen, vast te stellen op 340 minuten voor de CDA-fractie, 300 minuten
voor de PvdA-fractie, 260 minuten voor de SP-fractie, 240 minuten voor de
VVD-fractie, 160 minuten voor de PVV-fractie, 150 minuten voor de fractie
van GroenLinks, 140 minuten voor de fractie van de ChristenUnie, 100 minuten
voor de fracties van D66, de PvdD en de SGP en 30 minuten voor het lid Verdonk.
Ten slotte stel ik voor, de spreektijd van het lid Verdonk bij de algemene
politieke beschouwingen vast te stellen op 5 minuten.