Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het eindrapport "Bruggen bouwen" van de tijdelijke commissie Onderzoek Integratiebeleid (28689), te weten over:

1. de eerste aanbeveling van paragraaf 10.2 (over de bestrijding van discriminatie en vooroordelen), op pag. 522;

2. de tweede aanbeveling van paragraaf 10.2 (over de voorwaarden voor een succesvolle integratie), op pag. 522;

3. de derde aanbeveling van paragraaf 10.2 (over het instellen van een onderraad integratiebeleid en een Kamercommissie voor het integratiebeleid), op pag. 522;

4. de vierde aanbeveling van paragraaf 10.2 (over de realistische onderkenning van de migratiestromen), op pag. 523;

5. de vijfde aanbeveling van paragraaf 10.2 (over het bindend en verbindend zijn van het integratiebeleid), op pag. 523;

6. de eerste aanbeveling van paragraaf 10.3 (over een realistisch verwachtingspatroon m.b.t. inburgering en over een effectieve invulling van de inburgeringscursus), op pag. 524;

7. de tweede aanbeveling van paragraaf 10.3 (over aanbevelingen van de Taskforce Inburgering), op pag. 524;

8. de eerste aanbeveling van paragraaf 10.4 (over voorkoming van negatieve beeldvorming en stigmatisering), op pag. 528;

9. de tweede aanbeveling van paragraaf 10.4 (over toekomstige arbeidsmigratie), op pag. 528;

10. de derde aanbeveling van paragraaf 10.4 (over de registratie en de bevordering van de arbeidsparticipatie van allochtonen), op pag. 528;

11. de eerste aanbeveling van paragraaf 10.5 (over de gelijke behandeling voor jongens en meisjes in het onderwijs), op pag. 537;

12. de tweede aanbeveling van paragraaf 10.5 (over de vroegtijdige verwerving van de Nederlandse taal en de signalering van taalachterstand), op pag. 537;

13. de derde aanbeveling van paragraaf 10.5 (over bestrijding van segregatie in het onderwijs), op pag. 537;

14. de vierde aanbeveling van paragraaf 10.5 (over prikkels in de bekostigingssystematiek en flankerend beleid ter bevordering van integratie), op pag. 537;

15. de vijfde aanbeveling van paragraaf 10.5 (over de overdracht van kernwaarden van de Nederlandse rechtsstaat en geschiedenis), op pag. 537;

16. de eerste aanbeveling van paragraaf 10.6 (over het huisvesten van mensen met een laag inkomen in de randgemeenten en de regio), op pag. 542;

17. de tweede aanbeveling van paragraaf 10.6 (over de diversiteit van het woningaanbod in grote steden), op pag. 542;

18. de derde aanbeveling van paragraaf 10.6 (over de vergroting van de sociale cohesie in de achterstandswijken), op pag. 542;

19. de vierde aanbeveling van paragraaf 10.6 (over sociaal-economisch zwakke wijken en experimenteerruimte voor gemeenten), op pag. 542;

20. de eerste aanbeveling van paragraaf 10.7 (over het onder de aandacht brengen van het belang van een goede beheersing van de Nederlandse taal), op pag. 545;

21. de tweede aanbeveling van paragraaf 10.7 (over problemen door huwelijksmigratie), op pag. 545;

22. de derde aanbeveling van paragraaf 10.7 (over de hoofddoek en andere religieuze uitingen), op pag. 545;

23. de vierde aanbeveling van paragraaf 10.7 (over de participatie van allochtone meisjes en vrouwen), op pag. 545;

24. de aanbeveling van paragraaf 10.8 (over belemmeringen voor Nederlandse staatsburgers door wetgeving van het land van herkomst), op pag. 547;

25. de eerste aanbeveling van paragraaf 10.9 (over subsidiëring van projecten), op pag. 549;

26. de tweede aanbeveling van paragraaf 10.9 (over representativiteit van organisaties die als vertegenwoordiger van een bepaalde groep worden ingeschakeld), op pag. 549;

27. de laatste aanbeveling over het houden van hoorzittingen in het land, op pag. 549,

en over:

- de motie-Sterk c.s. over de basis voor een nadere gedachtewisseling met het kabinet (28689, nr. 16).

(Zie vergadering van 8 april 2004.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

Mevrouw Hirsi Ali heeft mij aangekondigd dat haar stemverklaring lang zal zijn. Ik hoop dat haar definitie van lang niet overeenkomt met de mijne.

Mevrouw Hirsi Ali (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie zal tegen een aantal aanbevelingen stemmen. Het betreft de aanbevelingen 2, 4, 6, 7, 10, 25 en 26. Ik wil graag uitleggen waarom de VVD-fractie tegen stemt. De overige aanbevelingen waar de VVD-fractie voor stemt, gaan soms niet zover als wij zouden willen, maar zij zijn een goede aanzet voor het debat met de regering.

Ik begin bij aanbeveling 2. De VVD-fractie stemt tegen deze aanbeveling omdat de commissie een definitie van integratie hanteert die ons niet ver genoeg gaat. De VVD-fractie meent dat deze definitie moet worden aangescherpt en wel als volgt. In de eerste plaats moet er een gelijke juridische positie...

De voorzitter:

Hoe zal ik het zeggen: wij hebben de zaal niet helemaal mee, dus moet u het echt korter doen. Ik adviseer u om de kern van uw toelichting te noemen en om weg te laten hoe u het anders zou willen.

Mevrouw Hirsi Ali (VVD):

Wij stemmen dus tegen aanbeveling 2 omdat zij niet overeenkomt met onze definitie.

Wij stemmen tegen aanbeveling 4, omdat het integratiebeleid naar onze mening gebaseerd moet zijn op een beperking van de immigratie, op de bevordering van de integratie en op de bestrijding van discriminatie.

Aanbeveling 6 gaat ons ook niet ver genoeg. Bovendien is de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie bezig met een aanscherping van de Wet inburgering nieuwkomers en het voorbereiden van maatregelen die ervoor moeten zorgen dat inburgering reeds in het buitenland plaatsvindt.

Ten aanzien van aanbeveling 7 vindt de VVD-fractie dat de inburgeraar de financiële verantwoordelijkheid voor zijn inburgering moet dragen.

Wat aanbeveling 10 betreft, hebben wij net afscheid genomen van de Wet Samen. Daarin werd de registratie van de arbeidsparticipatie van allochtonen geregeld en na een afweging van kosten en baten bleken de kosten van de Wet Samen vele malen hoger te liggen dan de baten. Wij vinden dat deze aanbeveling eigenlijk een regeling is, waarbij een nieuwe Wet Samen door de achterdeur wordt ingevoerd.

Ten aanzien van aanbeveling 25 vindt de VVD-fractie dat subsidies louter gericht op etnische groepen, moeten worden afgeschaft. De tweede zin van de aanbeveling wekt de indruk dat het hier juist om die organisaties gaat. Uit het rapport van de commissie blijkt dat overheidsuitgaven aan dergelijke organisaties niet hebben geleid tot meetbare resultaten.

Ik kom bij aanbeveling 26. De VVD-fractie heeft afscheid genomen van de groepsbenadering van migranten en kiest voor een individuele benadering. Daarom vinden wij dat de lokale overheden en het Rijk geen gebruik moeten maken van vertegenwoordigers van bepaalde groepen, maar rechtstreeks moeten afstappen op de individuen die in aanmerking komen voor integratie. Waar taalproblemen zich voordoen, moet de overheid zich wenden tot de landelijke organisatie stichting Tolk- en vertaalcentrum Nederland.

Wij stemmen wel voor aanbeveling 24, hoewel de formulering ervan niet helder is. De uitleg die de commissie tijdens het debat heeft gegeven, maakt dat de VVD-fractie toch voor deze aanbeveling zal stemmen.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. Ik beloof dat ik het korter zal houden. Wij hadden liever vandaag niet gestemd over de aanbevelingen. Wij hadden er een discussie over willen voeren met het kabinet. Het karakter van de aanbevelingen is niet eenduidig. Soms staan er onder het kopje van één aanbeveling vier aanbevelingen die wij niet allemaal onderschrijven. Dat is bijvoorbeeld het geval bij aanbeveling 18. Soms geeft de toelichting van de commissie, bijvoorbeeld bij de feitelijke vragen, een andere lading aan een aanbeveling dat men op het eerst gezicht zou zien, zoals bij aanbeveling 13. Dit is medebepalend voor ons stemgedrag.

Wat ons betreft is deze stemming geen eindconclusie over het debat over integratie. Wij hopen dat de regering in haar reactie met concrete en eenduidige voorstellen komt op basis waarvan de Kamer besluiten kan nemen.

De voorzitter:

De leden van de tijdelijke commissie Onderzoek Integratiebeleid, te weten Blok, Rambocus, Adelmund, Van Gent, Vergeer en Varela, hebben te kennen gegeven dat zij aantekening willen dat zij vóór alle aanbevelingen van deze commissie stemmen, ook indien leden van de fractie waartoe hij of zij behoort tegen stemmen.

Ik noem bij de stemmingen alleen het nummer van de aanbeveling zoals het op de lijst staat, dus niet de andere nummers die in het rapport zijn genoemd.

In stemming komt aanbeveling 1.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 2.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD met uitzondering van het lid Blok tegen deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 3.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66 en de VVD alsmede de leden Rambocus en Varela voor deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 4.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, het CDA, de ChristenUnie en de SGP alsmede de leden Blok en Varela voor deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 5.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 6.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, het CDA, de ChristenUnie en de SGP alsmede de leden Blok en Varela voor deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 7.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de ChristenUnie en de SGP alsmede de leden Blok, Rambocus en Varela voor deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt aanbeveling 8.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 9.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, de VVD, de SGP, de ChristenUnie en de LPF alsmede het lid Rambocus voor deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 10.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de SGP alsmede de leden Blok, Rambocus en Varela voor deze aanbeveling Voorzitterhebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt aanbeveling 11.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 12.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 13.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD en de LPF alsmede het lid Rambocus voor deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 14.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF tegen deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 15.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 16.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF met uitzondering van het lid Varela tegen deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 17.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 18.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA met uitzondering van het lid Rambocus tegen deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 19.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 20.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 21.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF met uitzondering van het lid Varela tegen deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 22.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF met uitzondering van het lid Varela tegen deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 23.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de Groep Lazrak en de VVD alsmede de leden Blok en Varela voor deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 24.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze aanbeveling met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 25.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA alsmede de leden Blok en Varela voor deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 26.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA alsmede de leden Blok en Varela voor deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt aanbeveling 27.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de ChristenUnie tegen deze aanbeveling hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Hiermede zijn wij gekomen aan het einde van de stemmingen over de aanbevelingen van de commissie-Blok, waarbij ik nogmaals mijn dank uitspreek aan de commissie.

In stemming komt de motie-Sterk c.s. (28689, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Hiermee is tevens de dank van de Kamer aan de commissie-Blok geformaliseerd.

(Geroffel op de bankjes)

Naar boven