79ste vergadering

Woensdag 17 mei 2006

13.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 106 leden, te weten:

Aasted Madsen-van Stiphout, Albayrak, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Azough, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Brinkel, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Çörüz, Crone, Depla, Dezentjé Hamming, Van Dijken, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duyvendak, Van Egerschot, Eijsink, Van Fessem, Fierens, Van Gent, Gerkens, Hamer, Haverkamp, Hessels, Van Heteren, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Irrgang, Jager, Joldersma, Jonker, Jungbluth, Kalsbeek, Kant, Knops, Koopmans, Kortenhorst, Krähe, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Leerdam, Van Lith, Marijnissen, Mastwijk, De Nerée tot Babberich, Nijs, Noorman-den Uyl, Omtzigt, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Roefs, Rouvoet, Samsom, Van der Sande, Schippers, Slob, Smeets, Smilde, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Szabó, Tichelaar, Timmer, Timmermans, Tjon-A-Ten, Varela, Van Velzen, Verbeet, Verburg, Verdaas, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Bibi de Vries, Jan de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heer Balkenende, minister-president, minister van Algemene Zaken, de heer Donner, minister van Justitie, de heer Zalm, vice-minister-president, minister van Financiën, en mevrouw Stuiveling, president van de Algemene Rekenkamer.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Bussemaker, Depla en Heemskerk, wegens bezigheden elders;

Smits en Stuurman, wegens bezigheden elders, ook morgen;

Timmer, wegens bezigheden elders, alleen voor de middagvergadering;

Kruijsen en Waalkens, wegens bezigheden elders, alleen voor de avondvergadering.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ontvangen is een bericht van het overlijden op 5 mei jongstleden van het oud-lid van de Tweede Kamer de heer J.J.P. de Boer, bij velen bekend als Joep de Boer. Hij was onder meer voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken. Hij was lid van de Kamer voor de fractie van het CDA van 8 juni 1977 tot 13 september 1989. Namens de Kamer heb ik de echtgenote van de heer De Boer en andere familieleden een bericht van deelneming gezonden.

De andere ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik geef het woord aan mevrouw Kalsbeek tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.

Mevrouw Kalsbeek:

voorzitter der commissie

De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer A.J. Krähe te Zaltbommel. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat hij terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om hem toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient hij wel eerst de eden of de verklaringen en de beloften af te leggen zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.

De commissie verzoekt u tot slot, de Kamer voor te stellen, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

De heer Krähe is in het gebouw der Kamer aanwezig.

Ik verzoek de griffier, hem binnen te leiden.

Nadat de heer Krähe door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met het lidmaatschap van de Kamer. Ik verzoek u, de presentielijst te tekenen en in ons midden plaats te nemen. Na de aanbieding van de jaarverslagen zal ik de vergadering schorsen. Ik ben ervan overtuigd dat alle leden hier aanwezig u dan graag zullen feliciteren. Dat geldt vast ook voor de minister van Financiën en de president van de Algemene Rekenkamer.

Naar boven